Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
(Bijlage I)en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Kanke hoer, als ik jij vint dan maak ik je dood met de kinde erbij jij niks ik niks”. Opnieuw blijkt het sms-bericht te zijn verstuurd via een online platform, waarbij de betaling voor deze dienst in de richting van verdachte wijst. Verdachte heeft verklaard dat zij deze sms uit naam van [slachtoffer 2] naar zichzelf heeft verstuurd, omdat zij bang was de zorg over haar kinderen te verliezen.
5.Bewezenverklaring
Bijlage II) bewezen dat verdachte
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
de rechtbank begrijpt: 2 mei 2021) opgemaakt door GZ-psycholoog mw. E. Stam. Ook is mw. E. Stam tijdens de zitting gehoord. Volgens de deskundige heeft verdachte een verstandelijke beperking met een stoornis in middelengebruik en is er sprake van psychopathische trekken en een gebrekkige gewetens- en persoonlijkheidsontwikkeling met vermijdende, paranoïde en borderline kenmerken. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. Daarom adviseert de deskundige om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar aan te merken en een (deels) voorwaardelijke straf met forensische ambulante behandeling op te leggen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.
gevangenisstraf van 183 (honderdrieëntachtig) dagen.
een gedeelte van deze straf, te weten 180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 3 (drie) jarenvast.
1.Meldplicht
2.Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
3.Contactverbod
4.Drugsverbod
5.Meewerken aan middelencontrole
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.