ECLI:NL:RBAMS:2022:1302

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
C/13/711854 / KG ZA 21-1060
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige handeling filmproducent bij scenario-overdracht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een filmregisseur, eiser, en een buitenlandse filmproducent, gedaagde. Eiser vorderde de terugoverdracht van auteursrechten op een scenario dat hij had geschreven, nadat hij deze rechten eerder had overgedragen aan gedaagde. Eiser stelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door de productie van de film te vertragen en hem te beletten de film met een andere producent te maken. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde in strijd handelde met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door vast te houden aan de rechten op het scenario, waardoor de kans op realisatie van de film aanzienlijk werd verkleind. De rechter wees de primaire vordering van eiser af, maar kende de subsidiaire vordering toe, waarbij gedaagde werd veroordeeld om de rechten op het scenario binnen twee dagen aan eiser terug te geven. Dit vonnis kan in de plaats treden van de vereiste medewerking van gedaagde aan de overdracht van de rechten, mocht gedaagde niet voldoen aan de veroordeling. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/711854 / KG ZA 21-1060 MDvH/EB
Vonnis in kort geding van 17 maart 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 12 januari 2022,
advocaat mr. R.J.F. Wigman te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[gedaagde] (UK) LTD,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigd Koninkrijk,
gedaagde,
advocaat mr. L.E. Post te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op de zitting van 15 februari 2022 heeft [eiser] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend. Na debat is de procedure pro forma aangehouden, zodat partijen de mogelijkheid van een minnelijke regeling konden onderzoeken. Op verzoek van partijen is de behandeling voortgezet op 2 maart 2022. Op die zitting heeft de voorzieningenrechter partijen meegedeeld hoe zij voorlopig tegen het geschil aankijkt. Daarna is de procedure weer pro forma aangehouden voor verder overleg tussen partijen. Op 7 maart 2022 heeft [eiser] laten weten dat partijen er niet uit zijn gekomen, en verzocht vonnis te wijzen. Partijen is vervolgens meegedeeld dat vandaag vonnis zal worden gewezen.
1.2.
Op beide zittingen was [eiser] aanwezig met zijn echtgenote [naam 1] en mr. Wigman. Op de tweede zitting was op zijn verzoek ook aanwezig, via een videoverbinding, mr. M. Barmettler (een Zwitserse advocaat, vertegenwoordiger van [naam bedrijf 1] , waarover hierna meer).
Op de eerste zitting waren aan de zijde van [gedaagde] aanwezig mr. Post en zijn kantoorgenoot mr. J.J. van Vegchel. Op de tweede zitting waren aan de zijde van [gedaagde] aanwezig [naam 2] ( [functie] van [gedaagde] ), via een videoverbinding, en mr. Post.

2.De feiten

2.1.
[eiser] werkt als filmregisseur. Sinds 2001 woont en werkt hij in Nederland. Hij is 79 jaar oud.
2.2.
Sinds 1985 heeft [eiser] bijna uitsluitend met filmproducent [naam 2] gewerkt, via verschillende vennootschappen van [naam 2] .
2.3.
Volgens een uittreksel uit het register, aangehouden door het Companies House van het Verenigd Koninkrijk, woont [naam 2] in Nederland.
2.4.
In 2018 heeft [eiser] het filmscenario “ [naam scenario] ” geschreven. Een korte samenvatting van dat scenario, gepubliceerd op de website van [gedaagde] , luidt als volgt:
“This feature film, directed by [eiser] , tells the story of an intelligent man whose last big adventure is very likely to be Death, but death through what we may call “natural causes”, if any cause can be described as natural. He wants to make his death elegant and sensible, fearless and forthright. He wants to make it with his eyes wide open.
The man, portrayed by [naam acteur] , is a writer who is infinitely curious and enjoys all sorts of symmetries. He wants to make his life related to its beginning, which he believes started not where he lives now, which is New York, modern city of priapic towers and hubristic skyscrapers, but where it began with his grandmother in [naam scenario] in Italy, mediaeval town of priapic towers and hubristic phallic skyscrapers.
He takes a sabbatical from his life as a writer in new York, an extended holiday in semi-retirement from which he might not return. His family accompanies him on his travels to [naam scenario] , in order to trace his ancestral roots and to clean up the loose ends in his life.”
2.5.
[eiser] heeft ook dit scenario weer aan [naam 2] voorgelegd. [naam 2] is in 2018 of 2019 begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor de productie van de film. Zo heeft hij in het voorjaar van 2019 contact gelegd met het management van [naam acteur] .
2.6.
Op 31 augustus 2019 heeft [naam 2] een e-mail aan [eiser] gestuurd, waarvan de slotzin luidt:
“As always [eiser] , if you have an other producer in mind to take the projects [waaronder [naam scenario] , vzr] over, I will help anyway I can. I hope that all these films get made.”
2.7.
In een e-mail van [naam 2] aan [eiser] van 28 november 2019 staat onder meer het volgende:
“Everything is firm on the [naam acteur] deal and I guess we are getting closer to [naam actrice] . But in order to sign off I need your contract signed. Did you have time
To look at?”
[naam 2] heeft het hier over de ‘Screenplay Agreement’ (hierna: de scenario-overeenkomst), die hij [eiser] ter ondertekening had toegezonden. Met die overeenkomst zou [eiser] al zijn rechten op het scenario [naam scenario] overdragen aan [gedaagde] , een Engelse vennootschap van [naam 2] . Daartegenover stond een vergoeding van € 100.000.-, te betalen op de eerste dag van “official preproduction”. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing verklaard.
2.8.
Tegelijk met de scenario-overeenkomst had [naam 2] ook een ‘Director’s Agreement’ (hierna: de regie-overeenkomst) aan [eiser] gezonden ter ondertekening. In die overeenkomst zou worden vastgelegd dat [eiser] de film zou regisseren.
2.9.
Op 30 december 2019 heeft [naam 2] [eiser] een e-mail gestuurd met daarin de volgende passage:
“I have now an agreement I can sign with [naam acteur] but they want to see our contract signed first. This now becomes urgent if we want to shoot this spring.
I don’t want to lose [naam acteur] .”
En op 31 december 2019:
“(…) The plan is to sign with [naam acteur] on Monday next week.
Would be essential to have our deal done and signed.”
2.10.
Op 1 februari 2020 heeft [eiser] de scenario- en de regie-overeenkomst ondertekend.
2.11.
De ontwikkelingen in de periode daarna blijkt uit onder meer uit de volgende e-mails van [naam 2] aan [eiser] :
15 oktober 2020
“This meeting was with all Italian producers and the ministry. Apparently all tax credit money has been spent already on films shooting now. No more money left for future films. Bad news for all Italian producers and for us. I understood that new money might be available in December.
Now we have to wait for that. So I have delayed the shoot til January and February with prep in November and December.”
10 november 2020
“I have spoken with the management of [naam acteur] about moving the dates to spring next year and the answer was not to worry, we will make it work.
I have asked for April and May.
(…)
Umbria is now code orange, what means I can leave Umbria and most likely we are heading for a full lock down in Italy again.”
11 november 2020
“The lawyers are finalising the contracts and have set a date for November 30, meaning the cash flow starts December 1st.”
3 december 2020
“Now it seems that we have set the shooting start date on Monday April 12, official pre-production starts March 1st. That is when the cash flow is available, maybe earlier.”
5 juni 2021
“Just so you understand the problem.
I have to deal with the completion bond.
They will ask me about [naam film] [een niet voltooide film uit een eerdere samenwerking tussen [eiser] en [naam 2] , vzr]. Why was it not finished..
Although it was not our fault, they blame us. The 3 terrible producers have done everything they could to put the blame on you and me. (…)
So I am stuck. No completion bond, no money..
It is indeed very sad. I did set up [naam scenario] 3 times and now I am back to zero again. (…)
Maybe it is time for me to retire..”
13 juli 2021
“ [naam scenario] has 2 financiers. One still believes [naam acteur] will sign this week, the other one not. They have now set a deadline for [naam acteur] by Friday this week. If he signs we can move forward, if not we need to find another actor. So deadline is Friday July 16th..”
4 augustus 2021
“1. We will set precise dates for November-December this year for the shoot, so we can also confirm other cast and most important crew.
2. We set a cut off date of the end of August. Or [naam acteur] has signed off Or we will look for another actor.
3. [naam acteur] will call you end of tomorrow.
4. If all goes well we start pre-production September 6.
This way we can set firm dates and will hold on to our financiers (who have confirmed this plan).”
13 augustus 2021
“He is no longer available from November 15 but close to the end of November, so we run into Christmas. (…) now we have to move to next year. So we are second choice.”
24 augustus 2021
“The only problem is [naam acteur] never signed his contract and committed to dates but he is committed to many other films. So we are second choice.”
2.12.
Op 30 augustus 2021 heeft [eiser] aan [naam 2] geantwoord:
“I thought the plan was to push [naam acteur] to sign this week (…), [naam acteur] did phone me last week to say cataghotically that he would do the film.”
2.13.
[naam 2] heeft in de periode daarna onder meer het volgende aan [eiser] gemaild:
16 september 2021
“I am happy to continue but please understand that in the old days I had an office with 10 people in it and I am on my own now.. Also because I have been a whistleblower on Walking I now have a bad reputation in France, Italy and Switzerland. (…)
So I am up against many things and it I can’t promise that I can make it work, but I will try.”
18 september 2021
“I am sure we can make [naam scenario] work.
The only thing I wanted to tell you is that I don’t have an office anymore, no money and a bad reputation thanks to these 3 co-producers. (…)”
11 oktober 2021
“I have spend my last money on your flight to Basil and the trip to Varese in order to get you and [naam 4] paid. So no more money left.
In order to secure [naam acteur] he needs 1.5 million in escrow, what needs to be done by a financier. That is not done yet.
I have set up [naam scenario] 3 times already and spend money on that. Now I need to find somebody to cashflow or find another job.
Covid created this issue. [naam scenario] should have been shot already.”
2.14.
Rond deze tijd is bij [eiser] [naam bedrijf 1] (Zürich) AG (hierna: [naam bedrijf 1] ) in beeld gekomen, een partij die hem heeft laten weten de productie van [naam scenario] te willen financieren. Op 12 november 2021 heeft [eiser] [naam 2] gevraagd de rechten op het scenario over te dragen aan [naam bedrijf 1] . In deze e-mail staat onder meer de volgende passage:
“I have understood that they made a deal with [naam acteur] . Since you want to absent yourself from the film, I would like you to forward the rights of ‘ [naam scenario] ’ to them and consider the offer they have made you.
The film is significantly connected to me at the present stage of my life. I reach this April, my 80th birthday, I’m still fit, but we all know that time is running out for me, simply because of my age.
I’m aware that you have tried very hard to make this movie work, and I’m grateful for this. I dearly hope you can come soon to an agreement with ‘ [naam bedrijf 1] ’ and give me the opportunity to make this film with [naam acteur] (…)”.
2.15.
[naam 2] heeft daarop geantwoord op 12 november 2021:
“No offer have been made by [naam bedrijf 1] to me, I am afraid. (…) But I am happy to help anyway I can as long as I am respected and treated well. (…)”
Op 13 november 2021 heeft hij daaraan toegevoegd:
“(…) over night [naam 3] received an offer for the first time from [naam bedrijf 1] . The offer did not show any respect and will be turned down.
For the record: I have not walked away from the project at all. (…)
[gedaagde] will make an offer to CAA (agent of [naam acteur] ) on Monday, because I have secured the finance for that.”
2.16.
Op 18 november 2021 heeft [eiser] , omdat het [naam bedrijf 1] -spoor dood leek te lopen, aan [naam 2] onder meer gevraagd of de financiering rond was en of [naam acteur] onder contract stond. Nog dezelfde dag heeft [naam 2] daarop geantwoord:
“I am ready to put an offer in to [naam acteur] as of today but I know that it will be blocked again by the agent..
Although [naam acteur] wants to do it according to your telephone conversation with him, there is still no signed deal with him. Not with him nor with [naam bedrijf 1] . I am ready to finalise the offer for January 7th, and I will be ready to shoot January 7th.”
En later die dag:
“Just to put things in perspective. The amount I am asking for is less than a private plane journey for [naam acteur] to come to [naam scenario] .
I think it’s time you stop talking to third parties (…)
This creates an enormous confusion and is disturbing my work on [naam scenario] . (…) Although I have tried to get [naam acteur] attached for almost 3 years, I have no contractual obligation to sign him. (…) Just let me know what you would like to do and we go from there. In the meantime I continue to get the money finalise, just be ready for a spring shoot.”
2.17.
Op 3 december 2021 heeft [naam 2] aan [eiser] geschreven:
“Our American financiers are ready to put in an offer to secure [naam acteur] for the February date. (…)
There has never been any agreement between [naam bedrijf 1] and [naam acteur] nor between [naam bedrijf 1] and [naam bedrijf 2] ( [naam acteur] ’s company).”
2.18.
Op 10 december 2021 heeft [naam 2] [eiser] laten weten er geen vertrouwen in te hebben dat [naam acteur] aan de film zal meewerken als hij niet de volledige controle over het project zou krijgen, wat in ieder geval voor hem niet acceptabel is. Hij heeft [eiser] voor de keuze gesteld: (1) een gang naar de rechter maken, (2) [naam 2] uitkopen en alle mensen die aan de film hebben gewerkt betalen voor het verrichte werk of (3) het contract volgen. Hij heeft daarbij aangekondigd dat hij de film zonder [naam acteur] zal voorproduceren als [eiser] niet uiterlijk 17 december 2021 zou hebben gereageerd.
2.19.
Bij brief van 5 januari 2022 heeft [eiser] de scenario-overeenkomst vernietigd op grond van dwaling en/of bedrog en/of het bepaalde in artikel 25f lid 2 Auteurswet. Hij heeft [naam 2] verzocht te bevestigen, kort gezegd, dat [gedaagde] de vernietiging accepteert en geen rechten op het scenario heeft.
2.20.
[gedaagde] heeft de gevraagde bevestiging niet gegeven.
2.21.
Bij brief van 2 februari 2022 heeft [naam bedrijf 1] aan [eiser] verklaard:
“ [naam bedrijf 1] (…) herby confirms that it has secured sufficient financing to produce the film currently entitled “ [naam scenario] ”, based on a screenplay written by you and to be directed by you, and which shall star [naam acteur] .”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, kort gezegd:
primair
a. [gedaagde] te bevelen iedere inbreuk op zijn auteursrecht op het scenario “ [naam scenario] ” te staken en gestaakt te houden;
subsidiair
[gedaagde] te gebieden om alle auteurs- en overige rechten die door [eiser] in de scenario-overeenkomst aan haar heeft overgedragen, aan hem terug over te dragen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van [gedaagde] aan de overdracht van de rechten aan hem, als [gedaagde] niet voldoet aan het onder b gevorderde.
in alle gevallen
de termijn voor het instellen van de bodemprocedure te bepalen op zes maanden na vonnisdatum;
[gedaagde] te veroordelen in de proces- en de nakosten, te vermeerderen met rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, bij de beoordeling worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voor alle weren beroept [gedaagde] zich op onbevoegdheid van de Nederlandse rechter. [gedaagde] stelt dat – nu de vennootschap in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd – de bevoegde rechter de Engelse rechter is. Voor beantwoording van de vraag of de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om kennis te nemen van het geschil, moet worden teruggevallen op het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Brussel I bis-Verordening is niet meer van toepassing omdat het Verenigd Koningrijk de Europese Unie heeft verlaten en de overgangsperiode eind 2020 is verstreken. Dit kort geding is ná die datum gestart.
4.2.
De centrale stelling van [eiser] is dat [gedaagde] hem in de tang houdt door de film niet zelf te verwezenlijken en hem tegelijkertijd belemmert dat wel te doen over de band van [naam bedrijf 1] . Dat kan mogelijk worden gezien als onrechtmatig, zoals tijdens de tweede zitting uitvoerig aan de orde is geweest. In zaken betreffende verbintenissen uit onrechtmatige daad heeft de Nederlandse rechter eveneens rechtsmacht, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Dat is hier het geval. [eiser] woont hier en hier ondervindt hij de dreiging dat hij de film niet kan maken en hier zal dus ook de schade intreden. De Nederlandse rechter kan dan ook bevoegdheid ontlenen aan het bepaalde in artikel 6 aanhef en sub e Rv.
4.3.
Inhoudelijk gaat het over het volgende. [eiser] en [naam 2] maken al ongeveer 35 jaar samen films en ook voor het maken van [naam scenario] heeft [eiser] weer gekozen voor [naam 2] .
4.4.
Bij de voorbereidingen van de film heeft [naam 2] veel hinder ondervonden van onder meer Covid-19. Het is de bedoeling het grootste deel van de film te draaien in Italië, een land dat aan het begin van de pandemie, in de periode dat [naam 2] daar voorbereidend werk verrichtte, zwaar door het virus was getroffen. De (dreiging van een volgende) lock-down komt herhaaldelijk terug in de e-mails waarin [naam 2] [eiser] bijpraat over de ontwikkelingen. Op zichzelf wekt het geen bevreemding dat de preproductie veel moeizamer en langzamer is verlopen dan normaal gesproken het geval zal zijn.
4.5.
Uitgangspunt was dat de film zou worden gemaakt met [naam acteur] (zie de korte samenvatting van het scenario op de website van [gedaagde] ). Op enig moment hebben [naam 2] en [eiser] wel de mogelijkheid van een andere acteur besproken, maar die was voor [eiser] pas aan de orde als [naam acteur] echt geen optie (meer) zou blijken te zijn. Daarvan is volgens hem geen sprake. Hij baseert zich hierbij op mededelingen van [naam acteur] aan hemzelf dat hij de rol graag wil vertolken en zich beschikbaar houdt voor de opnames, en de mededelingen van [naam bedrijf 1] dat [naam acteur] een contract voor de hoofdrol met haar zal tekenen zodra de rechten op het scenario weer bij [eiser] , en vervolgens bij [naam bedrijf 1] , zullen liggen.
4.6.
De andere kwestie die hier doorheen speelt, is dat [naam 2] kennelijk kampt met de nasleep van de (onvoltooide) film [naam film] . Niet betwist is dat [naam 2] financiële claims aan zijn broek heeft van partijen die aan die film hebben meegewerkt. [naam 2] meent dat die onterecht zijn. Hoe dat precies zit, is in dit kort geding niet helemaal duidelijk geworden. Maar in ieder geval heeft [naam 2] last van een slechte reputatie, dat erkent hij zelf.
4.7.
De vraag is of en zo ja welke gevolgen al deze feiten en omstandigheden (moeten) hebben voor de tussen partijen gemaakte afspraken.
4.8.
[eiser] heeft zijn rechten op het scenario aan [gedaagde] overgedragen met als doel dat de film zou worden gemaakt terwijl [eiser] nog in staat zou zijn om die te regisseren. De scenario-overeenkomst kan, in samenhang met de regie-overeenkomst, niet anders worden begrepen. Duidelijk is ook dat het de bedoeling van partijen was om [naam acteur] de hoofdrol te laten vertolken. Dat blijkt al uit het feit dat het drie jaar heeft geduurd voordat de mogelijkheid van een andere acteur ter sprake is gebracht. Hoewel in de overeenkomsten niets over deze twee punten is opgenomen, wordt er toch van uitgegaan dat deze afspraken impliciet ook zijn gemaakt.
4.9.
We zijn nu drie jaar verder en de officiële preproductie is nog niet gestart, wat daar ook de oorzaak van is. Voor [eiser] begint de tijd te dringen. Hij wordt bijna 80 en het is voor hem van groot belang dat de productie nu snel op gang komt. [naam 2] weet dat ook, [eiser] heeft dat belang nog expliciet benoemd in zijn correspondentie met [naam 2] . [naam 2] heeft op de zitting gesteld dat hij de film kan maken, maar vooralsnog is dat twijfelachtig. Concreet bewijs daarvan heeft hij niet kunnen tonen. Bovendien: hij heeft al vaker gezegd dat het bijna rond was. In zijn laatste berichten heeft hij weer aan [eiser] geschreven dat hij niet kan beloven dat hij de productie rond krijgt, maar dat hij het zal proberen. Kortom, dit optimistisme van [naam 2] lijkt op weinig te zijn gebaseerd.
4.10.
Er is evenmin garantie dat de film over de boeg van [naam bedrijf 1] wel tot stand kan worden gebracht, maar [eiser] en [naam bedrijf 1] hebben daarin het volle vertrouwen en daar lijkt ook wel grond voor te zijn. Op de tweede zitting in dit kort geding heeft mr. Barmettler bevestigd dat er een 50 pagina’s tellend contract klaar ligt om te worden getekend, zodra is bevestigd dat [eiser] de rechten op het scenario heeft. [eiser] zal die rechten vervolgens overdragen aan [naam bedrijf 1] , waarna [naam bedrijf 1] met de productie van de film kan starten, met de zekerheid dat [naam acteur] de hoofdrol zal vertolken, aldus Barmettler. Het klopt dat er nog geen schriftelijke toezegging van [naam acteur] ligt dat hij zal meewerken, maar volgens Barmettler is het ook niet gebruikelijk dat een acteur dergelijke toezeggingen doet voordat de rechten op het scenario zijn veiliggesteld.
4.11.
[naam 2] heeft twee redenen genoemd waarom hij de rechten op het scenario niet wil prijsgeven. De eerste daarvan is financieel. Hij heeft bij herhaling te kennen gegeven ermee te kunnen leven dat [eiser] de film met een andere producent maakt, onder de voorwaarde dat hij netjes wordt behandeld en gemaakte kosten worden vergoed. Hieruit volgt reeds dat het tweede argument van [naam 2] om aan de rechten vast te houden, namelijk dat de film ook zijn ‘kindje’ is, kennelijk minder gewicht in de schaal legt. Bovendien is de film, althans het scenario, toch het geesteskind van [eiser] .
4.12.
[gedaagde] is in de aanloop naar dit kort geding € 150.000,00 geboden om de rechten op het scenario weer aan [eiser] terug te geven. Op het eerste gezicht lijkt dat niet een onredelijk bedrag. Verder is hem aangeboden dat hij bij de exploitatie van de film als producent zal worden vermeld. Na afloop van de eerste zitting hebben partijen nog verder onderhandeld. Waarom [gedaagde] het aanbod van [naam bedrijf 1] niet acceptabel vindt, is niet, althans niet voldoende toegelicht.
4.13.
Voorshands is aannemelijk dat [gedaagde] in strijd handelt met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, door onder deze omstandigheden nog steeds vast te houden aan de rechten op het scenario. Zij lijkt daarmee aanzienlijk de kans te verkleinen dat de film, zoals die partijen voor ogen stond bij het sluiten van de overeenkomst, daadwerkelijk tot stand komt. Dat is onrechtmatig jegens [eiser] .
4.14.
De vervolgvraag is wat dit betekent voor de vorderingen.
4.15.
De primaire vordering strekt ertoe [gedaagde] te verbieden inbreuk te maken op de auteursrechten van [eiser] . Van inbreuk is op dit moment geen sprake en de dreiging daarvan is ook niet reëel. Dat de productie maar niet opschiet, is immers juist het centrale punt van het betoog van [eiser] . De primaire vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.16.
De subsidiaire vordering, om [gedaagde] te gebieden de rechten op het scenario weer aan [eiser] over te dragen, zal wel worden toegewezen. Uitgangspunt is daarbij wel dat uiteindelijk de door [gedaagde] gemaakte redelijke kosten zullen moeten worden vergoed. In dit kort geding kan evenwel niet worden vastgesteld wat ‘redelijke kosten’ zijn.
4.17.
[eiser] heeft bij die voorziening een spoedeisend belang. De uit te spreken veroordeling is niet eenvoudig omkeerbaar, maar kan en zal toch worden uitgesproken. Mocht het oordeel in hoger beroep of in een bodemprocedure anders uitvallen, zal zich dat vertalen in schadevergoeding. Dat zou indien nodig ook een passende oplossing kunnen zijn, nu de belangen aan de zijde van [gedaagde] alleen financieel van aard lijken te zijn.
4.18.
Bepaald zal worden dat dit vonnis in de plaats treedt van de rechtshandelingen die [gedaagde] moet verrichten om de overdracht uit te voeren (waaronder in ieder geval het ondertekenen van de daartoe bestemde akte), als zij niet binnen twee dagen na schriftelijk verzoek daartoe van [eiser] aan de veroordeling heeft voldaan. Het opleggen van een dwangsom is dan niet nodig. Bij zijn verzoek zal [eiser] de conceptakte van overdracht aan [gedaagde] moeten toesturen. In die akte zal in de kern niet meer of iets anders mogen staan dan dat [gedaagde] haar rechten op het scenario weer aan [eiser] overdraagt. Het is niet de bedoeling dat in de akte allerlei aanvullende voorwaarden worden opgenomen.
4.19.
Nu de getroffen voorziening geen verband houdt met de handhaving van auteursrechten, is het stellen van een termijn voor het indienen van een eis in de hoofdzaak (op de voet van artikel 1019i Rv) niet nodig.
4.20.
Omdat partijen over en weer op enig punt (in het debat) in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee dagen nadat [eiser] daar schriftelijk om verzoekt, welk verzoek vergezeld moet gaan van de conceptakte van overdracht, alle rechten die zij op het scenario “ [naam scenario] ” heeft verkregen in de scenario-overeenkomst, weer bij akte aan [eiser] (terug) over te dragen,
5.2.
bepaalt dat, als [gedaagde] niet aan de onder 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van [gedaagde] (als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW) aan de overdracht van haar rechten op het scenario aan [eiser] (waaronder in ieder geval begrepen de ondertekening van de daartoe bestemde akte),
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2022. [1]

Voetnoten

1.type: EB