Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser] , handelend onder de naam Anti Incasso
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- het proces-verbaal van het mondeling antwoord;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
is in persoon verschenen vergezeld door mr. D.S. van Boven die hem bij deze gelegenheid als gemachtigde bijstond. Ook [gedaagde] is in persoon verschenen maar werd door niemand bijgestaan.
Partijen hebben hun standpunten nader uiteengezet, [eiser] mede door ter zitting overgelegde pleitaantekeningen. Ook hebben partijen vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken.
[gedaagde] heeft ter zitting nog een productie (een vaststellingsovereenkomst van 6 september 2018) ingediend.
De zaak is uiteindelijk aangehouden voor minnelijk overleg.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Vordering en verweer
verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van:
- € 4.240,- aan hoofdsom;
- € 524,95 aan buitengerechtelijke kosten;
- € 282,93 aan wettelijke rente berekend tot en met 23 november 2021;
- de proceskosten.
Beoordeling
consument heeft te gelden, dient de kantonrechter ambtshalve te toetsen of voorafgaand
aan en bij de totstandkoming van de overeenkomst op afstand aan de wettelijke
informatieverplichtingen als bedoeld in afdeling 2B, titel 5 van boek 6 BW (in werking
sinds 13 juni 2014) is voldaan, alsmede of er een beroep wordt gedaan op
oneerlijke bedingen.
informatieverplichtingen jegens de consument zijn nageleefd, is de vordering niet
toewijsbaar (zie Hoge Raad 12-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1677, r.o. 3.1.17). Daarvan
is in dit geval sprake nu de dagvaarding geen enkele stelling bevat over de wettelijke
naleving daarvan wijzen. Aan een ambtshave toetsing van deze verplichtingen wordt
vordering wordt afgewezen.