ECLI:NL:RBAMS:2022:1701

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
22/1596
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 31 maart 2022, is een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging behandeld. Dit verzoek is ingediend door de officier van justitie op 14 maart 2022 en betreft een betrokkene, geboren in 1978, die momenteel verblijft in een detentieplaats. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 17 maart 2022 gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. S. Burmeister, de officier van justitie mr. A.L. Wagenaar en deskundige E.P.K. Sikkens aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, evenals middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Ondanks de bezwaren van de betrokkene en zijn advocaat, die aanvoerden dat er geen ernstige stoornis aanwezig is, concludeert de rechtbank dat de betrokkene verplichte zorg nodig heeft om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren en te herstellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke vormen van zorg zoals het toedienen van medicatie, medische controles, en toezicht op de betrokkene. De machtiging is uitvoerbaar bij voorraad en moet binnen twee weken na de dagtekening worden uitgevoerd. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en twee rechters, met de mogelijkheid voor beroep in cassatie bij de Hoge Raad binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: 22/1596
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboortelplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres verdachte] ,
thans verblijvende in de [detentieplaats]
bijgestaan door mr. S. Burmeister, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 14 maart 2022 bij de rechtbank binnengekomen.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 9 maart 2022, opgesteld door E.P.K. Sikkens, psychiater;
  • het zorgplan van 1 maart 2022, opgesteld door L. Stavenuiter, psychiater;
  • de Pro Justitia-rapportage van 15 februari 2022, opgemaakt in de strafzaak door J. van der Meer, psychiater;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz van 14 maart 2022 van M.A. Harfterkamp;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 maart 2022 in de rechtbank te Amsterdam.
1.4.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord:
  • betrokkene;
  • de advocaat van betrokkene, mr. S. Burmeister;
  • de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar;
  • de deskundige E.P.K. Sikkens, psychiater.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur daarvan heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen. Er is geen stoornis die leidt tot ernstig nadeel. Daarover is teveel onduidelijk. Volgens de opsteller van het zorgplan is er geen psychiatrische stoornis en dient er geen zorgmachtiging te worden afgegeven. Dit sluit aan bij het standpunt van betrokkene. Betrokkene vindt dat hij geen psychische problemen heeft en wil niet worden opgenomen. Wel erkent hij een probleem te hebben met het gebruik van alcohol, waarvoor hij hulp zou willen. De structuur van detentie en de abstinentie van middelen doen betrokkene zichtbaar goed. Het is opvallend dat er zo weinig bekend is, ook niet vanuit de behandeling van het ACT-team. De deskundige heeft ter zitting geen eenduidig antwoord gegeven op de vraag of er sprake is van een schizofreniepsychose of een drugspsychose. De eerdere psychose van betrokkene is zonder medicatie verholpen. De hobbel om te komen tot een zodanige stoornis waarvoor een zorgmachtiging passend en noodzakelijk is, kan niet worden genomen.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
4.2.
Wat namens betrokkene is aangevoerd maakt dit niet anders. De rechtbank is met de deskundige van oordeel dat bij betrokkene sprake is van een psychotische stoornis, maar dat op dit moment nog onduidelijk is welke stoornis hier exact aan ten grondslag ligt. Dit dient tijdens een (forensische) opname nader te worden onderzocht, waarbij de zorgmachtiging dient om onder andere op het gebied van medicatie verplichte zorg te kunnen bieden.
4.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.4.
Om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
4.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend. De rechtbank zal aan het insluiten en het uit te oefenen toezicht een maximale duur van telkens veertien dagen verbinden.
4.9.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboortelplaats] ( [geboorteland] ),
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
insluiten
telkens maximaal 14 dagen
uitoefenen van toezicht op betrokkene
telkens maximaal 14 dagen
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van
6 (zes) maanden, te weten uiterlijk tot en met 26 september 2022.
Deze machtiging is op 31 maart 2022 gegeven door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. I. Mannen en I. Timmermans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.L. Köhler, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.