In deze zaak heeft eiser op 7 februari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 27 april 2021. De rechtbank Amsterdam heeft op 22 april 2022 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke is gebleven, aangezien de beslistermijn is overschreden. Eiser heeft op 27 mei 2021 bezwaar gemaakt, maar de Belastingdienst heeft nog geen besluit genomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en stelt de verbeurde dwangsom vast op € 1.442,-. Tevens wordt de Belastingdienst opgedragen om binnen tien weken na de uitspraak een besluit te nemen op het bezwaar van eiser. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser wordt in de proceskosten vergoed tot een bedrag van € 367,50. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter Y. Moussaoui, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft.