Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
‘Millaatoe-Ibrahiem’.Er is sprake van wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich in de periode van januari 2018 tot aan zijn aanhouding op 26 november 2019 schuldig heeft gemaakt aan opruiing. Daarnaast kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte geschriften en afbeeldingen heeft verspreid of ter verspreiding in voorraad heeft gehad, waarin tot een terroristisch misdrijf (dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf) wordt opgeruid. Dit terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat in de afbeeldingen/bestanden zodanige opruiing voorkomt. Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waarmee hij verschillende Telegram kanalen beheerde en daar overleg over voerde, is er ook sprake van medeplegen voor zover de tenlastelegging betrekking heeft op Telegram.
Millaatoe-Ibrahiem’door medeverdachte [medeverdachte 1] . Zij kwamen met elkaar in contact via Instagram en het begon allemaal vrij onschuldig. Op een gegeven was verdachte verzeild geraakt in de onlinewereld. Ook werd hij toegevoegd aan een whatsapp groep
‘Deen of Allah’, terwijl het niet zijn bedoeling was geweest om in deze groepen te zitten of de kanalen op Telegram te onderhouden. Ten tijde van het ten laste gelegde was hij 14 jaar oud. Hij heeft een angststoornis en hij was in die tijd vooral in zichzelf gekeerd. Hij was op zoek naar een uitlaatklep voor de onvrede die hij op internet zag over de oorlog in Irak. Hij wist niet waar Islamitische Staat (IS) voor stond en hij begreep ook de inhoud van de – in de Arabische taal gezongen – strijdliederen niet, die hij op WhatsApp in de groep
‘Deen of Allah’had gedeeld. Verdachte heeft de ten laste gelegde berichten voor de kick gedeeld. Ook kan niet worden bewezen dat verdachte een terroristische oogmerk had. Daarnaast is niet voldaan aan de voor opruiing vereiste openbaarheid. Verdachte heeft de drie mediabestanden in een privé chat gestuurd aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte had geen invloed op de gedragingen van anderen. Ook voor het onderdeel medeplegen dient vrijspraak te volgen. Er was geen nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Dit leidt, volgens de verdediging, tot de conclusie dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet heeft gehad om anderen aan te zetten tot enig strafbaar feit.
“Islam4Holland”en medeverdachte [medeverdachte 1] als beheerder van het Telegram kanaal
“Millaatoe-Ibrahiem”.Beide kanalen waren sinds 16 november 2017 actief en zij zouden gebruikt zijn om jihadistische propaganda te verspreiden.
‘ [gebruikersnaam] ’. Deze persoon werd geïdentificeerd als [verdachte] (hierna: verdachte). Verdachte zou in contact staan met de hiervoor genoemde medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ook zou hij op 3 september 2018 gezegd hebben dat hij naar
Sham(de rechtbank begrijpt: onder andere de regio Syrië/Libanon/Israël) wilde gaan. Op 26 november 2019 is verdachte aangehouden en heeft er een doorzoeking inclusief een netwerkzoeking plaatsgevonden in zijn woning. Kort samengevat bevestigen de onderzoeksresultaten de inhoud van het ambtsbericht. Uit de veiliggestelde data komt naar voren dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] in de periode van 6 juni 2018 tot en met 15 oktober 2018 met elkaar in contact hebben gestaan. In hun communicatie komt naar voren dat verdachte een Instagram account heeft met de username
“ [gebruikersnaam] ”en de bijnamen
“ [bijnaam 1] ”en
“ [bijnaam 2] ”gebruikt. Op 16 oktober 2018 is medeverdachte [medeverdachte 1] gehoord door het onderzoeksteam. Hij heeft onder andere verklaard dat verdachte ook verantwoordelijk is voor de berichten die op het Telegram kanaal “
Millaatoe-Ibrahiem”zijn gedeeld/geplaatst, omdat hij medebeheerder was van dit kanaal.
‘ [gebruikersnaam] ’voordat hij actief werd op Telegram. In de bio (de rechtbank: afkorting van biografie, de plek waar een korte omschrijving van de Instagramgebruiker geplaatst kan worden, waarin ook - als enige mogelijke plek - een url geplaatst kan worden) van dit Instagram account heeft hij een link geplaatst naar een video op YouTube met de naam
‘In defence of the prophet phub’.In mei 2018 is hij door medeverdachte [medeverdachte 1] benaderd om samen een kanaal te maken op Telegram voor het delen van islamitische kennis. Hij is toen medebeheerder geworden van het kanaal
“Millaatoe-Ibrahiem”.Verdachte heeft bekend op Telegram de ten laste gelegde afbeeldingen en video’s - die betrekking hebben op de periode na mei 2018 - te hebben gedeeld. Ook heeft hij bekend 19 strijdliederen (nasheeds) te hebben gedeeld in de WhatsApp groep
“Deen of Allah”en drie mediabestanden in een privé chat te hebben gestuurd naar het Telegramaccount van medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte heeft aangegeven dat hij in 2017 niet actief was op Telegram en dat hij in oktober 2018 de Telegram-app heeft verwijderd. Hij kan daarom niet verantwoordelijk worden gehouden voor berichten op het Telegram kanaal
“Millaatoe-Ibrahiem”uit 2017 en na oktober 2018. Tot slot heeft verdachte verklaard dat hij niet wist dat het strafbaar was wat hij deed en dat het niet zijn bedoeling was om aan te zetten tot een terroristisch misdrijf. Hij zat in een slechte periode en hij wilde op social media zijn boosheid uiten.
De rechtbank stelt vast dat materiaal bestaat uit verschillende video’s, afbeeldingen en strijdliederen waarin de gewapende strijd en het martelaarschap worden verheerlijkt, wordt opgeroepen om IS te steunen en om geweld tegen ‘het westen’ te gebruiken. Dit gebeurt op een zodanige wijze, dat iemand er daardoor toe gebracht zou kunnen worden deel te nemen aan de gewapende strijd in Syrië of Irak of aanslagen te plegen in ‘het westen’. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat de strekking van het materiaal – in samenhang bezien – opruiend van aard is en dat daarin wordt aangezet tot een terroristisch misdrijf.
[bijnaam 2] , [bijnaam 1] , [bijnaam 3]- en
‘ [gebruikersnaam] ’en koos hij voor IS-gerelateerde profielfoto’s op zijn account. Tot slot zit in het dossier een aantal chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] waaruit blijkt dat verdachte wist dat het beheren van het kanaal illegaal was. Zo schrijft [medeverdachte 1] op 23 augustus 2018 in een WhatsApp chat waarin zij het over Instagram hebben die hun accounts verwijdert, aan verdachte: “
Geen hete dingen erop plaatsen dan. (…) het is niet dat je de hele tijd gebanned wordt door Instagram maar je krijgt ook meer problemen met de staat enzo. Want volgens de staat verheerlijk jij de positie van de mujahideen[de rechtbank: Islamitische strijders]
, dat is je goed recht ook, maar volgens de staat niet.”. [verdachte] antwoordt daarop: “
ja man, anders AT”. Op de zitting heeft verdachte gezegd dat AT staat voor arrestatieteam. En in de whatsapp groep “Deen of Allah”, waarin [verdachte] op 23 augustus 2018 18
Nasheedsheeft geplaatst, schrijft iemand als reactie “
je gaat AT voor je deur krijgen”. De rechtbank komt op grond van bovenstaande tot de conclusie dat verdachte de inhoud en strekking van de berichten begreep en wist dat het om opruiende berichten ging. Door het plaatsen van het ten laste gelegde materiaal in de applicaties Instagram, Telegram en WhatsApp heeft verdachte op zijn minst voorwaardelijke opzet gehad op opruiing tot een terroristisch misdrijf.
Nasheedspas na onderzoek in de telefoon van de verdachte in beeld gekomen.
‘Millaatoe-Ibrahiem’is geplaatst en de link naar een video op YouTube met de naam
‘In defence of the prophet phub’via de bio op Instagram - oordeelt de rechtbank dat door het plaatsen van uitingen op social media deze in de openbaarheid worden gebracht. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waar de teksten zijn weergegeven (zie onder meer: HR 5 juli 2011, NJ 2011/325) . Aan deze voorwaarde is voldaan. Het Telegram kanaal
‘Millaatoe-Ibrahiem’had tientallen volgers en ook een verbalisant kon zich op dit kanaal van verdachte zonder moeite abonneren. Hieruit leidt de rechtbank af dat de Telegram-kanalen in beginsel voor iedereen toegankelijk waren. Daar komt bij dat verdachte, samen met beheerders van andere Telegram kanalen, de links van hun kanalen met elkaar en op elkaars kanalen deelden. Door het delen van de links kon een groter publiek worden bereikt en dat was ook juist de bedoeling ervan. Uit een proces-verbaal van de politie blijkt verder dat het, hoewel het Instagram kanaal van verdachte privé was en zijn berichten daardoor niet te zien waren, de link in de ‘bio’ niet was afgeschermd en dus eenvoudig kon worden gebruikt door de verbalisant. Ook deze video was naar het oordeel van de rechtbank dan ook voor iedereen toegankelijk.
Nasheedsdie verdachte in de WhatsApp groep heeft geplaatst op zijn telefoon stonden, waarmee ook is komen vast te staan dat hij bestanden in voorraad had om te verspreiden. De rechtbank komt ten aanzien van de
Nasheedsdus wel tot bewezenverklaring van het cumulatief/alternatief ten laste gelegde ‘ter openbaarmaking en verspreiding in voorraad hebben’ in de zin van artikel 132 Wetboek van Strafrecht. Anders dan voor het delict van artikel 131 Wetboek van Strafrecht is daarvoor immers niet vereist dat het daadwerkelijk tot openbaarmaking is gekomen.
‘Millaatoe-Ibrahiem’op 16 november 2017 is geplaatst. Dit was een kanaal waarbij alleen de beheerders berichten konden plaatsen. Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat medeverdachte [medeverdachte 1] dit kanaal in 2017 heeft aangemaakt en dat hij toen de enige beheerder was. Op een gegeven moment, ergens mid-2018, heeft [medeverdachte 1] verdachte medebeheerder gemaakt. Vanaf dat moment had verdachte als beheerder toegang tot de berichtengeschiedenis vanaf 16 november 2017 en kon hij deze berichten verwijderen en verder verspreiden. Dat hij van die mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, blijkt ook uit het tapgesprek van 1 april 2018 tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] boos op de beheerder [bijnaam 1] (één van de bijnamen van verdachte), omdat hij alle berichten heeft verwijderd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de berichten die vanaf 16 november 2017 op het Telegram kanaal
‘Millaatoe-Ibrahiem’zijn gedeeld. Dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] als medebeheerders van het Telegram kanaal, blijkt ook uit een chat op Telegram van 18 juli 2018. Medeverdachte [medeverdachte 1] schrijft aan verdachte:
‘Ik heb het gevoel dat je denkt dat ik je gebruik met dat Telegram kanaal, want jij plaatst veel meer dan ik. Ik wil even zeggen dat het kanaal gewoon van jou is en dat jij er ook alles mee kan doen als je wilt’.Verdachte antwoordt daarop met:
‘Ik denk dat nooit’.Op 9 augustus 2018 bericht medeverdachte [medeverdachte 1] aan verdachte dat hij een nieuw kanaal heeft gemaakt en dat verdachte ook weer de beheerder is.
‘Millaatoe-Ibrahiem’. De rechtbank is van oordeel dat de bijdrage van verdachte van voldoende gewicht is geweest om de kwalificatie medeplegen te rechtvaardigen. Mede gelet op mogelijkheid die verdachte als beheerder had om bestaande berichten in het kanaal te verwijderen of te verspreiden, is de rechtbank verder van oordeel dat hij ook voor berichten die niet door hem op het Telegram kanaal
‘Millaatoe-Ibrahiem’zijn geplaatst, verantwoordelijk is te houden als medepleger van openbaarmaking en verspreiding daarvan.
5.Bewezenverklaring
‘Millaatoe Ibraahiem’en
‘ [gebruikersnaam] ’,
‘Millaatoe-Ibraahiem’met de tekst:
“Vrees Allaah! Voorwaar, Allaah is met degenen die vrezen en die rechtvaardig zijn! Wees streng in deze zaak en doe niet lief tegen ze! Bespaar geen een van de moeshriekeen die de moslims hebben lopen afslachten! Maak er liever een voorbeeld van! Wie je ook vastlegt die zich tegen Allaah heeft verzet, denkend dat hij het goed heeft gedaan, vermoord ze dan! [Al-Bidaya wa-Nihayahl]”en
‘Millaatoe-Ibraahiem’met de tekst:
“Het is maar een enkele keer om gedood te worden en om te sterven, dan is het eer die nooit zal eindigen, pas op voor het verlaten van een enkele handbreedte land totdat je het tot een inferno hebt gemaakt voor de criminele koeffaar. Hinder hen, beleg hen en wacht hen op elke buitenpost. Shaykh Aboe Hassan al Moelmaadjier (Hafidhalzoellaali)”en
‘Millaatoe-Ibraahiem’betreffende een filmopname waarin onder meer de navolgende tekst wordt getoond:
waarbij verdachte in de bio van dit Instagram account een link heeft geplaatst naar een video op YouTube met de naam
“In defence of the prophet phub”,waarin onder meer een preek is te horen voorzien van een Engelstalige ondertiteling waarin een anti Westerse boodschap wordt verspreid en het martelaarschap wordt verheerlijkt onder meer met de navolgende passage:
‘Millaatoe Ibraahiem’en
‘Deen of Allah’en heeft in deze groepschat meerdere audiobestanden geplaatst/gedeeld en
‘ [gebruikersnaam] ’beheerd en
waarbij verdachte en zijn mededaders op dit kanaal berichten en afbeeldingen en filmopnames hebben geplaatst en/of gedeeld en/of verzonden, waaronder
“Vrees Allaah! Voorwaar, AlIaah is met degenen die vrezen en die rechtvaardig zijn! Wees streng in deze zaak en doe niet lief tegen ze! Bespaar geen een van de moeshriekeen die de moslims hebben lopen afslachten! Maak er liever een voorbeeld van! Wie je ook vastlegt die zich tegen Allaah heeft verzet, denkend dat hij het goed heeft gedaan, vermoord ze dan! [Al-Bidaya wa-Nihayah]”en
“Het is maar een enkele keer om gedood te worden en om te sterven, dan is het eer die nooit zal eindigen, pas op voor het verlaten van een enkele handbreedte land totdat je het tot een inferno hebt gemaakt voor de criminele koeffaar. Hinder hen, beleg hen en wacht hen op elke buitenpost. Shaykh Aboe Hassan al-Moehaadjier (Hafidhahoellaah)”en
: “Destroy every Taaghoet. And light your roasting fire. Train soldoers by any means. Draw breath by any means. Vernietig elke Taaghoet. En steek jou brandende vuur op. Train soldaten op alle mogelijke manieren. Trek adem in op alle mogelijke manieren”en
waarbij verdachte op 23 augustus 2018 meerdere audiobestanden heeft geplaatst in voornoemde groepschat in de applicatie WhatsApp bevattende een of meerdere nasheeds, strijdliederen, en toespraken, waaronder:
“What a Victory for the One Who Truly Receives Martyrdom”, betreffende een uitgave uit 2014 van Ajnad Media, een officieel mediakanaal van IS bestaande uit een lofzang op de martelaren en een uitweiding over de beloning die de martelaren wacht in het Paradijs met onder andere de navolgende tekst:
“Wij hebben slimheid, boosheid”,betreffende een uitgave van Ajnad Media, een officieel mediakanaal van IS, bestaande uit onder meer een lied waarin de strijders worden bezongen en geprezen en wordt opgeroepen tot de strijd, de daden van de strijders zijn zichtbaar voor iedereen, met onder meer de navolgende teksten:
“Zeg, er is geen god dan God, oh nachtelijke gesprek van speren”,betreffende een uitgave van Ajnad Media, een officieel mediakanaal van IS, met onder meer de navolgende teksten
“In defence of the prophet phub”, waarin onder meer een preek is te horen voorzien van een Engelstalige ondertiteling waarin een anti Westerse boodschap wordt verspreid en het martelaarschap wordt verheerlijkt onder meer met de navolgende passage:
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9. Motivering van de straf
- Het psychologisch rapport Pro Justitia, opgemaakt door D. van Luijk, GZ-psycholoog en J. Volders, forensisch milieuonderzoeker, op 16 november 2020;
- het rapport van DJGB van 17 maart 2022;
- de adviesbrief van de Raad van 17 maart 2022.
de deskundigentot de volgende conclusie.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren,met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
deze werkstrafnietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene en bijzondere voorwaarden.
1 (één) jaaronder de algemene voorwaarde dat veroordeelde: