Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer vordering tul: 13/211662-20
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
van 24 januari 2022, waaruit blijkt dat verdachte op 23 oktober 2020 door de kinderrechter is veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 30 uur subsidiair 15 dagen jeugddetentie wegens het plegen van een straatroof en dat hij op 25 januari 2021 door de kantonrechter is veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 40 uur subsidiair 20 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden wegens het overtreden van de Leerplichtwet 1969. Van laatstgenoemde straf vordert de officier van justitie thans de tenuitvoerlegging.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
het bewezenestrafbaar.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
jeugddetentie van 3 (drie) maanden.
2 (twee) maanden, van deze jeugddetentie
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden.
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit en onder de
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- meewerkt aan behandeling en/of/begeleiding van (de) IFA(-coach) dan wel een soortgelijke instelling,
- meewerkt aan de behandeling van De Waag dan wel een soortgelijke instelling,
- naar school gaat volgens het rooster en/of een passende dagbesteding heeft.
werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren. Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen.
werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen.