ECLI:NL:RBAMS:2022:1317

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2022
Publicatiedatum
18 maart 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3609
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en elektronische bereikbaarheid

Op 14 mei 2021 heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan eiser, wonende te Papendrecht. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar in de uitspraak op bezwaar van 7 juli 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de heffingsambtenaar een verweerschrift heeft ingediend. De behandeling van de zaak vond plaats op 3 februari 2022, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De heffingsambtenaar was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft overwogen dat de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van een machtiging. Eiser betoogt dat hij de gelegenheid had moeten krijgen om het verzuim te herstellen, en dat de heffingsambtenaar dit niet per e-mail had mogen doen. De rechtbank oordeelt echter dat de gemachtigde van eiser kenbaar heeft gemaakt dat hij elektronisch voldoende bereikbaar was, aangezien hij zelf ook per e-mail bezwaar had gemaakt. De rechtbank concludeert dat de herstelverzuimbrief per e-mail aan de gemachtigde van eiser mocht worden verzonden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft betwist dat hij de herstelverzuimbrief heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 maart 2022.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/3609

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te Papendrecht, eiser

(gemachtigde: mr. J. van Gemert),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen, verweerder (gemachtigde: A. Smits).

Procesverloop

Op 14 mei 2021 heeft de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag parkeerbelasting aan [eiser] opgelegd.
In de uitspraak op bezwaar van 7 juli 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van [eiser] niet-ontvankelijk verklaard.
[eiser] heeft daartegen beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 februari 2022. [eiser] en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van een machtiging.
2. [eiser] stelt zich op het standpunt dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard, omdat aan hem de gelegenheid had moet worden geboden om het verzuim te herstellen. De heffingsambtenaar heeft die gelegenheid geboden per e-mail. [eiser] voert aan dat dat niet per e-mail had gemogen, omdat de gemachtigde van [eiser] de elektronische weg voor dit soort correspondentie niet heeft opengesteld. Wel heeft de gemachtigde van [eiser] het bezwaarschrift per e-mail ingediend, maar onderaan het e-mailbericht staat:

Salus Juristen stelt geen e-mail open voor verdagingen, verzuim herstel, uitnodigingen en soortgelijke formele bestuurlijke berichten”.
3. Niet in geschil is dat [eiser] de machtiging waar de heffingsambtenaar per e-mailbericht om heeft verzocht, niet heeft ingediend. Het geschil spitst zich toe op de vraag of (de gemachtigde van) [eiser] op correcte wijze de herstelverzuimbrief heeft ontvangen.
4. Het criterium van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is of iemand kenbaar heeft gemaakt dat hij elektronisch voldoende bereikbaar is. Bereikbaarheid is een objectief gegeven en niet een vrije keuze van de ontvanger. De bereikbaarheid kan daarom niet afhankelijk worden gesteld van de inhoud van het te verzenden bericht. In dit geval heeft de gemachtigde van [eiser] per e-mail bezwaar gemaakt en is ook gebleken dat de heffingsambtenaar de volgende dag naar hetzelfde e-mailadres de herstelverzuimbrief heeft verstuurd. [eiser] betwist niet dat hij de herstelverzuimbrief daadwerkelijk heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt daarom dat de gemachtigde van [eiser] kenbaar heeft gemaakt dat hij per e-mail voldoende bereikbaar was.
5. De uitspraken waarnaar [eiser] heeft verwezen leiden niet tot een ander oordeel, want deze betreffen niet wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen. Dit betekent dat de heffingsambtenaar de herstelverzuimbrief per e-mail aan de gemachtigde van [eiser] heeft mogen verzenden en het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van
mr.R. Boerlage, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2022.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.