Op 10 februari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot wijziging van een zorgmachtiging die eerder op 17 november 2020 was afgegeven voor de betrokkene, geboren in 1983. De advocaat van de betrokkene, mr. P. Jeeninga, heeft bepleit dat een wijziging van de zorgmachtiging niet mogelijk is, omdat de wet een wijziging van de zorgmachtiging koppelt aan tijdelijke verplichte zorg in een noodsituatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden in de accommodatie van Arkin, waar de betrokkene verblijft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen tijdelijke ‘extra’ verplichte zorg van toepassing is en dat de bestaande zorgmachtiging loopt tot 17 mei 2021. De rechtbank heeft de noodzaak van een langere opname voor de betrokkene onderbouwd, gezien de psychische kwetsbaarheid en de weigering van medicatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging voldoet aan de criteria van de Wvggz en heeft de verzoeken van de officier van justitie toegewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter I.M. Nusselder en is op 19 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, zodat de betrokkene onder bepaalde voorwaarden kan worden behandeld, met inachtneming van de veiligheid en de mogelijkheid tot deelname aan het maatschappelijk leven. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.