ECLI:NL:RBAMS:2021:84
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afkoelingsperiode en benoeming observator in het kader van gecontroleerde afwikkeling van een onderneming
Op 15 januari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek om een afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) voor de besloten vennootschap [verzoekster]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] op 4 januari 2021 een verklaring ter griffie heeft gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. De rechtbank heeft de feiten in overweging genomen, waaronder de oprichting van [verzoekster] en de stichting, en de huidige situatie waarin [verzoekster] geen activiteiten meer ontplooit en slechts één werknemer in dienst heeft. De rechtbank heeft ook de zienswijze van de belanghebbenden gehoord, die zich verzetten tegen de afkoelingsperiode, en heeft geconcludeerd dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is voor een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om een afkoelingsperiode van twee maanden af te kondigen en een observator aan te stellen om toezicht te houden op de totstandkoming van het akkoord. De kosten van de observator komen voor rekening van [verzoekster].