ECLI:NL:RBAMS:2021:8171
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake voortzetting bedrijfshuur en ontbindingsvordering
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een geschil over de voortzetting van een bedrijfshuur tussen de besloten vennootschap Nedstede Retail B.V. en een gedaagde. De kantonrechter heeft op 23 augustus 2021 vonnis gewezen in een enkelvoudige procedure. De eiser, Nedstede, vertegenwoordigd door mr. P.C.J. Twaalfhoven, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, terwijl de gedaagde, bijgestaan door mr. J.A. Tuinman, een voorwaardelijke tegenvordering had ingesteld. Tijdens de zitting op 7 juli 2021 is geprobeerd om partijen tot een minnelijke regeling te brengen, maar dit is niet gelukt. De kantonrechter heeft vervolgens de vraag beantwoord of de ontbindingsvordering was verjaard, wat ontkennend werd beantwoord. De kantonrechter oordeelde dat de tekortkoming van de gedaagde niet van zodanig gewicht was dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gerechtvaardigd waren. De gedaagde huurt de bedrijfsruimte al meer dan 40 jaar en heeft altijd tijdig de huur betaald. De kantonrechter heeft de vordering van Nedstede afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De kantonrechter heeft de partijen aangespoord om hun juridische posities in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie.