Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Ibij dit vonnis.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen, waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn opgenomen, bewezen dat:
5.De strafbaarheid van de feiten
Ik vermoord [naam 6] met mijn blote motherfucking handen. Kankerwijf. Dood ga je, pleurishoer”en “
Ik ga net zolang door met 'schade aanrichten' (lees: persoonlijk leed door alias [naam 2] en [naam 1] delen met wie ik maar wil) tot ik mijn kind terugzie”. Omdat de uitlatingen van verdachte evident op de persoon gericht zijn, dragen zij niet bij aan het publieke debat. Voorts zijn de uitlatingen onnodig grievend. De rechtbank overweegt verder dat verdachte, blijkens de inhoud van zijn eigen bewoordingen, zijn uitlatingen deed om bepaalde personen – door middel van dwang – te bewegen de uithuisplaatsing van zijn stiefdochter ongedaan te laten maken en dus niet (primair) om enig publiekdebat te voeren of aan te zwengelen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
3 (drie) maanden.
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
3 (drie) jarenvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
[naam 2] (pseudoniem voor aangever 3791444)gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 1.500,-(duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 14 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening.
aan de Staat€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 14 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening
te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
1(
één) dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 1] (pseudoniem voor aangever 3527643)gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 1.500,-(duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 14 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening.
aan de Staat€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 14 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening
te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
1(
één) dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
af.