Op 7 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen van een aanzienlijk bedrag aan contant geld, te weten € 464.090,00. De zaak kwam voort uit een politieactie op 26 december 2021, waarbij de broer van de verdachte werd gefouilleerd en illegaal vuurwerk werd aangetroffen. Tijdens de daaropvolgende doorzoeking van de woning van de broer, waar de verdachte ook aanwezig was, werden twee tassen met contant geld aangetroffen. De verdachte verklaarde dat dit geld van hem was en dat het afkomstig was uit de handel in autosleutels. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte over de herkomst van het geld niet concreet en verifieerbaar was, en dat er een witwasvermoeden bestond. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte € 464.090,00 had witgewassen, terwijl hij wist dat dit geld afkomstig was uit enig misdrijf. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 2 weken, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt.