ECLI:NL:RBAMS:2022:1089

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
9 maart 2022
Zaaknummer
C/13/714064 / KG ZA 22-153 MDvH/MV
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van Tweede Kamerlid tot terugkeer in de Tweede Kamerfractie toegewezen

In deze zaak heeft een Tweede Kamerlid, aangeduid als [eiseres], een kort geding aangespannen tegen de vereniging Volt Nederland, waarin zij vorderingen heeft ingediend met betrekking tot haar schorsing en beëindiging van het fractielidmaatschap. De schorsing vond plaats op 13 februari 2022, naar aanleiding van meldingen van grensoverschrijdend gedrag. De fractie van Volt heeft op 26 februari 2022 besloten het lidmaatschap van [eiseres] te beëindigen. De voorzieningenrechter heeft op 9 maart 2022 geoordeeld dat zowel de schorsing als de beëindiging van het lidmaatschap onterecht zijn geweest. De rechter oordeelde dat Volt niet de juiste procedures had gevolgd en dat er geen deugdelijke grondslag was voor de genomen besluiten. De rechter heeft Volt veroordeeld om de schorsing en beëindiging van het lidmaatschap met onmiddellijke ingang in te trekken en [eiseres] volledige toegang te geven tot haar werkzaamheden in de Tweede Kamer en de Voltfractie. Daarnaast is Volt veroordeeld tot betaling van een voorschot op schadevergoeding en de proceskosten. De rechter heeft benadrukt dat het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor niet was nageleefd, wat heeft geleid tot een onterecht besluit tegen [eiseres].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/714064 / KG ZA 22-153 MDvH/MV
Vonnis in kort geding van 9 maart 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 21 februari 2022,
advocaten mr. G.G.J.A. Knoops en mr. C.J. Knoops-Hamburger te Amsterdam,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VOLT NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Mourits te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Volt worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 1 maart 2022 heeft [eiseres] de dagvaarding en de akte eiswijziging toegelicht.
Volt heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren – voor zover van belang – aanwezig:
[eiseres] met mr. Knoops, mr. Knoops-Hamburger, mr. J. de Koning en mr. F.C.R. Keijzer;
aan de zijde van Volt:
[fractievoorzitter] , fractievoorzitter, en [co-voorzitter 1] , co-voorzitter, met mr. Mourits, mr. S.T. Blom en mr. P.A. van Eck.
Na verder debat is vonnis bepaald op 9 maart 2022.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is lid van de Tweede Kamerfractie van Volt, die uit drie leden bestaat. [fractievoorzitter] is fractievoorzitter. In het Reglement Tweede Kamerfractie Volt van 22 november 2021 staat, voor zover van belang, het volgende:

(…)24. (on)gewenste Omgangsvormena. We dragen zorg voor elkaars fysieke, mentale en sociale welzijn.b. Bij frictie of vragen over eigen of andermans gedrag treedt men in overleg met elkaar of de ambtelijk secretaris met het oog op het vinden van een oplossing.c. Met het oog op het voorkomen van ongewenste omgangsvormen en misverstanden is heldere communicatie noodzakelijk. (…)d. Indien wenselijk voor medewerker of Kamerlid is het onder alle omstandigheden mogelijk om in gesprek te gaan met de externe vertrouwenspersoon van de Tweede Kamer. Of, indien beschikbaar, de vertrouwenspersoon van Volt NL.25. Verbetertraject bij wrijving of conflictena. Indien gedrag in lijn met artikel 22, 23 en 24 van een Kamerlid of medewerker aanleiding geeft tot frictie of verbetering noodzakelijk is wordt gezamenlijk een verbeterplan opgesteld tussen betrokken Kamerlid(en), medewerker(s) en ambtelijk secretaris.(…)26. Einde fractielidmaatschapa. Lidmaatschap van de Volt-fractie wordt niet lichtvaardig opgevat. De hoge moraal en ethisch leiderschap dat de fractie hooghoudt heeft ook gevolgen voor de gedragingen van individuele Kamerleden en hun fractielidmaatschap.b. In geval van een onoverkomelijk (politiek) conflict, het grof schenden van persoonlijke, financiële of maatschappelijke moraal/integriteit (…) kan het voorkomen dat besloten moet worden dat een Kamerlid geen deel meer uit maakt van de Volt Tweede Kamerfractie.c. Voorafgaand aan een dergelijk zwaar besluit in geval van het grof schenden van persoonlijke, financiële of maatschappelijke moraal/integriteit (…) volgt een gesprek van de fractievoorzitter met de co-voorzitters van Volt NL. Gevolgd door een spoedoverleg met het Volt-bestuur indien fractievoorzitter in het overleg met de co-voorzitters besluit dat de situatie tot verwijdering uit de fractie zou kunnen leiden.d. Voorafgaand aan een dergelijk zwaar besluit bij onoverkomelijk (politiek) conflict dienen de nodige waarborgen in acht te worden genomen:i. Betreffend Kamerlid moet minimaal twee waarschuwingen hebben gekregen, op schrift van de fractievoorzitter van eerder gedrag, waarbij een verbeterplan wordt afgesproken.ii. Met betreffend Kamerlid moeten meerdere gesprekken gevoerd zijn door de fractievoorzitter, waarvan verslag gemaakt is, over de ontstane situatie.iii. Overige leden van de fractie moeten zich kunnen uitspreken over de situatie in een besloten Kamerledenoverleg, inclusief het betrokken Kamerlid.(…)”.
2.2. Op 13 februari 2022 heeft rond 17.30 uur een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [eiseres] en [fractievoorzitter] , waarin [fractievoorzitter] heeft meegedeeld voornemens zijn [eiseres] op non-actief te stellen, althans te schorsen. Bij e-mail van [fractievoorzitter] van diezelfde dag is dit besluit aan [eiseres] bevestigd. Die e-mail luidt als volgt:

Op zondag 13 februari heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen jou, [co-voorzitter 2] en [fractievoorzitter] . Tijdens dit gesprek hebben wij toegelicht dat er in de afgelopen weken enkele meldingen bij de partij zijn binnengekomen die wijzen op grensoverschrijdend gedrag vanuit jouw kant.De partij heeft naar aanleiding van deze meldingen een extern integriteitsbureau ingeschakeld om onderzoek te doen naar deze meldingen. Om een veilige omgeving te creëren waarin het vervolg van het onderzoek plaats kan vinden, en in het belang van alle betrokkenen, is besloten om jou per direct te schorsen als lid van de Voltfractie in de Tweede Kamer.
Dit betekent voor jou dat je gedurende je schorsing:
- Je onthoudt van debatten namens Volt, persoptredens, interne partijbijeenkomsten, campagneactiviteiten en publieke optredens;
- Je onthoudt van contact met vertegenwoordigers van de media, met fractiemedewerkers en partijmedewerkers van Volt, of, namens Volt: andere Kamergerelateerde contacten;
- Je onthoudt van uitingen aangaande, of gesprekken voeren over het onderzoek;
- Afwezig bent op de Voltfractie of het partijkantoor;
- Je onthoudt van uitingen op sociale media of via andere kanalen.
We vragen je om dit te respecteren. Indien dit niet het geval is, beraden we ons op te nemen stappen.
Zojuist heb je aangegeven dat je mee wil werken aan het onderzoek. Wij begrijpen dat dit impact op jou heeft. Het bureau zal maandag contact met je opnemen over de vervolgstappen.
We willen graag dat je het proces zorgvuldig doorloopt. Daarin is een veilige omgeving, en hoor en wederhoor van het grootste belang voor alle betrokkenen.
Onder het bericht staan de namen van [fractievoorzitter] en de twee co-voorzitters van Volt.
2.3.
Op 13 februari 2022 rond 20.00 uur heeft [eiseres] een e-mail gestuurd aan onder anderen [fractievoorzitter] waarin onder meer het volgende staat:

Zoals vandaag is gegaan is niet ok. Ik word (…) gebeld met een kil verzoek om zsm naar partijkantoor te gaan. Aanvankelijk denk ik dat het gaat om dat ik de fractie uitgezet zal worden. Reden hiervoor is dat ik al een poos voel dat hoe ik werk niet wordt gewaardeerd. Dat terwijl ik naar eer en geweten mij gepassioneerd probeer in te zetten voor onze grondwet en onze democratie.
(…) Na vele minuten (…) hoor ik dat er klachten zijn inzake grensoverschrijdend gedrag, en dat ik op non actief zal worden gezet.
(…)
Ik besef me dat ik rechten heb. Zelfs al zou ik schuldig zijn heb ik recht op een eerlijke en open gang van zaken. Die krijg ik niet. Ik mag niet weten wat de orde van de klachten zijn. Ik mag niet weten in welke relatie ze zitten (privé, personeel of partij).
En nu willen jullie coûte que coûte dit vanavond naar buiten brengen. Terwijl ik geen rechten heb of krijg. Dat is dus mijn politieke vonnis tekenen. En de vraag is of ik die mee wil tekenen.
Ik wil mee werken, dat heb ik gezegd. Ik heb ook gezegd dat het advies van het bureau wat jullie hebben gekregen niet voor jullie zal werken. Ook ik heb recht om mij veilig te voelen. Het gevoel te hebben dat ik me kan verdedigen. (…)
Dus nogmaals mijn dringende verzoek dit niet zo hoog op te spelen. (…)
Mijn verzoek is en blijft om morgen met een jurist gezamenlijk mijn rechten en plichten te bespreken. Want als jullie onbedoeld mij daarin tekort doen zal dat ook voor Volt niet goed uitpakken. En dat zou doodzonde zijn voor een partij waarin ik geloof. (…) Voorbij de aannames. En dan wanneer het papier meer is ingevuld door expertise (…) zal ik op alle manier meewerken. Maar niet onder een blanco papier. Ik ga niet politiek zelfmoord plegen (…)
Ik wens ons allen veel wijsheid en kalmte.”
2.4.
Vervolgens heeft Volt nog dezelfde dag het volgende persbericht, gedateerd 14 februari 2022, gepubliceerd:

Volt heeft zondag Tweede Kamerlid [eiseres] geschorst. In de afgelopen weken heeft de partij enkele meldingen ontvangen die wijzen op grensoverschrijdend gedrag van het Kamerlid. De partij heeft naar aanleiding van deze meldingen een extern integriteitsbureau ingeschakeld om onderzoek te doen naar deze meldingen. Volt heeft nu besloten om het Kamerlid per direct te schorsen als lid van de Voltfractie. Dit om voor betrokkenen een veilige omgeving te creëren voor het vervolg van het onderzoek en om hoor en wederhoor te kunnen laten plaatsvinden. Volt onthoudt zich van verdere inhoudelijke mededelingen totdat het onderzoek is afgerond.
2.5. Op 14 februari 2022 heeft [eiseres] het volgende e-mailbericht gestuurd naar [fractievoorzitter] en [co-voorzitter 2] (co-voorzitter van Volt):
“Gisterenavond hebben jullie mij laten weten mij met onmiddellijke ingang te schorsen vanwege meldingen die zouden wijzen op grensoverschrijdend gedrag mijnerzijds. Dit besluit is mij medegedeeld zonder enige nadere toelichting over de aard van de beschuldigingen, die hiertoe aanleiding zijn geweest. Hierdoor kan ik mij niet tegen aantijgingen verdedigen en wordt mij het wettelijk recht op hoor- en wederhoor ontnomen. Dezelfde avond hebben jullie publiekelijk een mailbericht doen uitgaan. Hierdoor is voor mij een onveilige situatie ontstaan alsmede is hierdoor aan mij door deze handelwijze schade toegebracht.Aangezien mij geen mededelingen zijn gedaan over de aard van de beschuldigingen noch een besluit is uitgereikt en ik dus ook niet in kennis ben gesteld van de onderliggende redenen voor deze eenzijdig opgelegde ‘schorsing’, verzoek ik jullie deze ‘schorsing’ binnen 24 uur terug te draaien. (…)”2.6. Bij brief van 14 februari 2022 heeft het door Volt ingeschakelde onderzoeksbureau BING [eiseres] in het kader van hoor en wederhoor uitgenodigd voor het houden van een interview.
2.7.
Op 15 februari 2022 heeft [eiseres] een persbericht gepubliceerd waarin – kort gezegd – staat dat zij zich verzet tegen de schorsing. In dit persbericht staat onder meer:

Allereerst betreur ik de gang van zaken, die ik als een nachtmerrie ervaar. Ik ben ervan overtuigd dat er, gezien de aard en omvang van de klachten, buitenproportioneel is gehandeld. Namelijk, zonder gehoor te geven aan mijn verzoek diezelfde zondagavond ons allen 24 uur te geven om een en ander nauwkeurig uit te zoeken en niet overhaast te handelen.Mochten mensen zich vanwege mijn stijl van werken onveilig hebben gevoeld, dan betreur ik dat zeer. Tot die tijd wacht ik de uitkomst van het onderzoek af en zal ik op basis van die uitkomsten reageren.(…)”.
2.8. Bij e-mail van 15 februari 2022 heeft [fractievoorzitter] gereageerd op de e-mail van [eiseres] (zie 2.5). In de e-mail van [fractievoorzitter] staat onder meer dat de bevindingen van het onderzoeksbureau BING worden afgewacht en dat het besluit om [eiseres] te schorsen gedurende dit onderzoek gehandhaafd blijft.
2.9.
Op 16 februari 2022 hebben de advocaten van [eiseres] onder meer het volgende aan BING geschreven:
“Zonder inzage en inzicht in deze beweerdelijke klachten zal mevrouw [eiseres] zich niet adequaat kunnen voorbereiden op een mogelijk interview met derden en reeds hierom al zal zij pas overwegen mee te werken aan een dergelijk interview als zij de betreffende inzage heeft gehad en ook afschrift heeft mogen ontvangen van zowel de onderzoeksopdracht alsmede de onderliggende stukken die door Volt aan u zijn verstrekt.”
2.10.
Bij brief van 17 februari 2022 heeft BING de volgende documenten gezonden naar de advocaten van [eiseres] :
- een brief van 21 januari 2022 van een medewerker van Volt over [eiseres] , gericht aan de ambtelijk secretaris van Volt (met kopie aan [fractievoorzitter] ), waarin hij klachten uit over het gedrag van [eiseres] ;
- de opdrachtbevestiging van 24 januari 2022 van BING aan Volt; en
- een brief van 31 januari 2022 van BING met “Bevindingen tot zover” en “Advies over vervolgstappen”.
2.11.
Op 18 februari 2022 hebben de advocaten van [eiseres] Volt gesommeerd de schorsing van [eiseres] met onmiddellijke ingang in te trekken en hierover een perspublicatie te doen uitgaan, [eiseres] volledige en onbelemmerde toegang te geven tot haar werkzaamheden en aan haar € 10.000,- te betalen als voorschot op de immateriële schadevergoeding.
2.12.
In een e-mail van 18 februari 2022 heeft [eiseres] Volt laten weten dat zij niet meewerkt aan het onderzoek van BING.
2.13.
In een brief van 23 februari 2022 van BING aan Volt is verslag gedaan van de “Voortang onderzoek”. In de brief staat onder meer dat in totaal elf personen bij BING klachten hebben gemeld over [eiseres] (twee per e-mail en de rest telefonisch of door middel van videobellen). Verder staat in de brief, voor zover van belang:

Op basis van de gevoerde interviews en anderszins uitgewisselde informatie informeren wij u over de hoofdlijnen van de meldingen en daarin geuite klachten. Wij wijzen er daarbij op dat op dit moment geen wederhoor is toegepast en dat het verbinden van inhoudelijke conclusies aan deze meldingen in dit stadium niet aan de orde is.De melders brengen de volgende zaken naar voren:● Gesteld wordt dat het betrokken Kamerlid persoonlijke grenzen over gaat met opmerkingen over onder meer seksuele geaardheid en uiterlijk. Twee melders hebben aangegeven dat deze opmerkingen een meer structureel karakter hebben. Zij voelen zich in hun waardigheid aangetast door het Kamerlid. Door een van deze melders wordt tevens gesteld dat het betrokken Kamerlid bij gelegenheid haar macht en autoriteit in zou zetten om argumenten op oneigenlijke wijze kracht bij te zetten. Deze melder duidt dit als intimidatie.
● Gesteld wordt dat het betrokken Kamerlid handtastelijk is geweest. Drie melders stellen dat het betrokken Kamerlid hen een tik op de billen heeft gegeven. Bij in elk geval een van beide melders zou dit meermaals zijn gebeurd.
● Gesteld wordt dat het betrokken Kamerlid seksuele avances heeft gemaakt naar drie melders. Zij duiden dit in termen variërend van ongemakkelijk tot intimiderend. Zij kennen daarbij betekenis toe aan leeftijdsverschil en positie.
● Ten minste zeven melders hebben aangegeven dat het betrokken Kamerlid een problematische relatie met alcohol heeft. Bij gelegenheden zou het betrokken Kamerlid te veel drinken en de effecten daarvan op het gedrag van het Kamerlid geven de melders gevoelens van ongemak en schaamte. Ook vreest een enkeling voor schade aan het imago van de partij. Dit punt heeft mede betrekking op voorgaande bullets.
● Ten minste negen melders hebben aangegeven dat zij (stevige) verbale aanvaringen met het betrokken Kamerlid hebben gehad. Melders laten zich hier in verschillende bewoordingen over uit. Zij duiden het gedrag als ‘diskwalificerend’, ‘ongepast’ en ‘buiten proportie’. Ook dit punt vertoont samenhang met eerder weergegeven bullets.De melders die zich bij BING hebben gemeld betreffen voormalig leden van het landelijk bestuur, een medewerker van de Tweede Kamerfractie, (voormalig) vrijwilligers en personen die actief zijn in een lokale afdeling van Volt.
2.14. Bij e-mail van 26 februari 2022 (9.43 uur) van [fractievoorzitter] is [eiseres] met spoed uitgenodigd voor een digitaal te houden besloten kamerledenoverleg op die dag, om 10.45 uur. Deze e-mail – met onderwerp “URGENT Uitnodiging kamerledenoverleg voor beëindiging fractielidmaatschap [eiseres] ” – luidt als volgt:
“(…) Op de agenda staat het bieden van de mogelijkheid aan de fractieleden om zich uit te laten ex artikel 26, onder d, onder iii, van Fractiereglement over de toekomst van het lidmaatschap van [eiseres] van de Voltfractie van de Tweede Kamer. Hiertoe wordt overgegaan vanwege diverse meldingen die wijzen op ongewenst en grensoverschrijdend gedrag. Het door ons ingeschakelde integriteitsbureau heeft dertien meldingen ontvangen over ongewenst en grensoverschrijdend gedrag van [eiseres] en heeft in totaal met zestien personen gesproken. De meldingen komen uit alle lagen van de partij. Ze lopen uiteen van handtastelijkheden en ongewenste seksuele avances tot intimidatie en misbruik van positie. (…)”.2.15. In de notulen van het onder 2.14 genoemde overleg is opgenomen dat het fractielidmaatschap van [eiseres] conform artikel 26 van het Fractiereglement wordt beëindigd. [eiseres] was bij het overleg niet aanwezig.
2.16.
In de notulen van een spoedoverleg van het bestuur van Volt op – eveneens – 26 februari 2022 is opgenomen dat de bestuursleden unaniem instemmen met het besluit het fractielidmaatschap van [eiseres] per direct te beëindigen. Bij brief van diezelfde datum is dit besluit aan [eiseres] bevestigd.
2.17.
In een persbericht van 26 februari 2022 heeft Volt naar buiten gebracht dat het fractielidmaatschap van [eiseres] is beëindigd. In dit persbericht wordt melding gemaakt van dertien meldingen over grensoverschrijdend gedrag van [eiseres] , handtastelijkheden en ongewenste seksuele avances, intimidatie en misbruik van positie.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na vermeerdering van eis het volgende:
A. de op 13 februari 2022 mondeling aangezegde ‘schorsing’ van [eiseres] met onmiddellijke ingang in te trekken;
B. de op 26 februari 2022 schriftelijk aangezegde beëindiging van het lidmaatschap van [eiseres] van de Voltfractie in de Tweede Kamer met onmiddellijke ingang in te trekken;
C. binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis de volgende rectificatietekst te plaatsen op de website van de Tweede Kamerfractie Volt (www.voltnederland.org), alsmede ter publicatie aan te bieden aan het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) en één landelijk dagblad:

De Tweede Kamerfractie Volt verklaart hierbij de op 13 februari jl. aangezegde schorsing en de op 26 februari jl. aangezegde beëindiging van het lidmaatschap van [eiseres] van de Voltfractie in te trekken en erkent hierbij dat het besluit tot schorsing en het besluit tot beëindiging van het fractielidmaatschap zonder deugdelijke grondslag is genomen alsmede ten onrechte in het teken is geplaatst van vermeend grensoverschrijdend gedrag.
D. [eiseres] binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis volledige en onbelemmerde toegang te geven tot haar werkzaamheden in de Tweede Kamer, haar werkzaamheden in de Voltfractie, waaronder maar niet beperkt tot de fractievergaderingen en binnen het kantoor van Volt, alsmede wederom toegang te verlenen tot alle hierop betrekking hebbende communicatiemiddelen, inclusief die van de
social media,voor zover dit de werkzaamheden van [eiseres] als Tweede Kamerlid en lid van de Voltfractie betreffen;
E. een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte van een dag, met een maximum van € 100.000,-;
F. betaling van € 10.000,- als voorschot op de schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatig handelen, te vermeerderen met de wettelijke rente;
G. veroordeling van Volt in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiseres] stelt hiertoe – samengevat weergegeven – het volgende. Tot op heden is een formeel schriftelijk besluit ter zake van de op 13 februari 2022 aangezegde schorsing uitgebleven. Die schorsing voldoet niet aan de formele eisen die gelden op grond van de wet en de statuten van Volt. Het elementaire beginsel van hoor en wederhoor is niet toegepast. Bij het fractieoverleg op 26 februari 2022 dat ging over de beëindiging van het lidmaatschap van de fractie was [eiseres] niet aanwezig. Er zat slechts een uur tussen de uitnodiging en de aanvang van het overleg. [eiseres] was op dat moment aan de telefoon en heeft de uitnodiging om die reden niet op tijd gezien. Volt kan zich bij het besluit tot beëindiging van het fractielidmaatschap niet beroepen op het Fractiereglement. Al met al zijn zowel het schorsingsbesluit als het beëindigingsbesluit nietig dan wel vernietigbaar.
Ook op inhoudelijke gronden kunnen de besluiten niet door de beugel. In de tussenrapportage van BING staat vermeld (zie 2.13):

Wij wijzen er daarbij op dat op dit moment geen wederhoor is toegepast en dat het verbinden van inhoudelijke conclusies aan deze meldingen in dit stadium niet aan de orde is.
De brief van de klager van 21 januari 2022 bevat geen aantijgingen die de schorsing en de beëindiging van het fractielidmaatschap kunnen rechtvaardigen. Door BING is over deze klager opgemerkt:

De door melder genoemde opmerkingen zijn, als zij op zichzelf zouden staan, in objectieve zin te kwalificeren als (geslaagde of minder geslaagde) grapjes.”De andere meldingen die worden genoemd in de tussenrapportage van BING zijn anoniem, staan grotendeels niet op schrift en zijn niet aan [eiseres] bekend gemaakt. Ook is niet bekend van wanneer die meldingen dateren. [eiseres] kan zich hiertegen niet verdedigen. [eiseres] benadrukt dat zij de afgelopen periode alles op alles heeft gezet om in onderling overleg met Volt tot een passende oplossing te komen. Volt blijkt hiertoe niet bereid te zijn en kiest ervoor zich over de zaak uit te laten via haar website en de media. Dit is uitermate beschadigend voor [eiseres] , wat wel blijkt uit de nare berichten die over haar verschijnen op verschillende
social media. Ook benadrukt [eiseres] dat zij Volt heeft bericht dat zij bereid is mee te werken aan een onderzoek, mits dit met voldoende waarborgen is omkleed. Dit laatste geldt niet voor het tot op heden door BING uitgevoerde onderzoek. Dit bureau is op 24 januari 2022 ingeschakeld (dus 20 dagen vóór de schorsing) zonder [eiseres] hierin te kennen, laat staan haar inspraak te geven in de onderzoeksvraag of in de inkleding van het onderzoek.
3.3.
Volt heeft – samengevat weergegeven – het verweer gevoerd dat er voldoende aanleiding was om tot de bestreden besluiten te komen. Het beëindigingsbesluit is genomen conform artikel 26 van het Fractiereglement. Volt dient op te komen voor de belangen van medewerkers die zich onveilig voelen. Zij heeft geprobeerd om zo zorgvuldig mogelijk te handelen, onder meer door na ontvangst van de brief van 21 januari 2022 meteen een onafhankelijk en deskundig bureau (BING) in te schakelen. De kritiek van [eiseres] op dit bureau acht Volt onterecht. Ook is het onterecht dat [eiseres] geen medewerking verleent aan het onderzoek van dit bureau. Er is geen sprake van onrechtmatige uitlatingen van Volt die zouden moeten worden gerectificeerd. Er is dus evenmin aanleiding tot het betalen van een schadevergoeding aan [eiseres] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.
De kwestie die thans ter beoordeling voorligt, moet worden bezien in een breder kader en de aandacht voor en maatschappelijke verontwaardiging over ‘grensoverschrijdend gedrag’. Op 20 januari 2022 heeft BNN/VARA het programma BOOS uitgezonden, dat ging over grensoverschrijdend gedrag bij het televisieprogramma The Voice of Holland. Ten minste twee personen die meewerkten aan dit televisieprogramma hebben hun werkzaamheden neergelegd. De uitzending van BOOS heeft een brede maatschappelijke discussie teweeg gebracht over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. De dag daarop, op 21 januari 2022, ontving [fractievoorzitter] een kopie van de melding van “grensoverschrijdend gedrag” van [eiseres] die een medewerker van Volt had gedaan aan de ambtelijk secretaris van Volt. Op 24 januari 2022 heeft Volt opdracht verstrekt aan BING om een onderzoek naar [eiseres] te starten. Bij brief van 31 januari 2022 heeft BING aan Volt haar “bevindingen tot zover” gepresenteerd, waarin (meermaals) het woord “grensoverschrijdend” wordt gebruikt. Op 6 februari 2022 is [naam 1] bij Ajax opgestapt wegens grensoverschrijdend gedrag. Op 8 februari 2022 is het Tweede Kamerlid [naam 2] (PvdA) opgestapt vanwege grensoverschrijdend gedrag. Op 13 februari 2022 heeft Volt het persbericht naar buiten gebracht dat [eiseres] is geschorst. Op 15 februari 2022 heeft [naam 3] , voorzitter van politievakbond ACP, zijn werk neergelegd na meldingen van grensoverschrijdend gedrag. Op 26 februari 2022 heeft Volt door middel van een persbericht naar buiten gebracht dat het fractielidmaatschap van [eiseres] is beëindigd vanwege grensoverschrijdend gedrag.
Te voortvarend een onjuiste weg bewandeld
4.2.
Het is begrijpelijk dat de jonge en relatief onervaren partijleiding van Volt in het licht van de maatschappelijke discussie die teweeg is gebracht naar aanleiding van de uitzending van BOOS en alle gebeurtenissen die hierop zijn gevolgd, is geschrokken van de brief van 21 januari 2022. Terecht heeft zij gemeend dit signaal niet te mogen negeren en te moeten opkomen voor medewerkers die zich onveilig voelen. Volt heeft waarschijnlijk in alle oprechtheid gemeend het juiste te doen door meteen na ontvangst van de brief een onafhankelijk integriteitsbureau in te schakelen. Geoordeeld wordt echter dat Volt te voortvarend een onjuiste weg heeft bewandeld: juridisch gezien heeft zij [eiseres] niet kunnen schorsen noch heeft zij kunnen overgaan tot beëindiging van haar lidmaatschap van de Tweede Kamerfractie. Evenmin was er een noodzaak om de kwestie meteen in de openbaarheid te brengen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Het besluit van 13 februari 2022 tot schorsing
4.3.
Uit het persbericht dat is gedateerd op 14 februari 2022 (zie 2.4) volgt dat [eiseres] niet is geschorst als lid van de vereniging Volt, maar als lid van de Tweede Kamerfractie van Volt. Volt heeft ter zitting bevestigd dat dit ook de bedoeling was. Ter zitting heeft Volt verklaard dat aan deze schorsing een bestuursbesluit ten grondslag ligt. Niet duidelijk is waarop dit besluit – indien genomen – zou zijn gebaseerd. Een (schriftelijk) besluit is niet in het geding gebracht. Ter zitting is zijdens Volt verwezen naar artikel 25 van haar statuten, dat een restbevoegdheid toekent aan het bestuur. Dit kan haar in ieder geval niet baten. De statuten zien op (het lidmaatschap van) de vereniging Volt; daarin staat niets over (schorsing van leden van) de Tweede Kamerfractie .
4.4.
De schorsing is aan [eiseres] bevestigd in de e-mail van 13 februari 2022 (zie 2.2), waaronder de namen staan van de fractievoorzitter en de twee co-voorzitters van de partij. Ook in die e-mail is voor de schorsing geen juridische grondslag opgenomen. Een Tweede Kamerfractie van een politieke partij is geen rechtspersoon, zodat de statuten van de vereniging Volt en de regels die zijn opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek hierop voorshands niet van toepassing zijn. Daarin kan dus geen grond worden gevonden voor schorsing. Ook de status van het Fractiereglement is niet zonder meer duidelijk. Mogelijk kan worden aangenomen dat de fractieleden door toe te treden tot de fractie (stilzwijgend) hebben aanvaard dat dat Fractiereglement op hen van toepassing is, maar dit reglement kent de mogelijkheid van schorsing niet en evenmin is hierin een bijzondere positie toegekend aan de fractievoorzitter en de twee co-voorzitters. Al met al wordt het schorsingsbesluit non-existent, althans nietig geacht. Volt had het persbericht over die schorsing dus ook niet mogen publiceren. Door dit wel te doen is het kwaad geschied.
4.5.
Ter zitting heeft de aanwezige co-voorzitter van Volt verklaard dat hij nog steeds achter de schorsing staat, gezien de meldingen over [eiseres] op dat moment. Het standpunt van Volt dat de schorsing terecht was, wordt niet gevolgd. De inhoud van de brief van 21 januari 2022, die afkomstig is van een medewerker van wie het arbeidscontract niet zou worden verlengd, was om verschillende redenen onvoldoende voor de drastische stappen die Volt meent te hebben moeten zetten. De brief beschrijft met name, zoals ook door BING is vastgesteld, opmerkingen van [eiseres] die “
als zij op zichzelf zouden staan, in objectieve zin te kwalificeren[zijn]
als (geslaagde of minder geslaagde) grapjes”.
In de brief wordt ook niet aangestuurd op schorsing van [eiseres] of op andere maatregelen die ertoe moeten leiden dat [eiseres] niet op de werkvloer mag verschijnen. De schrijver vraagt niet om behandeling als een “klacht”. De brief eindigt immers met: “
Mijn grens is bereikt en daarom wil ik deze brief officieel gedocumenteerd hebben. Ik wil dat er van dit voorval een officiële notitie wordt gemaakt. Ook wil ik dat deze brief in het dossier van [eiseres] wordt opgenomen.
Weliswaar is begrijpelijk dat Volt de signalen in de brief van 21 januari 2022 niet heeft willen negeren, maar een schorsing van [eiseres] zonder deugdelijke uitleg waarom, zonder de aard van de klachten toe te lichten en zonder enige vorm van hoor en wederhoor, kan niet door de beugel. In de brief van BING van 31 januari 2022 (zie 2.10) met daarin de “Bevindingen tot zover” kan evenmin een rechtvaardiging voor de schorsing worden gevonden. Uit een e-mail van 24 februari 2022 van de ambtelijk secretaris van de Tweede Kamerfractie van Volt (die is gericht aan de drie fractieleden) kan bovendien worden afgeleid dat er al langer iets speelde binnen de fractie, dat zij vindt dat er beter onderling moet worden gecommuniceerd en dat de fractieleden elkaar moeten durven aanspreken op (ongepast) gedrag. Ook zij begrijpt derhalve niet waarom deze weg (van schorsing) is ingeslagen en de kwestie meteen in de publiciteit is gebracht. Het handelen van de partijleiding is voor haar aanleiding geweest om haar ontslag aan te bieden.
Het besluit van 26 februari 2022 tot beëindiging van het fractielidmaatschap
4.6.
Op 26 februari 2022 heeft een spoedoverleg plaatsgevonden tussen de leden van de Tweede Kamerfractie van Volt waarin is besloten het fractielidmaatschap van [eiseres] conform artikel 26 van het Fractiereglement te beëindigen. Diezelfde dag heeft een overleg tussen de bestuursleden van Volt plaatsgevonden waarin dezelfde beslissing is genomen. Deze beslissingen kunnen evenmin door de beugel. Om te beginnen zijn de regels en procedures zoals voorgeschreven in het Fractiereglement niet nageleefd. Het betreft dan met name de volgende regels. In geval van ongewenste omgangsvormen dient gezamenlijk een verbeterplan te worden opgesteld (zie artikel 25 onder a). Voorafgaand aan het besluit tot beëindiging van het fractielidmaatschap dient het betreffende kamerlid minimaal twee waarschuwingen op schrift te hebben gekregen, waarbij een verbeterplan wordt opgesteld, moeten met het betreffende kamerlid meerdere gesprekken zijn gevoerd waarvan verslag is gemaakt en moet het betreffende kamerlid zich in een besloten kamerledenoverleg kunnen uitspreken over de situatie (zie artikel 26 onder d, sub i, ii en iii). [eiseres] is geen reële mogelijkheid geboden zich op een besloten kamerledenoverleg te kunnen uitspreken over de situatie. Dat haar op 26 februari 2022 om 9.43 uur per e-mail een uitnodiging is gestuurd voor een overleg op dezelfde datum om 10.45 uur kan niet als zodanig worden aangemerkt. Ook dit wordt derhalve in strijd geacht met het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor. Op dit beginsel had BING bovendien in haar brief van 23 februari 2022 (zie 2.13) nog gewezen: “
Wij wijzen er daarbij op dat op dit moment geen wederhoor is toegepast (…)”.
4.7.
Voorts was er ook op inhoudelijke gronden onvoldoende basis voor het beëindigingsbesluit. Het schorsingsbesluit was genomen in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek van BING en die uitkomsten waren er nog niet. Wederom wordt verwezen naar de brief van 23 februari 2022 van BING (zie 2.13) waarin met zoveel woorden is opgenomen:

Wij wijzen er daarbij op (…) dat het verbinden van inhoudelijke conclusies aan deze meldingen in dit stadium niet aan de orde is.
Niet kan worden ingezien waarom na de (onterechte) schorsing op 13 februari op 26 februari 2022 opeens met spoed besluiten moesten worden genomen die ertoe leidden dat [eiseres] uit de Tweede Kamerfractie werd gezet. Volt beschikte op dat moment nog steeds slechts over één relatief milde klacht op papier over het gedrag van [eiseres] . Verder beschikte Volt op dat moment over de brief van 23 februari 2022 van BING met de “Voortgang onderzoek”, waarin staat dat elf personen bij BING klachten hebben gemeld over [eiseres] (zie 2.13). Op grond van deze beide brieven kon niet worden geconcludeerd dat sprake is van “
een onoverkomelijk (politiek) conflict, het grof schenden van persoonlijke, financiële of maatschappelijke moraal/integriteit”, zoals artikel 26 onder b van het Fractiereglement vereist bij beëindiging van het fractielidmaatschap. In de brief van BING staat nota bene uitdrukkelijk vermeld “
dat het verbinden van inhoudelijke conclusies aan deze meldingen in dit stadium niet aan de orde is”. Ook de stelling dat Volt niet anders kon omdat [eiseres] niet mee wilde werken aan het onderzoek door BING wordt niet gevolgd. Het is volstrekt begrijpelijk dat zij niet wilde meewerken aan het reeds eenzijdig door Volt opgestarte onderzoek. Dat dit onderzoek zou worden uitgevoerd is niet met haar besproken, zij heeft geen invloed gehad op de opdracht aan BING en op de werkwijze, en zij wist aanvankelijk vijf dagen niet eens welke aard de klachten hadden. Het wantrouwen van [eiseres] jegens BING is dan ook reeds vanwege de wijze waarop de opdracht aan BING tot stand is gekomen en het onderzoek is gestart gerechtvaardigd. Ook kan geen rechtvaardiging worden gevonden voor het beëindigingsbesluit in de omstandigheid dat [eiseres] dit kort geding aanhangig heeft gemaakt. [eiseres] had het volste recht zich tot de rechter te wenden. Tot slot kan het [eiseres] niet kwalijk worden genomen dat zij persberichten heeft uitgebracht of anderszins de publiciteit heeft gezocht. Volt heeft er immers als eerste voor gekozen de publiciteit op te zoeken. Het is logisch dat [eiseres] ook haar kant van het verhaal naar buiten wilde brengen. Daarbij heeft zij zich – zoals zij ter zitting heeft betoogd – gematigd opgesteld. Al met al kan dus ook het beëindigingsbesluit geen stand houden.
vorderingen A, B en D
4.8.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen liggen vorderingen A, B en D voor toewijzing gereed. Uit het feit dat [eiseres] die vorderingen zelf heeft ingesteld vloeit voort dat zij terugkeer in de Tweede Kamerfractie van Volt mogelijk acht. Er is duidelijk wel het een en ander aan de hand en de verhoudingen zijn (inmiddels) helaas ernstig verstoord. De fractieleden zullen met elkaar in gesprek moeten en er zal mogelijk nog nader onderzoek moeten plaatsvinden naar de inmiddels binnengekomen meldingen over het gedrag van [eiseres] dat kennelijk niet door iedereen binnen de partij wordt gewaardeerd. In de stukken die zich in het procesdossier bevinden is te lezen dat [eiseres] , zoals zij zelf ook wel erkent, uitgesproken, direct en veeleisend is. Dat zijn op het eerste gezicht geen verkeerde eigenschappen voor een Tweede Kamerlid, maar is voor de mensen die met (voor) haar moeten werken niet altijd prettig. Ook de voorzieningenrechter denkt echter dat het mogelijk moet zijn dat met gesprekken en nadere (werk)afspraken – bijvoorbeeld onder begeleiding van een mediator – terugkeer van [eiseres] in de Tweede Kamerfractie werkbaar is. Partijen hadden – en hebben – immers dezelfde idealen en partijbestuur en de Tweede Kamerleden van Volt willen zich daarvoor (blijven) inzetten. Partijen wordt dan ook dringend in overweging gegeven alsnog onder leiding van een mediator in gesprek te gaan. Dan kan tevens worden besproken of en op welke wijze alsnog onafhankelijk onderzoek moet worden gedaan naar (het gedrag van) [eiseres] . Mogelijk kan dat onderzoek worden uitgevoerd door de Integriteitscommissie van de Tweede Kamer.
4.9.
Nu Volt bij monde van [fractievoorzitter] ter zitting uitdrukkelijk heeft toegezegd een mogelijke veroordeling in dit vonnis na te leven, is het opleggen van een dwangsom niet nodig.
vordering C
4.10.
Aan dit kort geding is de nodige publiciteit besteed. Derhalve valt te verwachten dat ook dit vonnis de nodige aandacht zal krijgen, mede omdat de rechtbank een persbericht zal uitbrengen. Op deze wijze wordt voldoende aan de rehabilitatiebelangen van [eiseres] tegemoetgekomen. Bij toewijzing van vordering C heeft zij dan onvoldoende belang.
vordering F
4.11.
In dit vonnis wordt geen antwoord gegeven op de vraag of het gedrag van [eiseres] ‘grensoverschrijdend’ of anderszins ontoelaatbaar is geweest. Echter, zelfs als later (in een onafhankelijk onderzoek) zou worden vastgesteld dat daarvan sprake is geweest, kan reeds nu worden geoordeeld dat [eiseres] is beschadigd in haar eer en goede naam door de persberichten van Volt. Zij is daarin immers publiekelijk te voortvarend beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag en daarin is melding gemaakt van de schorsingsbeslissing en de beëindigingsbeslissing die thans niet door de beugel blijken te kunnen. Daarmee is een onomkeerbaar, oncontroleerbaar proces in gang gezet. Volt heeft met haar handelwijze [eiseres] de kans ontnomen om, indien uiteindelijk gewenst, de eer aan zichzelf te houden. Omdat [eiseres] lid is van de Tweede Kamer hebben de beschuldigingen voor veel publiciteit en allerlei (negatieve) berichtgeving over haar persoon in de landelijke pers en op
social mediagezorgd. Zeer aannemelijk is dat [eiseres] hierdoor schade heeft geleden. Volt heeft in de hele discussie steeds gezegd dat medewerkers zich veilig moeten kunnen voelen, maar dat geldt natuurlijk ook voor [eiseres] . Toekenning van een voorschot op de immateriële schadevergoeding van € 5.000,- wordt in dit kort geding passend geacht. Voldoende aannemelijk is dat een bodemrechter, mocht die deze zaak ter beoordeling voorgelegd krijgen, tenminste dit bedrag zal toewijzen.
proceskosten
4.12.
Volt zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 130,11
- griffierecht 1.301,00
- salaris advocaat
1.524,00
Totaal € 2.955,11

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Volt de op 13 februari 2022 aangezegde schorsing van [eiseres] als lid van de Voltfractie in de Tweede Kamer met onmiddellijke ingang in te trekken,
5.2.
veroordeelt Volt de op 26 februari 2022 schriftelijk aangezegde beëindiging van het lidmaatschap van [eiseres] van de Voltfractie in de Tweede Kamer met onmiddellijke ingang in te trekken,
5.3.
veroordeelt Volt om [eiseres] binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis volledige en onbelemmerde toegang te geven tot haar werkzaamheden in de Tweede Kamer, haar werkzaamheden in de Voltfractie, waaronder maar niet beperkt tot de fractievergaderingen en binnen het kantoor van Volt, alsmede wederom toegang te verlenen tot alle hierop betrekking hebbende communicatiemiddelen, inclusief die van de
social media,voor zover dit de werkzaamheden van [eiseres] als Tweede Kamerlid en lid van de Voltfractie betreffen,
5.4.
veroordeelt Volt tot betaling aan [eiseres] van € 5.000,-,
5.5.
veroordeelt Volt in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.955,11,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MV