Op 29 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een ISD-maatregel opgelegd aan een veroordeelde, geboren in 1966, zonder vaste woon- of verblijfplaats, die thans verblijft in een detentieplaats. De rechtbank heeft op 31 maart 2022 een openbare zitting gehouden waarin de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en een deskundige zijn gehoord. De ISD-maatregel is ingegaan op 24 februari 2021 en de veroordeelde is sindsdien doorgeplaatst naar verschillende ISD-afdelingen. De veroordeelde is een ongewenst vreemdeling en volgt een intramuraal traject, maar werkt niet mee aan zijn terugkeer naar zijn land van herkomst. Dit leidt tot een verhoogd recidiverisico en de rechtbank adviseert om de ISD-maatregel voort te zetten ter bescherming van de maatschappij. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de maatregel, terwijl de verdediging pleit voor beëindiging, omdat de doelstellingen van de ISD-maatregel niet worden gehaald. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om de maatschappij te beschermen tegen ernstige overlast en om het recidiverisico te bestrijden. De rechtbank beslist daarom dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.