Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
op 31 december 2021 te Amsterdam een wapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (merk Crvena Zastava, model 70, kaliber 7.65mm br) met daarbij behorende patroonmagazijnen en munitie voorhanden heeft gehad;
op 31 december 2021 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12 gram hasjiesj, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
1. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.
- 1 STK Pistool (goednummer 6136861);
- 3 STK Munitie (goednummer 61368612);
- 1 STK Verdovende Middelen (goednummer 6136860).