7.3.Oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van drie weken schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin door haar voortdurend berichten en filmpjes te sturen en door haar op te zoeken bij haar woning en haar school. Als gevolg van het handelen van verdachte heeft zijn ex-vriendin last gehad van gevoelens van onveiligheid. Met zijn handelen heeft verdachte een inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van ambtenaren door hen in het gezicht te spugen en bedreigende woorden te uiten. Uit de ingediende vorderingen tot schadevergoeding komt naar voren dat zij bang zijn geweest voor een besmetting met het coronavirus. Verdachte heeft met zijn gedrag getoond dat hij geen respect heeft voor het openbaar gezag. Bovendien heeft verdachte met zijn handelen een inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van de ambtenaren.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte, waaruit naar voren komt dat dit niet de eerste keer is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en bedreiging. In februari 2020 is aan verdachte – onder andere vanwege belaging en bedreiging van een eerdere ex-vriendin – een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden opgelegd. Op 22 december 2021 is deze veroordeling onherroepelijk geworden. Daarnaast is verdachte begin december 2020 – onder andere vanwege bedreiging – veroordeeld tot een deels voorwaardelijke taakstraf, met bijzondere voorwaarden. Ten tijde van de bewezenverklaarde feiten in deze strafzaak was de proeftijd van deze eerdere veroordelingen nog niet voorbij.
Advies van de psycholoog en psychiater
Uit de onder 6 genoemde Pro Justitia rapportages en het verhandelde ter terechtzitting maakt de rechtbank het volgende op.
Verdachte ervaart snel gevoelens van spanning, verdriet of hopeloosheid, waardoor er weinig voor nodig is om hem te krenken. Onder stressvolle omstandigheden heeft verdachte de neiging om impulsief te reageren. Vanuit een verstoorde agressieregulatie kan verdachte een dreigende houding aannemen. Verdachte mist de vaardigheden om zijn emoties te reguleren en zelfstandig zijn gedrag aan te passen. Verdachte is gemotiveerd voor een klinische behandeling en begeleiding door de reclassering. Hij heeft echter slechts beperkt inzicht in zijn ziektebeeld en zijn motivatie tot gedragsverandering is wisselend. Verdachte legt de verantwoordelijkheid voor zijn daden grotendeels buiten zichzelf.
Het risico op recidive ten aanzien van belaging wordt door de psycholoog en psychiater ingeschat als hoog. In het kader van belaging is de kans verhoogd dat verdachte zich dreigend zal uitlaten of anderen onder druk zal zetten. Zoals blijkt uit het bewezenverklaarde kunnen gevoelens van frustratie bij verdachte leiden tot delictgedrag.
Volgens de psycholoog en psychiater is behandeling in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden, die in aanvang plaatsvindt binnen een klinische setting, noodzakelijk om het risico op recidive in te perken. Binnen een klinische setting, zoals een Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK ), kan de behandeling eerst worden gericht op de aanpak van de gedrags- en psychiatrische problematiek van verdachte. Meer specifiek zal aandacht worden besteed aan zijn antisociale opvattingen en overtuigingen. Ook zal de behandeling zijn gericht op zijn beperkte probleemoplossende vaardigheden, zijn zelfbeeld en de wijze waarop hij contact aangaat met anderen. Wanneer sprake is van meer stabiliteit op effectief, gedragsmatig en cognitief vlak kan worden toegewerkt naar het opbouwen van een stabiele leefsituatie.
In het kader van een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden is gebleken dat verdachte niet in staat is om zich aan afspraken te houden. Een gevangenisstraf als stok achter de deur weerhoudt verdachte niet van het plegen van strafbare feiten. Indien behandeling in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden niet effectief blijkt te zijn, vormt behandeling in het kader van een tbs-maatregel met dwangverpleging een geschikt alternatief.
Advies van de reclassering
Ter terechtzitting van 4 januari 2022 is reclasseringsmedewerker mevrouw K. Holterman telefonisch gehoord. Zij heeft benadrukt dat het meest geschikte behandelkader aan verdachte kan worden geboden bij een tbs-maatregel met voorwaarden. De behandeling zal in aanvang klinisch moeten plaatsvinden binnen de beveiligde setting van een tbs-kliniek. Enkel een ambulant behandelkader wordt onvoldoende geacht om bij verdachte de stabiliteit en behandeltrouw te bewerkstelligen die noodzakelijk is voor het verminderen van het recidiverisico. Een probleem is hierbij niet een verzet tegen behandeling, maar een onvermogen zich consequent aan afspraken te houden binnen een ambulant behandelkader. Bij verdachte ontbreken de vaardigheden die nodig zijn om een ongetwijfeld frustrerend vrijwillig behandelproces aan te gaan en vol te houden.
Bij een bewezenverklaring van de tenlastegelegde belaging heeft de reclassering in een adviesrapport van 14 december 2021 geadviseerd om een tbs-maatregel op te leggen met de volgende aanvullende voorwaarden: een opname in een FPK aansluitend aan de huidige detentie van verdachte, eventueel inname van medicatie, ambulante behandeling na afloop van de klinische opname, meewerken aan het vinden en behouden van dagbesteding en huisvesting (ook als dat begeleid wonen inhoudt), openheid geven over financiën en meewerken aan een schuldhulpverleningstraject, een drugs- en alcoholverbod, meewerken aan controles op dat verbod en openheid geven over zijn sociale netwerk en relaties. Geadviseerd wordt om deze voorwaarden en het toezicht ook dadelijk uitvoerbaar te verklaren, zodat de behandeling en begeleiding ook doorgang kan vinden in het geval dat een veroordelend vonnis niet onherroepelijk is.
Verdachte heeft zich bereid getoond om zich te houden aan deze voorwaarden en de reclassering kan het toezicht over deze voorwaarden uitoefenen.
Door de Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) is een indicatiestelling afgegeven voor een klinische plaatsing. Verdachte is door de Divisie Individuele zaken (DIZ) voorgedragen voor plaatsing bij [naam 1] en is daar geaccepteerd. Verdachte kan hier met ingang van
24 januari 2022worden opgenomen.
Motivering van de tbs-maategel met voorwaarden
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten om een tbs-maatregel op te leggen (artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht en verder):
- verdachte is onderzocht door een psychiater en psycholoog, die hebben vastgesteld dat tijdens het begaan van de bewezenverklaarde belaging bij verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
- belaging is een misdrijf, zoals genoemd in artikel 37a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- verder is gebleken dat verdachte onder invloed van de bij hem vastgestelde stoornissen een gevaar vormt voor anderen.
De rechtbank is op basis van de behandeling ter terechtzitting, de inhoud van de Pro Justitia rapportages en de adviesrapportage van de reclassering overtuigd geraakt van de noodzaak van behandeling die in aanvang plaatsvindt in een klinische setting in het kader een tbs-maatregel met voorwaarden, zodat de kans op recidive kan worden teruggedrongen. Een dergelijke behandeling kan, in ieder geval in eerste instantie, alleen plaatsvinden binnen een klinische setting, zoals een FPK. Nu verdachte zich eerder – bij oplegging van een voorwaardelijke straf – niet aan de voorwaarden heeft gehouden, komt de rechtbank tot de conclusie dat slechts een tbs-maatregel met voorwaarden het recidiverisico tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau kan terugbrengen. De rechtbank is van oordeel dat de aard en ernst van het feit, het hoge recidiverisico, de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen oplegging van een tbs-maatregel met voorwaarden eisen. Dit is ook vanuit het behandelperspectief voor verdachte het meest passend. De rechtbank zal daarom voor de onder 1 bewezenverklaarde belaging overgaan tot oplegging van een tbs-maatregel met daaraan verbonden – naast de standaard voorwaarden – de door de reclassering geadviseerde aanvullende voorwaarden.
Voorwaardelijk verzoek
Het voorwaardelijk verzoek van de raadsvrouw om – indien de rechtbank heeft beslist om over te gaan tot oplegging van een tbs-maatregel met voorwaarden – de behandeling van de zaak aan te houden, wordt afgewezen. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht over de persoon van verdachte en ziet geen aanleiding om overeenkomstig het verzoek van de raadsvrouw de voorlopige hechtenis te schorsen zodat verdachte zich gedurende een periode van zes maanden kan bewijzen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal bepalen dat de tbs-maatregel dadelijk uitvoerbaar zal zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte – zonder de juiste behandeling en begeleiding – opnieuw een strafbaar feit zal plegen. Het is van belang dat de klinische behandeling direct wordt aangevangen en dat een periode zonder behandeling en toezicht – die er zou kunnen zijn in geval van het instellen van hoger beroep – wordt vermeden.
Gemaximeerde tbs-maatregel
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de totale duur van de tbs-maatregel is beperkt tot vier jaar.
Geen straf- of maatregel
De rechtbank acht het niet opportuun om voor de bewezenverklaarde belaging, naast de tbs-maatregel met voorwaarden, ook een gevangenisstraf op te leggen. Om die reden zal de rechtbank verdachte ook geen straf of maatregel opleggen terzake de bewezenverklaarde bedreigingen, maar verdachte schuldig verklaren zonder oplegging van een straf of maatregel.