ECLI:NL:RBAMS:2022:1359

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
22 maart 2022
Zaaknummer
AMS 21/1635
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzettingen van exploitatievergunningen voor passagiersvaart in Amsterdam

Op 22 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de bodemzaak tussen Boaty B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, met zaaknummer AMS 21/1635. De zaak betreft de omzetting van exploitatievergunningen voor passagiersvaart van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op 4 juni 2020 de exploitatievergunning van Boaty B.V. ambtshalve heeft gewijzigd in een vergunning voor bepaalde tijd voor verschillende vaartuigen, met einddata variërend van 2024 tot 2028. Boaty B.V. heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door het college op 10 februari 2021. Hierop heeft Boaty B.V. beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de regiezitting op 22 april 2021 zijn afspraken gemaakt over het verloop van de procedure. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gehouden van 16 tot en met 30 november 2021, waarbij Boaty B.V. werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De rechtbank heeft de gezamenlijke standpunten van Boaty B.V. en andere reders behandeld in één uitspraak, waarbij de rechtbank oordeelde dat de omzetting van de vergunningen niet in strijd is met het recht. De rechtbank heeft de individuele beroepsgronden van Boaty B.V. beoordeeld, waarbij werd gesteld dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de specifieke kenmerken van de onbemande passagiersvaart. De rechtbank concludeerde dat de omzetting van de vergunningen niet onredelijk was en dat er geen sprake was van discriminatoir beleid. Het beroep van Boaty B.V. werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/1635

uitspraak van de meervoudige kamer van 22 februari 2022 in de zaak tussen

Boaty B.V., te Amsterdam, eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigden: mr. J. Bootsma, mr. S. van Heukelom-Verhage, mr. B.S. Jaasma en
mr. M. de Wit).

Procesverloop

Bij besluiten van 4 juni 2020 (de primaire besluiten) heeft verweerder de exploitatievergunning van eiseres ambtshalve gewijzigd in een vergunning voor bepaalde tijd voor de vaartuigen:
-10 fluisterboten met als einddatum 1 maart 2028;
-10 fluisterboten met als einddatum 1 maart 2026;
-10 fluisterboten met als einddatum 1 maart 2024;
-10 solarboaty’s met als einddatum 1 maart 2024.
Bij besluit van 10 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft in deze zaak en de zaken genoemd in de bijlage bij deze uitspraak een regiezitting gehouden op 22 april 2021, waarbij met partijen afspraken zijn gemaakt over het verloop van de procedure.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden van dinsdag 16 november 2021 tot en met 30 november 2021 in deze zaak en de zaken genoemd in de bijlage. [1] De zaken zijn gezamenlijk behandeld. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek in alle zaken gesloten. Eiseres is daar vertegenwoordigd door [naam 1] . Verweerder (hierna: het college) heeft zich laten vertegenwoordigen door bovenstaande gemachtigden.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Conclusie

1. De rechtbank stelt eiseres
niet in het gelijk.
2. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gelijktijdig behandeld met de beroepen van andere Amsterdamse reders voor passagiersvaart. [2] Al deze reders komen op tegen de omzetting van hun exploitatievergunning passagiersvaart van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd. De reders hebben een aantal beroepsgronden gezamenlijk ingediend en tijdens de behandeling hebben de reders ook over en weer naar elkaars standpunten verwezen. De rechtbank heeft er voor gekozen de gezamenlijke standpunten te bespreken en te beoordelen in één enkele uitspraak. Bij uitspraak van 22 februari 2022 [3] heeft de rechtbank geoordeeld dat de omzetting van de exploitatievergunning van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd niet in strijd is met het geschreven of ongeschreven recht. Voor alle gezamenlijke gronden en het oordeel daarover, verwijst de rechtbank naar die uitspraak. De uitspraak is bijgevoegd en maakt onderdeel uit van deze uitspraak. [4]
3. In deze uitspraak zal de rechtbank ingaan op de individuele gronden van eiseres. Eiseres heeft op 13 april 2021 gronden van beroep ingediend en deze op 11 november 2021 aangevuld. De aangevoerde gronden komen in wezen overeen met die in de hiervoor aangehaalde uitspraak van 22 februari 2022. Voor zover er verschillen zijn overweegt de rechtbank als volgt.

Feiten en omstandigheden

4. Bij de omzetting van de vergunningen van eiseres is het college uitgegaan van de volgende gegevens:
10 vaartuigen in segment onbemand met als uitgiftedatum van de vergunning 21 april 2006;
10 vaartuigen in segment onbemand met als uitgiftedatum van de vergunning 27 juni 2012;
10 vaartuigen in segment onbemand met als uitgiftedatum van de vergunning
23 februari 2015. Deze uitgiftedatum is gewijzigd omdat eiseres de vergunning niet eerder had ontvangen;
10 vaartuigen in segment onbemand met als uitgiftedatum van de vergunning 15 maart 2018.

Individuele beroepsgronden

5.1
Volgens eiseres heeft het college onvoldoende aandacht besteed aan de specifieke kenmerken van het segment, onbemande passagiersvaart. Dit segment helpt meer om gemeentelijke doelstellingen te bereiken, dan dat het in negatieve zin bijdraagt aan door de gemeente ervaren problemen.
5.2
De rechtbank verwijst naar hetgeen overwogen in de uitspraak van 22 februari 2022. [5] In die uitspraak heeft de rechtbank onder meer geoordeeld dat ook de reders van onbemande boten zich richten op bezoekers en dat sprake zal zijn van een waterbedeffect als er geen volumebeleid komt voor specifieke groepen.
6.1
Eiseres voert aan dat de reders met onbemande vaartuigen onnodig en onevenredig hard worden getroffen. De helft van de vergunningen van eiseres wordt in de eerste tranche ingetrokken. Dat is geen ‘eerlijke verdeling van de pijn’, die het college zegt na te willen streven. Het college beargumenteert dat het verlies van een dergelijk hoog percentage bij reders met vergunningen in het segment groot niet past bij de doelstellingen. Diezelfde argumenten gaan ook op voor het segment onbemand waartoe eiseres behoort. Kortom, er sprake van discriminatoir beleid.
6.2
Het college brengt hiertegen in dat ook vergunninghouders met vaartuigen in het segment onbemand worden beschermd door de regel dat er een maximum aantal om te zetten vergunningen per vergunninghouder per tranche in een segment zal aflopen. Voor alle segmenten, dus ook voor het segment onbemand, is dezelfde systematiek gebruikt om de omzetting voor een reder te spreiden over de tranches. Daarbij gaat de vergelijking met de
situatie in het segment bemand groot niet op, omdat er in dat segment vergunninghouders zouden zijn die – zonder aanpassingen – al hun vergunningen in de eerste tranche zouden verliezen. Dat is bij eiseres niet het geval. Van een onevenredige situatie voor eiseres is dus geen sprake. Ook de onbemande vaart als geheel wordt niet onevenredig benadeeld, aangezien gemiddeld slechts 25% van de vergunningen voor onbemande vaart in de eerste tranche wordt omgezet.
6.3
De rechtbank overweegt dat uit de Beleidsregel omzetting [6] volgt dat wijzigingen per reder zoveel mogelijk worden gespreid over de tranches. Voor iedere vergunninghouder met twee of meer vergunningen geldt de regel inzake het maximaal aantal om te zetten vergunningen. De Beleidsregel omzetting biedt geen aanknopingspunt voor de stelling van eiseres dat de onbemande vaart als geheel onevenredig wordt benadeeld. De omstandigheid dat de helft van de vergunningen van eiseres wordt omgezet komt doordat ingevolge de Beleidsregel omzetting oude vergunningen eerder aflopen eerder dan nieuwe vergunningen en doordat eiseres twee relatief oude vergunningen heeft als gekeken wordt naar vergunningen binnen het segment onbemand. Deze vergunningen zijn uitgegeven op
21 april 2006 en 27 juni 2012. Niet is aannemelijk gemaakt dat de omzetting in het geval van eiseres onredelijk uitpakt. De rechtbank betrekt daarbij dat eiseres lang gebruik heeft kunnen maken van deze vergunningen.

Conclusie

7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, voorzitter, mr. M.F. Ferdinandusse en mr. S.D. Arnold, leden, in aanwezigheid van mr. J.C.E. Krikke en mr. T. van Soldt, griffiers
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorz
BIJLAGE 1 – OVERZICHT ZAAKNUMMERS

Gemachtigde: Adviesburo Monster, mr. J. Monster

21/776
[naam 2]
21/777
Arviro b.v. en B.S.V. Amsterdam
21/778
Demi Trading B.V.
21/779
De Rederij c.v.
21/780
[naam 3]
21/781
Flagship Amsterdam V.o.f.
21/782
Indysign B.V.
21/783
Luxe Boten B.V.
21/784
Rederij Mokum B.V.
21/785
Mokumboot B.V.
21/786
Mokumboot B.V.
21/787
Rederij Friendship v.o.f.
21/788
[naam 4]
21/799
R.K. Management Beheer B.V.
21/790
Starboard Boats B.V.
21/791
[naam 5]
21/792
[naam 6]
21/793
[naam 7]

Gemachtigde: AKD, mr. E. Dans

21/1701
Stromma Holland B.V.
Stromma Nederland B.V.
Canal Bus B.V.
Canal Rondvaart B.V.
Meijers Rondvaarten B.V.

Gemachtigde: jhr. mr. A.R.Ph. Boddaert

21/1502
[naam 8]

Gemachtigde Van Doorne N.V., mr. C.W. Kniestedt, mr. A. Vegt

21/1699
Reederij P. Kooij B.V.
Reederij E.E. Plas B.V.
Beleggingsmaatschappij P. Kooij B.V.
[naam 9]

Gemachtigde: Duijn Bloem Voss Advocaten, mr. M.S.F. Loor

21/1767
Amsterdam Sloep Huur V.o.f.

Gemachtigde: LNW advocaten, mr. P.A. Willemsen

21/845
[naam 10]
21/846
[naam 11]
21/847
[naam 12]
21/848
[naam 13]
21/849
Sinta B.V.
[naam 14]
[naam 15]
[naam 16]
[naam 17]
[naam 18]
[naam 19]

Gemachtigde: ngnb advocaten, mr. A.B. Blomberg

21/1695
[naam 20]

Gemachtigde: mr. P. Nicolaï

21/1642
Amsterdam Boat Events B.V.
21/1643
[naam 21]
21/1644
Rederij Amsterdam B.V.
Amsterdam Boats B.V.
RAAB B.V.
21/1645
[naam 22]
Adeline B.V.
Salonboot Dame van Amstel B.V.
Emmerik & Vellekoop Holding B.V.
21/1646
Rederij Belle B.V.
21/1647
Smidtje Holding B.V.
21/1648
Smidtje Beheer B.V.
21/1649
[naam 23]
21/1650
[naam 24]
[naam 25]
21/1651
De Kleijn Amsterdam B.V.
CBD
21/1652
J. Klarenbeek h.o.d.n. Jasmijn Rondvaart
21/1653
De Muze B.V.
CBD Holding
21/1654
[naam 26]

Gemachtigde: mr. C. Post

21/1523
[naam 27]

Gemachtigde: Six Advocaten, mr. I. van den Berg

21/1447
[naam 28]
21/1448
V.O.F. JoMart
21/1449
[naam 29]
21/1450
[naam 30]
21/1452
Rederij Aemstelland B.V.
21/1453
Paradis Private Boat Tours B.V.
21/1454
Amsterdamse Salonboot Rederij B.V.
21/1456
[naam 31]
21/1457
[naam 32]
21/1459
[naam 33]
21/1460
[naam 34]
21/1461
[naam 36]
21/1462
[naam 37]
21/1463
De Wolfsburght B.V.

Gemachtigde: Stek Advocaten, mrs. R. Elkerbout, Z. van den Bosch en L. Bremmer

21/1364
[naam 38]
[naam 39]
Rederij Nassau B.V.
[naam 40]
Amsterdam bootverhuur B.V.
[naam 41]

Gemachtigde: Wieringa Advocaten, mrs. S. Levelt en L. Tellegen

21/1737
[naam 42]
Smidtje Exploitatie B.V.
New Orange B.V.
Rederij Lovers B.V.
21/1307
Boat2Go B.V.

Procedeert zelf

21/1770
Sloepdelen B.V.
Adam’s Boats B.V.
21/1635
Boaty B.V.
BIJLAGE 2 – UITSPRAAK VAN 22 FEBRUARI 2022

Voetnoten

1.Zie bijlage 1.
2.Voor een overzicht van alle zaaknummers, zie bijlage 1.
4.Zie bijlage 2.
5.ECLI:NL:RBAMS:2022:563, rechtsoverwegingen 22.1 tot en met 22.5.2.
6.Artikel 5 van de Beleidsregel omzetting vergunning passagiersvaart van 14 januari 2020 (Gemeenteblad 2020, 8649)