ECLI:NL:RBAMS:2022:1026

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
4 maart 2022
Zaaknummer
CV 21-13135
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en betalingsverplichtingen bij herhaalde huurachterstand

Op 1 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen in een civiele zaak (CV 21-13135) waarbij de stichting Stichting Ymere als gedaagde partij betrokken was. De eisende partij, vertegenwoordigd door de gerechtsdeurwaarders Van der Hoeden/Mulder, had een vordering ingesteld wegens huurachterstand. De zaak betrof een herhaalde betalingsachterstand die begon in januari 2021, toen het besluit voor schuldhulpverlening al van kracht was. De eisende partij stelde dat zij niet verplicht was om een melding bij de gemeente te maken over de huurachterstand, maar de rechtbank oordeelde dat ook bij een herhaalde betalingsachterstand een melding nuttig kan zijn voor de huurder.

De rechtbank overwoog dat een herhaalde tekortkoming niet betekent dat de verhuurder geen melding hoeft te maken of dat een melding zinloos is. Gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder de hoogte van de huurachterstand, werd de ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen. De kantonrechter veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van € 4.583,04 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, en bijkomende kosten, waaronder buitengerechtelijke kosten en griffierecht. De veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke uitspraak in het kader van het verbintenissenrecht, met name met betrekking tot de verplichtingen van verhuurders en huurders bij betalingsachterstanden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
verstek
Afdeling privaatrecht CV
zaaknummer: 9434856 \ CV EXPL 21-13135
kenmerk: 21020153/ET
vonnis van: 1 maart 2022
doc: Vvs

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de stichting Stichting Ymere

wonende te / gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde: Van der Hoeden/Mulder, gerechtsdeurwaarders
t e g e n

[gedaagde]

wonende te / gevestigd te [adres]
gedaagde partij
niet verschenen.

Verder verloop van de procedure

Op 7 december 2021 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft eisende partij stukken in het geding gebracht.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissingDe vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor het geval een deel van het gevorderde niet is toegewezen en/of hieronder anders is overwogen.

Eisende partij heeft gesteld dat een melding bij de gemeente over de huurachterstand achterwege is gebleven omdat eisende partij daartoe niet verplicht was. De eerste maand huurachterstand dateert van januari 2021, toen het besluit schuldhulpverlening al in werking was getreden. Ook bij een hernieuwde betalingsachterstand kan de huurder gebaat zijn bij een melding bij de gemeente. Een herhaalde tekortkoming betekent dus niet dat de verhuurder niet hoefde te melden of dat een melding zinloos is. Tegen deze achtergrond en gelet op de overige omstandigheden van het geval, waaronder de hoogte van de huurachterstand, wordt de ontbinding thans afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partij aan de eisende partij te voldoen:
€ 4.583,04 ter zake van de hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de voldoening;
€ 273,54 ter zake van buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van het geding, aan de zijde van de eisende partij tot aan deze uitspraak begroot op: € 123,60 aan explootkosten, € 249,00 aan salaris gemachtigde en € 507,00 aan griffierecht, één en ander, voor zover van toepassing, inclusief BTW;
veroordeelt gedaagde partij in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter