In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 2001, werd beschuldigd van het oplichten van meerdere slachtoffers via phishing en pakketfraude. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelde en gebruik maakte van gehackte gegevens om slachtoffers te benadelen. De feiten vonden plaats tussen 2019 en 2020, waarbij de verdachte betrokken was bij het oplichten van een persoon op Marktplaats en het medeplegen van oplichting van een webshop genaamd Otto. De rechtbank heeft de rol van de verdachte in de criminele organisatie beoordeeld en geconcludeerd dat hij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de gepleegde misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 70 uren, met vervangende hechtenis van 35 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte, hoewel hij meerderjarig was, nog onder de 23 jaar was en dat er geen aanleiding was om het jeugdstrafrecht toe te passen. De uitspraak is gedaan in het kader van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.