Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker]
de stichting Stichting Aanpak Overlast Amsterdam
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Feiten
Uitgangspunten
“(…) Ik zag dat hij ons aanbleef kijken. Ik zag dat X in een snel tempo naar ons toe kwam. Op afstand zei ik tegen X: “Waarom ga je verder op deze manier. Het was toch klaar.” Ik hoorde X zeggen: “Ik mag ik zeggen wat ik wil toch.” Ik zag dat hij nog dichterbij kwam. Ik stapte van mijn fiets af en zette mijn fiets op de standaard. Dit deed ik om afstand te houden. Ik zag da hij steeds dichter bij kwam. Ik hoorde hem zeggen: “Jullie doen stoer.” Ik zag dat X een rode pet op had. Ik zag dat hij zijn hoofd naar achter deed en weer naar voren waardoor hij met de cap van zijn pet tegen mijn hoofd aan kwam. Dit deed geen pijn. Ik had meer het idee dat hij afstand wilde creeëren.
op een gepaste afstand stond. Ik zag X met zijn rechtervuist naar achteren haalde. Ik had niet het idee dat X mij daadwerkelijk ging slaan, omdat ik nooit z’n aanvaring met X heb gehad. [collega 1] greep in van de zijkant, omdat hij zag dat X mij een vuistslag wilde geven. Hierdoor miste zijn vuistslag mijn gezicht. [collega 1] zette zijn voet achter de voeten van X waardoor X pootje werd gehaakt. Ik voelde dat X mij vast pakte aan mijn rechter mouw. Hierdoor viel X niet op de grond en belandde hij half op de plantenbak die achter hem stond. [collega 1] pakte hem vast en zette hem overeind en zei: “Doe normaal”. Ik zag dat X meer slaande bewegingen maakte. Deze raakte ons niet. Hij wilde echt vechten met ons. Ik zag dat er verschillende mensen tussen ons kwamen. Beveiliging van de coffeeshop, collegas van ons en andere mensen die ik niet kende. Ik hoorde X zeggen:”Ik ga je dood maken, ik ga je pakken, jullie gaan er allebei aan. (…)”
Uit uw verhoor bij de politie en het verhoor van de heer [collega 1] kan onvoldoende worden vastgesteld dat opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte is gedaan of opzettelijk feiten/omstandigheden zijn verzwegen. Het lijkt voornamelijk te gaan om het interpreteren van bewegingen en het is mogelijk dat dit niet op een volledige wijze in de aangifte terecht is gekomen.”
Met jouw handelwijze heb je in strijd gehandeld met voormelde kerntaken en -waarden van SAOA en de Gedragscode van SAOA. Je hebt immers gezien dat [collega 1] de doelgroepjongere – naar aanleiding van persoonlijke onenigheid tussen jou en de doelgroepjongere – zonder concrete aanleiding meermaals heeft geslagen, terwijl dat niet noodzakelijk was, laat staan proportioneel. Je hebt de doelgroepjongere daarbij zelf ook geprobeerd te slaan. Je hebt dat vervolgens niet zelf aan SAOA gemeld. Je hebt daarover zelfs in de twee met ons gevoerde gesprekken een andere verklaring afgelegd, terwijl je wist dat het voor SAOA heel belangrijk was de waarheid daarover te horen. Je hebt die verklaring daarnaast aangehouden in jouw aangifte tegen de doelgroepjongere. Je hebt daarmee je persoonlijke belang zwaarder laten wegen dan dat van SAOA, althans de belangen van SAOA ernstig veronachtzaamd, met alle gevolgen van dien, zowel voor de doelgroepjongeren als de (reputatie van) SAOA. Die laatste is reeds aangetast doordat het incident veel toeschouwers had. Ook heeft SAOA vernomen dat de burgermeester over het voornoemde incident zal worden geïnformeerd.
Verzoek
Verweer en (voorwaardelijk) tegenverzoek
Beoordeling
“Ik zag dat er verschillende mensen tussen ons kwamen. Beveiliging van de coffeeshop, collegas van ons en andere mensen die ik niet kende …”. Hij heeft dit dus niet verzwegen. Bovendien hebben de vier straatcoaches allen melding gemaakt van het incident bij hun leidinggevenden. SAOA was dan ook op 22 januari 2020 op de hoogte van het incident en wist dat daarbij vier straatcoaches aanwezig waren geweest.
restant salaris c.a.
transitievergoeding
wettelijke rente
billijke vergoeding
tegenverzoek
ostenveroordeling
BESLISSING
€ 83,00 voor het griffierecht
€ 498,00 voor salaris gemachtigde
-----------------
€ 581,00 voor zover van toepassing, inclusief btw, ], te voldoen binnen 14 dagen na de datum van deze beschikking, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van deze beschikking tot de dag van volledige betaling;