Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.De vordering van de benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
[slachtoffer 2]toe tot een bedrag van
€ 375,- (driehonderdvijfenzeventig euro)aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 april 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[slachtoffer 2]voornoemd.
[slachtoffer 2]aan de Staat € 375,- (driehonderdvijfenzeventig euro) aan vergoeding van immateriële schade te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 april 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
7 (zeven)dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.