ECLI:NL:RBAMS:2022:1702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
22/1573
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 31 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 14 maart 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om verplichte zorg voor de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 maart 2022, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. F.M.M.M. Vogels, en de officier van justitie mr. R. Willemsen aanwezig waren. Deskundigen E.P.K. Sikkens en W.M. Rouwenhorst, beiden psychiaters, werden ook gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke vormen van zorg, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is geldig tot en met 26 september 2022. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, in te stellen door een advocaat binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: 22/1573
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] ,
thans verblijvende in het [detentieplaats] ,
bijgestaan door mr. F.M.M.M. Vogels, advocaat te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 14 maart 2022 bij de rechtbank binnengekomen.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 7 maart 2022, opgesteld door E.P.K. Sikkens, psychiater;
  • het zorgplan van 24 februari 2022, opgesteld door W.M. Rouwenhorst, psychiater;
  • een aanvulling op de medische verklaring van 10 maart 2022, opgesteld door T. Gozoglu;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz van 8 maart 2022 van J.M.C. van Dam;
  • het NIFP-consult rechtspleging van 1 november 2021, opgemaakt in de strafzaak door M. Breij, psycholoog;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel;
  • de Pro Justitia-rapportage van 11 februari 2020, opgemaakt in een eerdere strafzaak door B.E.A. van der Hoorn, psychiater, en A.M. Vollebregt, arts in opleiding tot psychiater;
  • het reclasseringsrapport van 1 mei 2020, opgemaakt in een eerdere strafzaak door [naam ] , reclasseringswerker;
  • een aanvulling op het zorgplan van 15 maart 2022, opgesteld door T. Gozoglu.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 maart 2022 in de rechtbank Amsterdam.
1.4.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene, mr. F.M.M.M. Vogels;
  • de officier van justitie, mr. R. Willemsen;
  • de deskundigen E.P.K. Sikkens en W.M. Rouwenhorst, psychiaters (ter terechtzitting aanwezig via een telefoonverbinding).

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen. De aanwezigheid van een stoornis is onvoldoende onderbouwd. Deskundige Sikkens is niet tot een diagnose gekomen en deskundige Rouwenhorst heeft betrokkene kort via beeldbellen gesproken, hetgeen niets heeft opgeleverd. Zij baseren zich enkel op wat oude gegevens over betrokkene. Het feit dat betrokkene dwangmedicatie heeft gekregen en dat het nu beter met hem gaat, is geen steekhoudend argument. Betrokkene zit al maanden vast en dan zou er nu nog op basis van de beperkte vergaarde informatie ruimte moeten worden gecreëerd om tijdens een zorgmachtiging tot een diagnose te komen. Betrokkene is de dupe van het feit dat er te lang is gewacht met het starten van het zorgmachtigingstraject. Subsidiair heeft de advocaat van betrokkene aangevoerd dat de zorgmachtiging voor een kortere duur dan de verzochte zes maanden dient te worden toegewezen zodat in die tijd tot een diagnose kan worden gekomen.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige dsm-5 stoornissen (antisociaal gedrag door een volwassene).
4.2.
Wat namens betrokkene als verweer is aangevoerd maakt dit niet anders. Uit het zorgplan blijkt dat in 2020 bij betrokkene de diagnose schizofrenie is vastgesteld. Dit is een chronische ziekte. Ook nu zien de deskundigen verward en psychotisch gedrag bij betrokkene. De rechtbank is op basis daarvan dan ook van oordeel dat het feit dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis voldoende is onderbouwd.
4.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang.
4.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
4.6.
De hierna in de beslissing opgenomen verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend. De rechtbank zal aan het insluiten en het uit te oefenen toezicht een maximale duur van telkens veertien dagen verbinden.
4.9.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.
4.10.
Omdat de rechtbank dit noodzakelijk acht in verband met de veiligheid binnen de accommodatie, zal betrokkene worden geplaatst in een rijksinstelling voor forensische zorg of een private instelling voor de verpleging van terbeschikkinggestelden. De Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden is voor de duur van de opname in voornoemde instelling van overeenkomstige toepassing voor zover vermeld in artikel 6:4 lid 5.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
telkens maximaal 14 dagen
uitoefenen van toezicht op betrokkene
telkens maximaal 14 dagen
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
Omdat de rechtbank dit noodzakelijk acht in verband met de veiligheid binnen de accommodatie, zal betrokkene worden geplaatst in een rijksinstelling voor forensische zorg of een private instelling voor de verpleging van terbeschikkinggestelden. De Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden is voor de duur van de opname in voornoemde instelling van overeenkomstige toepassing voor zover vermeld in artikel 6:4 lid 5.
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van
6 (zes) maanden, te weten uiterlijk tot en met 26 september 2022.
Deze machtiging is op 31 maart 2022 gegeven door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. C.P.E. Meewisse en I. Timmermans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.L. Köhler, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.