Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Hamburg(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Hamburg(Duitsland) op 19 september 2018 (referentie 161 Gs 1024/18).
4.Strafbaarheid
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, OLW
- Het onderzoek is aangevangen in Duitsland;
- Hoewel Nederland zou kunnen vervolgen, hebben de Duitse autoriteiten kenbaar gemaakt de vervolging in te willen stellen met het uitvaardigen van een EAB;
- De verdovende middelen zijn bestemd voor Duitsland;
- De verdovende middelen zijn Duitsland ingevoerd;
- De medeverdachten worden in Duitsland vervolgd;
- Het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens om voor deze feiten een vervolging in te stellen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Hamburg(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.