3.4.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte [persoon 1] heeft verkracht en met de dood heeft bedreigd. De rechtbank komt tot dit oordeel op grond van de volgende bewijsmiddelen.
1.
Een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, met nummer 2020257614-4 van 6 december 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] (pag. 9-16).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Informatief gesprek met: [persoon 1] .
Datum en tijd gesprek: 6 december 2020 tussen 8:32 uur en 10:00 uur.
Ik [de rechtbank begrijpt: [persoon 1] ] heb het alarmnummer gebeld vanuit de woning van [verdachte] , een ex-relatie van mij. Ik besloot met hem weg te gaan om hem weer te zien. Ik heb hem gezegd via WhatsApp dat ik geen seks met hem wilde. Hij heeft daarmee ingestemd.
Ik was gisteren, 5 december 2020, rond 21:30 uur bij mijn moeder voor de deur. Hij kwam voorrijden met zijn eigen auto. We reden naar noord, naar zijn nieuwe huis. Hij begon ook steeds meer te drinken en werd lacherig en gezellig. Ik was zelf in een gezellige bui. Veel praten en ook lachen. Op een gegeven moment had ik er genoeg van. Hij sloeg helemaal om en kreeg een bepaalde blik in zijn ogen. Hij zei ook: “Als je nu weggaat, maak ik je dood”. Ik dacht ook echt dat hij het meende. Ik herkende die blik van boos worden in zijn ogen. Ik weet dat als hij zegt dat hij iets gaat doen, en je spreekt hem tegen, dat hij agressief gaat worden. Ik schrok heel erg en zei nog een keer dat ik weg wilde. Toen ik zag dat hij die duistere blik kreeg, en ik wilde geen klappen krijgen, dacht ik dat ik mee zou doen. Alles wat ik zei was gevaarlijk. De leuke avond was helemaal weg.
Op een gegeven moment wilde hij bij me op de bank liggen. Ik zei dat ik alleen op de bank wilde blijven liggen. Hij begon mij aan te raken. Hieruit maakte ik wel op dat hij meer wilde dan alleen maar aanraken. Hij raakte mijn borsten en billen aan. Ook mijn buik streelde hij. Dit gebeurde eerst over mijn kleding heen en later ook onder mijn kleding. Ik heb dat laten gebeuren en wist hoe laat het was. Ik bedacht mij dat als ik er tegenin zou gaan, dat hij laaiend zou worden. Dat was geen optie voor mij op dat moment. Ik was doodsbang dat hij echt zou doen wat hij zei. Hij zei bijvoorbeeld dat ik klappen zou krijgen of dat hij mij over de reling zou gooien of dood zou maken.
De seks vond op de bank in de woonkamer plaats. Mijn broek is helemaal uitgedaan. Dat heeft hij gedaan. Mijn onderbroek half uit. Ook dit heeft hij gedaan. Hij heeft mij vaginaal gepenetreerd en is met zijn vingers in mijn vagina geweest. Hij is uiteindelijk klaargekomen. Het duurde te lang en toen ben ik even weggelopen naar de wc om te plassen. Hij kwam achter mij aan en hij zei dat hij er niet klaar mee was. In de badkamer zijn we verder gegaan.
Bij dit proces-verbaal zijn als bijlage gevoegd schermafdrukken van WhatsApp-berichten met ‘ [verdachte] ’,die onder meer inhouden, zakelijk weergegeven:
(21:09)
Ik kom gewoon om te chillen en gezellig toch
Jaa zeker
(…)
Gewoon chillen toch gezellig
(21:10)
Hoop het
Aub geen drama hahahaha
Nee sowieso niet
Maar daarom vraag ik je nu
Beter toch
Gewoon relaxed
Chillen
(21:11)
Jaaa zeker ben lekker leuk
Ja maar niet opdringen ofzo toch
(…)
Jaa
Lekker chillen girl
(…)
Oke is goed
(…)
(21:15)
Maar luister
Even serieus
Ik ga niet met je ballen
Oke?
Is goed
Ga je komen
Ja als je gewoon relaxed bent
2.
Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2020257614-13, van 7 december 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door [opsporingsambtenaar 3] (pag. 38-40).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Vraag verbalisant: Heeft [verdachte] toen zijn stemming omsloeg jou ergens mee bedreigd?
Antwoord [persoon 1] : Ja, toen ik naar huis wilde gaan, sloeg het om in zijn gezicht en hij zei: “je gaat helemaal nergens naartoe ik doe je wat of ik vermoord je of iets in die trant”.
3.
Een proces-verbaal 1e verhoor verdachte [verdachte], met nummer 20202576146, van 6 december 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3] (pag. 40A-40F).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb [persoon 1] op 5 december 2020 rond 21:30 uur opgehaald. We zijn naar mijn huis gegaan. We hebben seks gehad. Ze had van te voren gezegd dat er geen seks zou zijn.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2020257614-16, van 8 december 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door [opsporingsambtenaar 4] (pag. 81-84).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik heb de geluidsopname van de 112-melding van 6 december 2012 6:06 uur van [persoon 1] , locatie [locatie] beluisterd en uitgewerkt.
Centralist Meldkamer (C): Meldkamer politie, wat is het adres van het noodgeval?
Melder (M): (Fluistert) &. (nvt) & Amsterdam-Noord & (nvt)
C: Mevrouw, ik kan u echt niet verstaan.
(…)
C: Maar waarom, waarom fluistert u zo?
M: (Fluistert) Omdat ik in gevaar ben, als ik te hard praat.
(…)
M: Ik ben in een woning maar ik kan niet weg.
(…)
C: (…) Hé, maar waarom ben je zo bang?
M: (Fluistert) omdat ik al meerdere keren ben bedreigd.
(…)
C: Oké, en waarmee bedreigde hij je dan mee?
M: (Fluistert) met de dood.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2020257614-3, van 6 december 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 5] en [opsporingsambtenaar 6] (pag. 5-6).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Op 6 december 2020 omstreeks 6.05 kregen wij de melding om te gaan naar de [adres] . Ter plaatse zag ik, [opsporingsambtenaar 5] , dat de centrale toegangsdeur werd geopend door een vrouw met tranen in haar ogen. Deze vrouw gaf later op te zijn genaamd [persoon 1] .
Wij hoorden vervolgens dat de vrouw ons verklaarde:
Ik ben net uit de woning gekomen. Ik ben met de dood bedreigd. Ik was bij mijn ex-vriend. Hij was heel agressief en zei dat hij mij dood zou maken als ik weg zou gaan uit de woning. Ik ben ook door hem verkracht. Ik heb in ieder geval seks met hem gehad. Maar dit heb ik gedaan omdat ik zo bang was dat hij mij anders zou vermoorden als ik het niet deed.
Tijdens het vertellen van bovenstaande zagen wij dat [persoon 1] meerdere malen in huilen uit barstte.
Bewijsoverweging
De rechtbank leidt uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen het volgende af. Verdachte heeft in de nacht van 5 op 6 december 2020 in zijn woning in Amsterdam seks gehad met [persoon 1] . [persoon 1] wilde dit niet, maar durfde niet tegen verdachte in te gaan omdat zij bang was voor verdachte vanwege de door hem geuite doodsbedreigingen en de omslag in zijn stemming.
De verklaring van [persoon 1] wordt op dit punt in voldoende mate ondersteund door de andere bewijsmiddelen. De rechtbank leidt uit het WhatsApp-gesprek af dat [persoon 1] kort voordat zij door verdachte werd opgehaald, aan hem duidelijk heeft gemaakt dat zij geen seks met hem wilde, dat zij niet met hem wilde ‘ballen’. Verdachte heeft hier ook expliciet mee ingestemd. Ook blijkt uit het WhatsApp-gesprek dat [persoon 1] verdachte heel duidelijk wilde maken dat hij relaxed moest zijn en zich niet aan haar moest opdringen.
Uit de gesprekken met de politie (de 112-melding en het gesprek met de verbalisanten ter plaatse) blijkt ook dat [persoon 1] bang en emotioneel was. Dit biedt zowel steun aan haar verklaring over de geuite doodsbedreigingen als over de als gevolg van die doodsbedreigingen door haar ondergane seks. De gesprekken met de 112 meldkamer en de politie weerspreken ook het door de verdediging geopperde scenario dat [persoon 1] na het genoemde WhatsApp-gesprek door de drank, gezelligheid en muziek van gedachten is veranderd en toch seks wilde met verdachte.
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte het huilen en/of sniffen van [persoon 1] heeft genegeerd, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte dit heeft waargenomen. De rechtbank zal verdachte van dit specifieke onderdeel van de tenlastelegging van feit 1 vrijspreken.