1.18.Vanaf december 2021 tot begin 2022 is het gehuurde op last van de overheid opnieuw gesloten geweest.
2. [eiser 1] en [eiser 2] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad;
- voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst door middel van opzegging per
- Brasil Music Bar, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde, op straffe van een dwangsom;
- de huurprijs vast te stellen op € 59.573,71 per maand;
- Brasil Music Bar, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen een gebruiksvergoeding gelijk aan de huurprijs te voldoen na het einde van de huurovereenkomst tot aan de ontruiming;
- Brasil Music Bar, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de huurachterstand over de periode maart 2020 tot april 2021 van € 710.520,73;
- Brasil Music Bar, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 32.140,-- aan onverschuldigde betaling;
- Brasil Music Bar, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
3. [eiser 1] en [eiser 2] stellen hiertoe, kort gezegd, dat Brasil Music Bar is tekortgeschoten in de nakoming van de huurverplichtingen en dat zij op grond daarvan de huurovereenkomst terecht hebben opgezegd alsmede dat Brasil Music Bar uit hoofde van de huurovereenkomst gehouden is tot betaling van de achterstallige huurpenningen. Een beroep op artikel 6 van de aanvulling op de huurovereenkomst komt Brasil Music Bar volgens [eiser 1] en [eiser 2] niet toe. Verder zijn ingevolge de huurovereenkomst [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] , volgens hen, hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst en stellen zij dat Brasil Music Bar slechts € 7.860,-- in plaats van de afgesproken en aan haar ter beschikking gestelde € 40.000,-- aan de verbouwing heeft besteed, zodat de rest van het bedrag van € 32.140,-- onverschuldigd aan Brasil Music Bar is betaald.
4. Brasil Music Bar c.s. voert primair als verweer hiertegen aan dat sinds de overheid coronamaatregelen heeft opgelegd artikel 6 van de aanvulling op de huurovereenkomst wel van toepassing is. [eiser 1] en [eiser 2] hebben daaraan echter geen uitvoering gegeven, zodat zij thans in schuldeisersverzuim verkeren. De vorderingen tot ontbinding, ontruiming en tot betaling van huurachterstand moeten daarom reeds worden afgewezen. Verder heeft Brasil Music Bar c.s. aanvullend verweer gevoerd.
5. Op de stellingen van partijen wordt hieronder voor zover van belang nader ingegaan.
6. Zoals ook besproken tijdens de voorzetting van de mondelinge behandeling zal allereerst worden ingegaan op het debat van partijen over de vraag of artikel 6 van de aanvulling op de huurovereenkomst in de gegeven omstandigheden van toepassing is.
7. In artikel 6 is bepaald dat
“Indien zich lopende de huurovereenkomst bijzondere omstandigheden voordoen (grootschalige sluiting pand in Wallengebied of terreuraanslag e.d.) zullen partijen met elkaar in overleg treden over herziening van de huurprijs.”Uit de tekst van dit artikel volgt dat
“grootschalige sluiting pand in Wallengebied”en een
“terreuraanslag”voorbeelden zijn van
lopende de huurovereenkomst bijzondere omstandigheden. Dat dit een limitatieve opsomming betreft, zoals [eiser 1] en [eiser 2] stellen, volgt niet uit de tekst, omdat de afkorting
“e.d.”,dat “en dergelijke” betekent, aansluitend is opgenomen tussen de haakjes. Uit de laatste zin van artikel 6 volgt verder dat partijen alleen gebruik mogen maken van deze mogelijkheid als de omzet op jaarbasis minder dan € 1.6 miljoen bedraagt. Op grond hiervan is de conclusie dat uit
de tekstvan artikel 6 volgt dat dit artikel van toepassing is als een bijzondere omstandigheid zich voordoet, zoals bijvoorbeeld sluiting van het wallengebied of een terreuraanslag, ten gevolge waarvan de omzet van Brasil Music Bar is gedaald onder € 1,6 miljoen op jaarbasis.
8. Niet alleen de tekst speelt echter bij de uitleg van een bepaling uit een overeenkomst een rol, maar ook de bedoeling die partijen over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en hetgeen zij met betrekking tot deze bepaling redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. [eiser 1] en [eiser 2] stellen dat artikel 6 slechts is overeengekomen omdat in 2007 werd voorzien dat het wallengebied voor seksinrichtingen mogelijk zou kunnen worden gesloten en toentertijd sprake was van terreurdreiging. Verder stellen [eiser 1] en [eiser 2] dat artikel 6 alleen was bedoeld voor permanente wijzigingen van de situatie. Brasil Music Bar c.s. voert aan dat dit niet het geval was. Artikel 6 is volgens haar tot stand gekomen vanwege de extreem hoge huurprijs. Deze huurprijs is alleen op te brengen als het gehuurde te exploiteren is als seksinrichting én voldoende toeristen in het wallengebied aanwezig kunnen zijn. De op dat moment voorzienbare bijzondere en buiten de macht van Brasil Music Bar gelegen omstandigheden, die daaraan af zouden kunnen doen zijn opgenomen in artikel 6, maar het was volgens Brasil Music Bar c.s. juist ook de bedoeling om artikel 6 van toepassing te laten zijn bij andere, vergelijkbare omstandigheden, die op dat moment niet voorzienbaar waren, vandaar dat “e.d.” eraan is toegevoegd.
9. Nu [eiser 1] en [eiser 2] geen andere verklaring hebben gegeven voor de toevoeging van “e.d.” in artikel 6, kan niet worden geconcludeerd dat met de bijzondere omstandigheden alleen sluiting van het wallengebied of een terreuraanslag is bedoeld. Evenmin kan worden geconcludeerd dat deze bijzondere omstandigheden voorzienbaar of permanent zouden moeten zijn. Logischerwijs zijn alleen de voorzienbare omstandigheden als voorbeeld genoemd en ook van een terreuraanslag kan niet worden vastgesteld dat deze in alle gevallen permanente gevolgen zou hebben. Onbetwist is verder gebleven dat de hoge omzet van € 2,4 miljoen alleen kan worden behaald als in het gehuurde, naast een horecagelegenheid, een seksinrichting wordt geëxploiteerd, die bezocht kan worden door toeristen. Slotsom is dan ook dan ook dat [eiser 1] en [eiser 2] redelijkerwijs bij het overeenkomen van artikel 6 hadden moeten en kunnen verwachten dat Brasil Music Bar, wanneer zij door een (niet voorziene) van overheidswege opgelegde sluiting en/of ingrijpen van de overheid, buiten haar schuld, waardoor de toeloop van toeristen drastisch zou teruglopen en zij niet in staat zou zijn om in ieder geval € 1,6 miljoen per jaar aan omzet te behalen, een beroep toekomt op dit artikel. Nu een dergelijke omstandigheid zich evident heeft voorgedaan toen de overheid ten gevolge van de coronapandemie vanaf 15 maart 2020 verstrekkende maatregelen heeft genomen, waardoor het gehuurde buiten de schuld van Brasil Music Bar gesloten is geweest en de toeristenstroom als gevolg daarvan aanzienlijk is afgenomen, waardoor de omzet van Brasil Music Bar is gedaald onder € 1.6 miljoen per jaar, komt Brasil Music Bar dan ook een beroep op artikel 6 toe en hadden [eiser 1] en [eiser 2] aan de oproep daartoe van de gemachtigde van Brasil Music Bar bij brief van
1 mei 2020 binnen de gestelde termijn uitvoering moeten geven.
10. Hoewel daarvoor een termijn is gesteld tot 8 mei 2020, hebben [eiser 1] en [eiser 2] , ook na een tweede verzoek daartoe, tot op heden hieraan niet voldaan. Zij hebben weliswaar Nieuw-Nederland Makelaardij op 7 april 2021 een advies laten uitbrengen, maar artikel 6 schrijft voor dat bij geen overeenstemming tussen partijen over een aangepaste huurprijs de aangewezen wederzijdse makelaars een derde onafhankelijk makelaar dienen aan te wijzen die de aangepaste huurprijs vaststelt. Conclusie is dan ook dat [eiser 1] en [eiser 2] zo spoedig mogelijk een makelaar dienen aan te wijzen en dat vervolgens partijen de wederzijdse makelaars dienen te verzoeken een derde onafhankelijke makelaar te benoemen die de aangepaste huurprijs vaststelt. Daarbij zij opgemerkt dat in artikel 6 is bepaald dat uitgangspunt is dat de overeengekomen huurprijs redelijk is bij een gemiddelde jaaromzet van € 2,4 miljoen per jaar, waaruit volgt dat deze dus omzet gerelateerd is. Het lijkt daarom op zijn plaats om bij de vaststelling van de aangepaste huurprijs uit te gaan van de gelet op de bestemming mogelijk te behalen omzet (gedurende de coronamaatregelen dus) en niet van de huurprijs van horecagelegenheden in de buurt zonder de bestemming seksinrichting. Bovendien lijkt het op voorhand aangewezen om daarbij de door Brasil Music Bar ontvangen corona gerelateerde uitkeringen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) bij de omzet te betrekken.
11. Nu de uitkomst van de opdracht aan deze derde makelaar een rol speelt bij de beoordeling van de overige vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] worden de beslissingen op deze vorderingen aangehouden in afwachting van de vaststelling van de aangepaste huurprijs door de als derde aangewezen onafhankelijk makelaar. De zaak zal dan ook worden verwezen naar de rol om partijen in de gelegenheid te stellen hun verplichtingen uit hoofde van artikel 6 van de aanvulling op de huurovereenkomst na te komen. Zoals ter zitting is besproken zullen partijen de derde makelaar opdracht geven om uiterlijk over twee weken na vonnisdatum een rapport uit te brengen, waarop partijen uiterlijk vier weken later in deze procedure kunnen reageren of om doorhaling van de procedure kunnen vragen. De zaak wordt daarom verwezen naar de rol over zes weken.
I. verwijst de zaak naar de rol van maandag 16 mei 2022 voor uitlaten rapport van de makelaar, dan wel doorhaling;
II. houdt alle overige beslissingen aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar
uitgesproken op 4 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.