ECLI:NL:RBAMS:2022:2265

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2022
Publicatiedatum
26 april 2022
Zaaknummer
13-701300-17 - 2022
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een psychotische patiënt met schizofrenie en cannabisafhankelijkheid

Op 26 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een gediagnosticeerde psychotische patiënt, geboren in 1989, die momenteel verpleegd wordt in een instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de termijn met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met schizofrenie en cannabisafhankelijkheid, en vertoont grootheidswanen en paranoia. De rechtbank heeft de adviezen van verschillende deskundigen in overweging genomen, die allen wezen op de noodzaak van een verlenging van de terbeschikkingstelling vanwege het recidiverisico en de onvoorspelbaarheid van het gedrag van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt voortgezet, gezien de ernst van de misdrijven waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd. De rechtbank heeft ook het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling aan te houden voor een second opinion afgewezen, omdat zij voldoende geïnformeerd was over de situatie van de terbeschikkinggestelde. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en om de voortgang van de behandeling te waarborgen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/701300-17
Beslissing op de ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 12 januari 2022 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1989,
thans verpleegd in het [inrichting] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 2 februari 2018 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 18 februari 2020 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 21 december 2021 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [inrichting] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 16 en 23 december 2021 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de klinisch psycholoog L.M.L. Thung en de forensisch psychiater dr. T.W.D.P. van Os, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft op 12 april 2022 de officier van justitie mr. P.A. van Logten, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. B.J. de Groot, advocaat te Haarlem, alsmede de deskundigen V. Holländer, psychiater Inforsa, A.H. Heck, psychiater [inrichting] , alsmede telefonisch A.J.F. Pol, tot voor kort hoofd behandelaar van de terbeschikkinggestelde bij [inrichting] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [inrichting] van 21 december 2021 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie en cannabisafhankelijkheid. Hij ervaart voornamelijk grootheidswanen en heeft de beleving dat anderen, voornamelijk medepatiënten, er op uit zijn om hem te treiteren of zijn (psychotisch aangedragen) leefwereld iets aan te doen. Betrokkene heeft niet tot nauwelijks ziekte- en probleeminzicht. Zodra hij de gelegenheid krijgt, gebruikt hij cannabis. Het gebruik van cannabis werkt als een katalysator op de psychotische symptomen, waardoor deze verergeren.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene is op 4 maart 2019 opgenomen op de ICU-afdeling van [inrichting] met een EVBG-status. Binnen de intensieve begeleidingsstructuur en hoge mate van beveiliging komt hij meermalen tot ernstig agressief gedrag. Medicamenteus zijn de mogelijkheden tot behandeling uitgeput, zodat een ECT-behandeling resteert. De dwangaanvraag voor een niet vrijwillige ECT-behandeling is in oktober 2020 goedgekeurd.
FPK Inforsa heeft de expertise op het gebied van ECT- en forensische behandeling en vanwege het intensieve ECT-traject heeft een opname, een observatieplaatsing, bij Inforsa de voorkeur. Vanwege het grote verschil in beveiliging tussen Inforsa en de ICU-afdeling van [inrichting] zijn extra zorg- en beveiligingsmedewerkers ingezet om binnen het risicomanagement te kunnen blijven. Betrokkene is op 9 november 2020 in FPK Inforsa opgenomen, terwijl [inrichting] de eindverantwoordelijkheid op de behandeling blijft houden. Middels intensieve optimalisering van het medicamenteuze beleid, onder continueren van de ECT-behandeling, wordt voorzichtig een positief effect gezien, waarbij er met name een verbetering in het contact lijkt op te treden, mogelijk ten gevolge van een afname van de megalomanie en de paranoïde gedachtegang, met een afname van de regie van de psychose over het gedrag tot gevolg.
Betrokkene is niet in staat om inzicht te geven in zijn psychotische belevingen, waardoor zijn gedrag voor de buitenwereld onvoorspelbaar is. Tevens is sprake van een forse mate van therapie resistentie, waardoor hij chronisch psychotisch blijft. Het chronisch psychotische toestandsbeeld, de onvoorspelbaarheid en het gebruiken van fysieke agressie om, met in zijn ogen gevoelens van vernedering om te gaan, maken dat de kans op recidive groot blijft. Verblijf binnen een hoog beveiligde en zorgintensieve instelling, waar een adequaat extern risicomanagement vormgegeven kan worden, blijft geïndiceerd.
Koers en advies
Betrokkene zal terugkeren naar [inrichting] , waar zijn verblijf gericht zal zijn op de verdere optimalisering van het medicamenteuze beleid onder continuering van de ECT-behandeling en getracht zal worden de onderliggende (persoonlijkheids-)problematiek te behandelen. Bij een voldoende afname van de regie van de psychotische belevingen over het gedrag, en daarmee een afname van de nog immer aanwezige risicofactoren, kan patiënt mogelijk overgeplaatst worden naar een afdeling binnen het reguliere terbeschikkingstelling-circuit.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
Deskundige A.J.F. Pol heeft dit advies ter zitting van 12 april 2022 bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Zij heeft onder meer verklaard dat zij als deskundige een toelichting kan geven op het advies van [inrichting] , ook al is zij sinds twee weken niet meer de hoofd behandelaar van de terbeschikkinggestelde. De behandeling van de terbeschikkinggestelde is goed aangeslagen. Het gesedeerde overkomen is meer een afvlakking en passend binnen het beeld van schizofrenie. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds kort weer op de ICU-afdeling van [inrichting] en dat gaat relatief goed. Het advies is verlenging met twee jaar, omdat nog altijd sprake is van recidiverisico en niet is te verwachten dat de behandeling binnen een jaar is afgerond. De Isala-kliniek in Zwolle is bereid het ECT-traject over te nemen. Hopelijk kan de terbeschikkinggestelde, al dan niet via een zorgmachtiging, over twee jaar verblijven in een GGZ-instelling waar hij meer begeleiding en vrijheden kan ervaren. Er zal minimaal een jaar nodig zijn om uit te stromen naar de reguliere GGZ. Een zorgconferentie is nodig om te kijken welke plek passend is, of die plek mogelijk is en of er aanvullende eisen zijn. De deskundige blijft bij het advies om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen
De deskundige Holländer heeft onder meer verklaard dat betrokkene middels een observatieplaatsing bij Inforsa is geplaatst voor een ECT-behandeling. Hij is in totaal 107 keer behandeld. De huidige frequentie is één keer per week. Dat was twee keer per week en dat wordt één keer per twee weken. Het doel was de stoornis te behandelen en de begeleiding door drie personen af te bouwen. De drie op één beveiliging is volledig afgeschaald en de hoop is dat door de ECT-behandeling het beveiligingsniveau blijvend kan worden afgeschaald.
De deskundige Heck heeft onder meer verklaard dat betrokkene met een steeds lagere ECT-frequentie en met alleen de huidige medicatie via een FPK naar de reguliere GGZ kan. Eventuele onderliggende persoonlijkheidsproblematiek zal nog moeten worden behandeld.
Aan genoemde rapporten van de klinisch psycholoog L.M.L. Thung en de forensisch psychiater dr. T.W.D.P. van Os wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van de diagnostische conclusies, het recidiverisico en het advies om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen bestaat in hoofdlijnen overeenstemming tussen de rapporteurs en de kliniek.
Gelet op voormelde adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkinggestelde is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Het primaire verzoek van de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde om de behandeling aan te houden voor een second opinion en om te laten onderzoeken of een zorgmachtiging mogelijk is, wordt afgewezen. De rechtbank acht zich gelet op de adviezen, alsmede de verklaringen van de drie deskundigen ter zitting voldoende ingelicht over de laatste stand van zaken. De (voormalige) hoofd behandelaar van de kliniek heeft ter zitting laten blijken dat zij niet afwijzend staat tegenover een verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar. Zij heeft verklaard dat er minimaal een jaar nodig is om uit te stromen naar de reguliere GGZ, dat er eerst een zorgconferentie nodig is om te kijken welke plek passend is, of die plek mogelijk is en of er aanvullende eisen zijn. Voorts zal moeten worden onderzocht of er sprake is van onderliggende persoonlijkheidsproblematiek, die zal moeten worden behandeld. De rechtbank vindt, dit alles afwegende, een verlenging van één jaar passend om zo zicht te houden op het traject van de terbeschikkinggestelde. Er is recent sprake van verbeteringen in zijn situatie ten gevolge van de ECT-behandeling, en in het komende jaar zal mogelijk duidelijk worden of deze positieve lijn wordt voortgezet en welke behandeling en beveiligingsniveau op langere termijn nodig zullen zijn.
Het verzoek om voor de volgende verlengingszitting opnieuw rapportages te laten opstellen door onafhankelijk deskundigen wordt afgewezen, nu geen sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering. In het geval dat de kliniek dat ten tijde van het opstellen van het advies voor de volgende verlengingszitting wel nodig acht, kan de kliniek daarvan tijdig melding maken in het verlengingsadvies.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met één jaar.
Wijst af het verzoek van de raadsvrouw tot aanhouding van de behandeling teneinde de mogelijkheid van een zorgmachtiging te onderzoeken.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.K. Oosterling-van der Maarel, voorzitter,
mrs. P.L.C.M. Ficq en P.J.H. van Dellen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 april 2022.
De jongste rechter is buiten
staat mede te ondertekenen