ECLI:NL:RBAMS:2022:1229

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
13/322984-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van wapens, geluidsdempers en hennep

Op 15 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens, geluidsdempers, een jammer en hennep. De zaak kwam ter terechtzitting op 1 maart 2022, waar de officier van justitie, mr. F.R. Bons, zijn vordering indiende. De verdachte, geboren in 1975 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd beschuldigd van het bezit van meerdere vuurwapens, waaronder pistoolmitrailleurs en pistolen, alsook van het voorhanden hebben van geluiddempers en hennep. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat de verdachte in een woning en bijbehorende berging in Amsterdam verschillende wapens en hennep had voorhanden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de wapens en hennep die in de woning werden aangetroffen, mede op basis van sporen en getuigenverklaringen. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van mensen in gevaar werd gebracht door het bezit van deze wapens en dat dit onaanvaardbaar was. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbenden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/322984-21 (Promis)
Datum uitspraak: 15 maart 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd de Penitentiaire Inrichting [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 maart 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. F.R. Bons en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C.J. Nierop naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting – ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 20 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een of meerdere (vuur)wapens van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, te weten;
- een pistoolmitrailleur (goednummer 6100550), merk Heckler en Koch, model MP-5K, kaliber 9mm x 19, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of
- een pistoolmitrailleur (goednummer 6100552), merk Ceska Zbrojovka, model Vz.61 Skorpion, kaliber 7.65mm Browning, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of
- een pistool (goednummer 6100553), merk Walther, model P-38, kaliber 9mm x 19, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of (goednummer 6127113) 7 patronen van het merk Hirtenberg en 2 patronen van het merk Sellier & Bellot 7.65mm en/of
- een pistool (goednummer 6100554), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- een pistool (goednummer 6101195), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- een pistool (goednummer 6101196), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, en/of
voorhanden heeft gehad;
De rechtbank heeft de vordering tot wijziging van de tenlastelegging niet toegelaten voor zover dit zag op het toevoegen van – kort gezegd – de munitie. Een aantal onderdelen zijn om die reden doorgehaald. Abusievelijk is het hierboven weergegeven onderdeel dat ziet op ‘7 patronen van het merk Hirtenberg en 2 patronen van het merk Sellier & Bellot 7.65mm’ niet uitgestreept.
2.
hij op of omstreeks 20 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, drie, in elk geval een of meer geluiddemper(s) voor (een) vuurwapen(s), zijnde (een) wapen(s), van categorie I, onder 3°, voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
3.
hij op of omstreeks 20 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of overgedragen te veranderen, te wissen, onbruikbaar en/of ontoegankelijk te maken dan wel andere gegevens daaraan toe te voegen en/of met het oogmerk daarmee opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie te vernielen, te beschadigen of onbruikbaar te maken, een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel te verijdelen, meerdere, in elk geval één, jammer(s)/stoorzender(s), althans een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en/of ontworpen tot het plegen van een zodanig bovenomschreven misdrijf, voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 20 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2210 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden. Er is geen sprake van een vormverzuim met betrekking tot het uitlezen van de telefoon van verdachte, omdat de officier van justitie daar toestemming voor heeft gegeven.
4.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft betoogd dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim. In het dossier is niet terug te vinden dat het doorzoeken van de telefoon van verdachte op bevel van de officier van justitie of rechter-commissaris is gedaan. Bovendien zijn er aan de toestemming van de officier van justitie geen beperkende voorwaarden gesteld, waardoor er een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte is gemaakt. Nu een zeer ingrijpende inbreuk op dit recht te verwachten viel bij het ontbreken van voorwaarden was toestemming van de rechter-commissaris vereist. Dit is een onherstelbaar vormverzuim en de chats die zijn gevonden op de telefoon van verdachte moeten worden uitgesloten van het bewijs. Bovendien ontbreken de originele Servische chatberichten en is het niet duidelijk of de berichten zijn vertaald door een beëdigd vertaler. Verder bevindt zich in het dossier geen bewijs dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, omdat hij de woning op de [adres 1] (hierna: de woning) niet gebruikte op 20 september 2021. Evenmin kan worden bewezen dat hij over de wapens beschikte en wetenschap had en ook niet dat sprake is van medeplegen. De sporen die zijn aangetroffen bevonden zich op verplaatsbare objecten en zijn onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Bovendien is niet uit te sluiten dat sporen van verdachte daar op een andere manier terecht zijn gekomen dan dat hij zich bezig hield met wapens. Tot slot zijn er op de jammer en hennep geen sporen aangetroffen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 20 september 2021 zien agenten een auto rijden waar een ANPR-hit op is vermeld in het systeem van de politie. Medeverdachte [medeverdachte] is de bestuurder van de auto. De auto wordt gevolgd en ze zien dat de auto stopt in de [straat] in Amsterdam. Medeverdachte [medeverdachte] gaat met een blauwe boodschappentas het portiek van nummers [nummers] in. Even later komt hij zonder tas weer naar buiten en hij rijdt weg. Na een controle op basis van de Wegenverkeerswet wordt in de auto een verborgen ruimte aangetroffen. Hierop treden de agenten de woning binnen, waarvan de sleutels bij medeverdachte [medeverdachte] zijn gevonden. In de wasmachine wordt de blauwe tas die medeverdachte [medeverdachte] de woning in droeg aangetroffen. In de tas worden drie pistolen met geluidsdempers gevonden (merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto). Tevens wordt de berging op zolder doorzocht en daar worden twee pistoolmitrailleurs (merk Heckler en Koch, model MP-5K, kaliber 9mm x 19 en een van het merk Ceska Zbrojovka, model Vz.61 Skorpion, kaliber 7.65mm Browning) en een pistool (merk Walther, model P-38, kaliber 9mm x 19) gevonden. Ook wordt er 2210 gram hennep en een jammer aangetroffen op de zolderberging. Op de papieren zak waarin het gesealde wapen van het merk Ceska Zbrojovka is gevonden zitten de vingerafdrukken van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . Er worden ook sporen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen op de plastic tas waarin de drie pistolen in de wasmachine zaten. Tevens wordt DNA van verdachte op ruwe en de scherpe delen van de pistoolmitrailleur van het merk Heckler en Koch aangetroffen. Daarnaast worden in de woning op een onderbroek uit de vuilnisbak sporen van zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] gevonden. Op een drinkfles uit de vuilnisbak worden sporen van verdachte gevonden. In de fouillering van verdachte bevindt zich de sleutel van het hangslot van de berging op zolder. Uit getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] blijkt dat verdachte de sleutels van de woning in zijn bezit had en de huur voor deze woning betaalde. Verdachte heeft zelf ter terechtzitting verklaard dat hij op 13 september 2021 nog in de woning was. Uit een foto van hen beiden op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] en hun betrokkenheid bij de woning, blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] elkaar kennen en met elkaar omgaan. Verdachte heeft ter zitting ook bevestigd dat zij elkaar al jaren kennen en met elkaar omgaan. Bovendien zijn beide verdachten betrokken bij een woning aan de [adres 2] in de dagen rondom 20 september 2021, zoals volgt uit de camerabeelden bij die woning en de getuigenverklaring van [getuige 3] , de buurman van de [adres 3] .
De rechtbank is van oordeel dat verdachte beschikking had over de woning en bijbehorende berging en verantwoordelijk is voor de wapens, geluidsdempers, jammer en hennep die daar zijn aangetroffen. Verdachte was immers in het bezit van de sleutels en heeft de huur betaald. Ook was hij in ieder geval nog op 13 september 2021 aanwezig in de woning. Dat blijkt ook uit zijn eigen verklaring. De rechtbank heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat het gebruik van deze woning was geëindigd op 20 september 2021. De verklaring van verdachte dat een ander na hem in de woning was getrokken vindt geen steun in het dossier en wordt weersproken door de verklaring van [getuige 1] , die verdachte aanwijst als gebruiker van de woning en die op 12 november 2021 nog verklaart dat hij contact onderhoudt met verdachte over de woning.
Ook is de rechtbank van oordeel dat verdachte feit 1 en 2 samen met medeverdachte [medeverdachte] heeft gepleegd. Ze kennen elkaar en hadden contact met elkaar. Beiden waren ze in het bezit van sleutel(s) die toegang geven tot de woning en de bijbehorende berging. Ook zijn er sporen van hen beiden zowel in de woning als in de berging op zolder aangetroffen en op de pakketjes met wapens. Dat deze sporen op verplaatsbare objecten zijn aangetroffen doet daar niet aan af, nu de sporen op verschillende plekken in de woning en berging zijn aangetroffen. Dat het DNA van verdachte toevallig op de tas terecht is gekomen die de medeverdachte in de wasmachine heeft geplaatst en dat de vingerafdrukken van hen beiden toevallig een eerder moment terecht is gekomen op de zak in de berging waar wapens in zaten, acht de rechtbank ongeloofwaardig. De rechtbank is van oordeel dat ze zich allebei bezig hielden met vuurwapens en dat zij konden beschikken over de wapens met geluiddempers in de woning en de wapens in de bijbehorende berging aan de [adres 1] . De rechtbank houdt daarom zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] daar verantwoordelijk voor. De rechtbank houdt verdachte als gebruiker van die berging ook verantwoordelijk voor de daarin aangetroffen jammer en hennep.
De rechtbank acht bewezen op grond van de bewijsmiddelen genoemd in de bijlage dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van twee pistoolmitrailleurs en vier pistolen met geluidsdemper in vereniging gepleegd en het voorhanden hebben van een jammer en dat hij ruim 2000 gram hennep aanwezig had. Deze bewijsmiddelen bevatten niet de chats uit de telefoon van verdachte, waardoor het verweer over het vormverzuim van de raadsman geen bespreking behoeft.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 20 september 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander (vuur)wapens van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, te weten;
- een pistoolmitrailleur (goednummer 6100550), merk Heckler en Koch, model MP-5K, kaliber 9mm x 19, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of
- een pistoolmitrailleur (goednummer 6100552), merk Ceska Zbrojovka, model Vz.61 Skorpion, kaliber 7.65mm Browning, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of
- een pistool (goednummer 6100553), merk Walther, model P-38, kaliber 9mm x 19, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- een pistool (goednummer 6100554), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- een pistool (goednummer 6101195), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- een pistool (goednummer 6101196), merk Zoraki, model M906, kaliber 7.65mm Browning (.32 Auto), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, en/of
voorhanden heeft gehad;
2.
op 20 september 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander drie geluiddempers voor vuurwapens, zijnde wapens, van categorie I, onder 3°, voorhanden heeft gehad;
3.
op 20 september 2021 te Amsterdam, met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of overgedragen te veranderen, te wissen, onbruikbaar en/of ontoegankelijk te maken dan wel andere gegevens daaraan toe te voegen en/of met het oogmerk daarmee opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie te vernielen, te beschadigen of onbruikbaar te maken, een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel te verijdelen, één jammer voorhanden heeft gehad;
4.
op 20 september 2021 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2210 gram hennep.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van voorarrest. Verder moet de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis worden bevolen die thans geldt omdat verdachte gedetineerd zich uit andere hoofde en daarna moet de gevangenhouding worden bevolen.
8.2.
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair zou het vormverzuim moeten leiden tot strafvermindering. Bovendien is artikel 63 Sr van toepassing, dat ook tot strafvermindering zou moeten leiden. Verder dient de voorlopige hechtenis te worden opgeheven.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in een woning en de bijbehorende berging twee pistoolmitrailleurs en vier pistolen voorhanden gehad en deze feiten in vereniging gepleegd. Ten aanzien van vuurwapenbezit geldt in het algemeen dat de veiligheid van mensen in gevaar wordt gebracht en dat het voor veel onrust bij mensen zorgt. Dat is onaanvaardbaar. Dat de verdachten met een dergelijke hoeveelheid van dit type wapens in de weer waren wekt grote zorgen. Daarnaast heeft verdachte ook een jammer en geluidsdemper voorhanden. Ook had hij ruim 2000 gram hennep aanwezig.
De rechtbank heeft gekeken naar de oriëntatiepunten over de hoogte van op te leggen straffen. Voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen in een woning is twaalf maanden per wapen het uitgangspunt en voor een vuurwapen vier maanden per wapen.
De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte rekening met het gegeven dat artikel 63 Sr van toepassing is in verband met een eerdere veroordeling na dit feit. De rechtbank weegt ook mee dat het in deze zaak gaat om één vondst en niet om losstaande feiten.
Alles afwegend vindt de rechtbank een gevangenisstraf van drie jaar passend en geboden. Gelet hierop wijst de rechtbank het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af.
8.4
Beslag
Onder verdachte zijn in beslag genomen:
1) 1 STK Snorfiets (Omschrijving G6117163, Piaggo, chassisnr: [chassisnummer 1] )
2) 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: G4882669, Zwart, merk: Volkswagen, chassisnr: [chassisnummer 2] , bouwjaar 2013)
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze voorwerpen retour kunnen naar de rechthebbenden.
Retour aan rechthebbende
Er is geen strafvorderlijk belang dat zich verzet tegen teruggave. De bovengenoemde voorwerpen die onder verdachte in beslag zijn genomen behoren hem niet toe en dienen te worden geretourneerd aan de rechthebbenden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 47, 57, 63 en 350d van het Wetboek van Strafrecht, artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en artikelen 13, 26 en 55 Wet wapens en munitie.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1: medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II/vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
Feit 2: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 3: het met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 350c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf;
Feit 4: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
drie (3) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
1) 1 STK Snorfiets (Omschrijving G6117163, Piaggo, chassisnr: [chassisnummer 1] )
2) 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: G4882669, Zwart, merk: Volkswagen, chassisnr: [chassisnummer 2] , bouwjaar 2013)
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.C.J. Hamming, voorzitter,
mrs. C. Kraak en E. van den Brink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 maart 2022.
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]