Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek op de zitting
2.De beschuldiging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.De benadeelde partijen
- de partner van de overledene die een gezamenlijke huishouding voerde;
- de ouder van de overledene alsmede de kinderen van de overledene;
- degene die duurzaam in gezinsverband de zorg voor de overledene had of voor wie de overledene ten tijde van de gebeurtenis duurzaam in gezinsverband de zorg had;
- diegene die ten tijde van de gebeurtenis in een zodanige nauwe persoonlijke relatie tot de overledene stond dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien dat deze als naaste dient te worden aangemerkt.
8.De toegepaste wetsartikelen
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
15 (vijftien) jaar.
benadeelde partij [benadeelde partij 1]toe tot een bedrag van € 17.500,- (zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële (affectie-) schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2021 tot aan de dag der voldoening.
benadeelde partij [benadeelde partij 2]toe tot een bedrag van € 124.200,- (honderdvierentwintigduizend en tweehonderd euro) aan vergoeding van materiële schade en € 20.000,- (twintigduizend euro) aan vergoeding van immateriële (affectie-) schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2021 tot aan de dag der voldoening.
benadeelde partij [benadeelde partij 3]toe tot een bedrag van € 4.800,- (vierduizend en achthonderd euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2021 tot aan de dag der voldoening.
benadeelde partij [benadeelde partij 5]toe tot een bedrag van € 7.000,- (zevenduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2021 tot aan de dag der voldoening.
[benadeelde partij 4]niet-ontvankelijk in zijn vordering.