ECLI:NL:RBAMS:2022:2136

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
AMS 22/1666
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van hotel wegens exploitatie van prostitutie in strijd met APV en bestemmingsplan

Op 20 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen de burgemeester van de gemeente Amsterdam en de besloten vennootschap Guru Hotel + Restaurant B.V. De gemeente had een hotel in Oud-West gesloten omdat er herhaaldelijk was geconstateerd dat hotelkamers ter beschikking werden gesteld aan sekswerkers. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente terecht een last onder bestuursdwang had opgelegd, omdat het hotel werd gebruikt voor prostitutie, wat in strijd is met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en het bestemmingsplan Oud West 2018. De voorzieningenrechter benadrukte dat het algemeen belang van handhaving zwaarder weegt dan de financiële belangen van de exploitanten van het hotel. De verzoeksters voerden aan dat zij maatregelen hadden genomen om prostitutie in de toekomst te voorkomen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze maatregelen onvoldoende waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de sluiting van het hotel gehandhaafd blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/1666

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 april 2022 in de zaak tussen

de besloten vennootschap Guru Hotel + Restaurant B.V. (Guru Hotel) en de besloten vennootschap [verzoekster], beide gevestigd te Amsterdam, verzoeksters
(gemachtigde: mr. P.M.L. Schilder Spel),
en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
gezamenlijk te noemen: verweerder
(gemachtigde: mr. M. Boermans).

Procesverloop

Met het besluit van 31 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan verzoeksters een last onder bestuursdwang opgelegd.
Verzoeksters hebben tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben daarnaast de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende schorsing van het bestreden besluit tot zes weken na het besluit op het bezwaar.
Het onderzoek ter zitting heeft op 7 april 2022 via een beeldverbinding plaatsgevonden. Namens verzoeksters zijn verschenen [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , bijgestaan door hun gemachtigde. Ook is verschenen [naam 4] , werkzaam bij Koninklijke Horeca Nederland. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] .

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
1.1.
Guru Hotel exploiteert Hotel 74, voorheen Blyss Boutiques Hotel, op het adres [adres] . [naam 1] is de eigenaar van het pand aan de [adres] .
1.2.
Op 13 december 2021 heeft de politie een melding binnengekregen van een bedreiging. De politie is ter plaatse gekomen en heeft geconstateerd dat een dame in make-up het Blyss Boutiques Hotel uit kwam lopen. Deze dame verklaarde dat ze sekswerker is en dat ze vaak vanuit hotels via de website www.kinky.nl met mannen afspreekt. Zij verklaarde dat zij net met een man had afgesproken (de voorzieningenrechter begrijpt: in het Blyss Boutiques Hotel) en dat zij ruzie kregen omdat hij seks wilde zonder condoom en zij dat niet wilde. Dit blijkt uit een mutatierapport van de Politie Eenheid Amsterdam.
1.3.
Op 31 december 2021 heeft het Bestuurlijk Team Prostitutie (BTP) een advertentie gevonden op de website www.kinky.nl. In deze advertentie biedt een sekswerker verschillende seksuele diensten aan tegen betaling van een geldbedrag. Vervolgens heeft het BTP een afspraak met de sekswerker gemaakt om tegen betaling seks te hebben. Het
adres waar de ontmoeting plaats zou vinden betrof [adres] . Er is
vervolgens overgegaan tot een controle in het hotel. Bij deze controle heeft de sekswerker onder andere verklaard dat zij klanten in het hotel ontvangt waarmee zij seks tegen betaling heeft, dat een vriendin van haar ongeveer een jaar geleden in hetzelfde hotel heeft gewerkt en dat zij via haar het adres en de naam van het hotel heeft gekregen. Verder heeft zij verklaard dat er niet altijd een receptionist in de lobby aanwezig is en dat zij voor dit hotel heeft gekozen omdat er nog meer dames in dit hotel werkten. De bevindingen van deze controle zijn neergelegd in een bestuursrechtelijke rapportage, opgemaakt op 31 december 2021.
1.4.
Bij een gezamenlijke maandelijkse controle van de gemeente Amsterdam en de politie in de aanpak van misstanden in de prostitutie, heeft het BTP op 17 februari
2022 wederom een advertentie gevonden op de website www.kinky.nl. In deze advertentie biedt een sekswerker verschillende seksuele diensten aan tegen betaling van een geldbedrag. Het BTP heeft een afspraak met de sekswerker gemaakt om tegen betaling seks te hebben. Het adres waar de ontmoeting plaats zou vinden betrof [adres] . Er is vervolgens overgegaan tot een controle in het pand. Bij deze controle heeft de sekswerker onder andere verklaard dat zij naar Nederland is gekomen omdat zij van verschillende vriendinnen had gehoord dat je hier goed geld kan verdienen. In andere hotels waar zij is geweest, werd verteld dat sekswerk verboden was. Van andere meisjes had zij gehoord dat het in dit hotel veel beter is en dat zij daarom hiernaartoe is gekomen. Er zijn geen vragen aan haar gesteld en zij is ook niet geïnformeerd over de regels. Zij heeft gewoon de sleutel gekregen en dat was het. Bezoekers hoeven zich volgens haar niet te melden in het hotel. De bevindingen van deze controle zijn neergelegd in een bestuursrechtelijke rapportage, opgemaakt op 25 februari 2022.
1.5.
Op 28 februari 2022 omstreeks 21:00 uur kreeg de politie een melding binnen van een steekincident in de Vondelstraat te Amsterdam. Eenmaal op de plaats van bestemming
aangekomen trof de politie een gewonde dame aan met onder andere een snijwond. De
verwondingen waren haar aangedaan in Hotel Blyss aan de [adres] . De dame verklaarde als sekswerker via een internetsite contact te hebben gemaakt voor seks
tegen betaling in genoemd hotel aan de [adres] . In haar aangifte verklaarde de dame
dat zij een kamer in Hotel Blyss huurde en dat zij daar vaker verbleef. De dame verklaarde dat bij het met de mannen van tevoren bespreken van het te betalen bedrag bleek dat de mannen geen geld bij zich hadden, maar uit waren op haar geld en diverse goederen. Na onderzoek door de politie en uit de omstandigheden bleek dat het pand wordt gebruikt ten
behoeve van illegale prostitutie. De kamer die de dame huurde, bleek ingericht voor langer
verblijf. In de kamer stond de televisie aan waarop een pornografische film werd vertoond. Tevens bleek er een grote voorraad aan condooms aanwezig in de kamer. Genoemde omstandigheden ondersteunen het vermoeden van de politie dat er prostitutie plaatsvond in deze kamer. De bevindingen van deze melding zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage, op ambtseed/-belofte opgemaakt op 18 maart 2022.
1.6.
Op 22 maart 2022 is zowel aan Guru Hotel als een [naam 1] een voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Verzoeksters hebben op
28 maart 2022 een zienswijze ingediend.
Het bestreden besluit
2. Verweerder heeft aan verzoeksters een last onder bestuursdwang opgelegd, omdat aannemelijk is dat er prostitutie wordt bedreven in Blyss Boutiques Hotel. In een korte tijd zijn meerdere keren hotelkamers ter beschikking gesteld aan sekswerkers om klanten te ontvangen. Verzoeksters overtreden daarmee de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). [1] Ook handelen verzoeksters in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Volgens bestemmingsplan Oud West 2018 is het perceel waarop de voornoemde handelingen plaatsvinden, bestemd voor horeca categorie 5. Het geconstateerde gebruik valt niet onder de bestemmingsomschrijving. Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat de wijze waarop verzoeksters toezicht houden in het hotel tekortschiet. De last onder bestuursdwang houdt in dat verzoeksters binnen twee dagen de exploitatie van het hotel dienen te (laten) staken en getaakt dienen te (laten) houden tot nader order. De last om de exploitatie van het hotel gestaakt te houden, dient om te voorkomen dat verzoeksters de exploitatie van het hotel hervatten zonder dat adequate maatregelen zijn getroffen die moeten voorkomen dat opnieuw kamers ter beschikking worden gesteld aan sekswerkers en hun klanten. Indien verzoeksters zich niet aan genoemde last houden, zal het hotel van gemeentewege worden gesloten en zal de deur van het hotel/pand worden verzegeld.
Standpunt verzoeksters
3. Verzoeksters stellen zich op het standpunt dat het bestreden besluit in strijd met de zorgvuldigheid en evenredigheid is genomen. Zij hebben inmiddels verschillende vergaande maatregelen genomen om prostitutie in het hotel in de toekomst te voorkomen. Verder menen verzoeksters dat zij onvoldoende zijn geïnformeerd over de incidenten die hebben plaatsgevonden. Zij konden daardoor de ernst van de situatie niet voldoende inschatten. Pas op 7 maart 2022 ontvingen zij een brief van verweerder. Verzoeksters voeren verder aan dat hun belangen bij het open blijven van het hotel zwaarder wegen dan de belangen die verweerder heeft bij de sluiting. Het hotel is lang gesloten geweest tijdens de lockdowns. Dit heeft financieel grote gevolgen gehad.
Beoordeling voorzieningenrechter
4. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
5.1.
Op grond van artikel 3.27, eerste lid, van de APV is het verboden een prostitutiebedrijf te exploiteren zonder vergunning. Op grond van artikel 3.27, tweede lid, van de APV is het verboden een prostitutiehotel te exploiteren. Eveneens sluit het tweede lid uit dat een vergunning kan worden verleend voor de exploitatie van een prostitutiehotel. Die exploitatie is verboden. Een prostitutiehotel trekt namelijk ongewenste straatprostitutie aan. Dit brengt het risico op gedwongen prostitutie, mensenhandel, uitbuiting en andere misstanden mee. Ook kan een prostitutiehotel overlast geven voor de omgeving.
5.2.
In artikel 11.1 van de regels bij het bestemmingsplan Oud West 2018 staat welke gebruiksvormen zijn toegestaan op gronden met de bestemming ‘Horeca’. In dit artikel staat onder a dat de gronden zijn bestemd voor ‘horeca van categorie 5’. Wat hieronder moet worden verstaan staat in artikel 2.45. Het geconstateerde gebruik als prostitutiehotel valt niet onder de bestemmingsplanomschrijving. Daarmee is het geconstateerde gebruik ook in strijd met het in artikel 2.1, eerste lid, aanhef onder c, van de Wabo vastgelegde verbod gronden of gebouwen te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. [2] Bij het in strijd met het bestemmingsplan laten gebruiken van een pand kan zowel de pandeigenaar als de exploitant als overtreder van deze norm worden gezien.
5.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder een last onder bestuursdwang heeft opgelegd vanwege constateringen van de politie en het BTP. In een periode van drie maanden is er vier maal geconstateerd dat het hotel is gebruikt door sekswerkers om klanten te ontvangen.
5.4.
Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat het hotel wordt gebruikt als prostitutiehotel. Dit betekent dat verweerder bevoegd was om wegens overtreding van artikel 3.27 van de APV en wegens het handelen in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef onder c, van de Wabo tot handhaving over te gaan.
5.5.
Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat. Verder kan handhavend optreden zo onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. [3] Van beide gevallen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake.
5.6.
Op grond van de Handhavingsstrategie locatiegebonden prostitutiebedrijven en seksinrichtingen is het exploiteren van een prostitutiebedrijf of prostitutiehotel zonder vergunning een ernstige overtreding, gekwalificeerd als een overtreding die valt in categorie III. Dit zijn zware overtredingen waarbij de aard en ernst van de overtreding vereisen dat de exploitatie beëindigd wordt. Door verzoeksters zijn, zo is geconstateerd, meermaals hotelkamers ter beschikking gesteld aan sekswerkers om klanten te ontvangen, waarmee een prostitutiehotel wordt geëxploiteerd. Gelet op de ernst van de overtreding leent deze overtreding zich niet voor het opleggen van een bestuurlijke waarschuwing of het opleggen van een last onder dwangsom. Verweerder heeft in redelijkheid gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid een last onder bestuursdwang op te leggen. Zoals verweerder ook op de zitting heeft benadrukt, betreft het in beginsel een tijdelijke sluiting van het hotel/pand, zodat het hotel/pand bij sekswerkers niet meer bekend staat als prostitutiehotel en de “loop” naar het hotel eruit wordt gehaald. Doorgaans wordt deze periode gesteld op in beginsel drie maanden, maar deze termijn is niet in beton gegoten. Daarmee wordt het signaal afgegeven dat in het betreffende hotel sekswerkers geen klanten meer kunnen ontvangen. Dat het hotel al jaren zonder noemenswaardige problemen wordt geëxploiteerd, het hotel niets te verwijten valt en dat het hotel door de lockdowns hard is getroffen, zijn omstandigheden die in dat verband minder zwaar wegen. Het algemeen belang om handhavend op te treden, weegt zwaarder dan het (financiële) belang van verzoeksters. Niet is gebleken van omstandigheden van de zijde van verzoeksters die zo bijzonder zijn dat verweerder op grond daarvan had moeten afzien van handhaving.
5.7.
De maatregelen die verzoeksters hebben genomen en van plan zijn te gaan nemen om illegale prostitutie in het hotel in de toekomst te voorkomen, maken niet dat verweerder nu had moeten afzien van het opleggen van de last onder bestuursdwang. Deze maatregelen zien onder andere op naamswijziging van het hotel, wijziging van de huisstijl, aanscherping van de huisregels, aanvullende instructies voor het personeel om extra alert te zijn op signalen van illegale prostitutie en daarnaast is toegang tot het hotel de komende drie maanden alleen mogelijk met een pasje. Op de zitting heeft verweerder uitgebreid gemotiveerd waarom deze maatregelen ontoereikend zijn. Op termijn kan wel degelijk weer een hotel worden geëxploiteerd op de betreffende locatie, mits er dan kenbaar sprake is van een wezenlijk gewijzigde bedrijfsvoering. Het is aan de exploitant om met gedegen maatregelen te komen. De exploitant heeft dan ook zelf in de hand hoe lang de werking van de last voortduurt. Op de zitting heeft verweerder overigens niet uitgesloten dat gesprekken over een mogelijke heropening al binnen de periode van drie maanden kunnen plaatsvinden.
6. Bij deze stand van zaken ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
8. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van J.G.J. Geerlings, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 april 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Artikel 3.27 van de APV.
2.Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
3.Zie ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:574.