ECLI:NL:RBAMS:2022:187
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake openbaarmaking inspectierapport IGJ door handelsvergunninghouders
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, Mylan Healthcare B.V., Mylan B.V. en Meda Pharma B.V., hebben bezwaar gemaakt tegen de openbaarmaking van een inspectierapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat betrekking heeft op leveringsproblemen met geneesmiddelen. Het inspectierapport, dat is opgesteld na een inspectiebezoek op 12 maart 2019, bevat bevindingen over de naleving van de Geneesmiddelenwet door de verzoekers. De verzoekers vorderden dat de openbaarmaking van het rapport werd tegengehouden, omdat zij vreesden dat het rapport zou leiden tot een bestuurlijke boete. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, oordelend dat er geen bestuurlijke boete was opgelegd en dat het inspectierapport niet onder de uitzonderingen van de openbaarmakingsverplichting valt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers geen zwaarwegende belangen hebben aangevoerd die de publicatie zouden kunnen tegenhouden. Bovendien is hen de mogelijkheid geboden om een schriftelijke reactie op het inspectierapport in te dienen, die samen met het rapport zal worden gepubliceerd. De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van de verzoekers tegen de openbaarmaking van het inspectierapport geen grote kans van slagen heeft en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.