In deze zaak heeft eiseres op 16 februari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Amsterdam heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst op 25 januari 2022 de ingebrekestelling van eiseres heeft ontvangen. Eiseres heeft meer dan twee weken later beroep ingesteld, waardoor het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, te rekenen vanaf 8 februari 2022 tot en met 22 maart 2022. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op het verzoek van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een verlenging van de beslistermijn rechtvaardigen tot twaalf weken, te rekenen vanaf de aanvang van de behandeling van het dossier. Daarnaast is verweerder een dwangsom van € 100,- verschuldigd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres is in de proceskosten van € 569,25 vergoed.