Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de zitting
2.Waar gaat de zaak over?
3.Beschuldigingen
‘september’omdat sprake is van een kennelijke misslag. De rechtbank begrijpt het einde van de periode, gezien wat door de officier van justitie op zitting is aangevoerd en gelet op de inhoud van het dossier, als
3 september 2018omdat dit de datum is van het informatieve gesprek zeden van aangeefster bij de politie en als datum kan worden gezien van de definitieve breuk van het contact met verdachte. Verdachte wordt door de verbetering van deze misslag niet in zijn verdediging geschaad.
4.Waardering van het bewijs
[moeder] (hierna: [moeder] ), en [naam 2] (hierna: [naam 2] ), de vrouw van de voorganger van de kerk, bij dit gesprek betrokken. Aangeefster ontdekte door toedoen van verdachte, dat dit niet de manier was om te leven. Dit was het moment dat zij weer normaal ging eten.
close. Zo herinnert zij zich dat verdachte haar via WhatsApp vroeg wat zij aanhad terwijl zij in bed lag. Aangeefster vond de gesprekken wel interessant, want zij voelde zich voor het eerst begrepen. [14]
counselingtussen hen beiden. [17] Aangeefster voelde zich toen erg alleen en niet gesteund door haar ouders. Op advies van verdachte schreef aangeefster een brief aan haar ouders (‘Ik ben boos-brief’ [18] ) omdat het volgens hem belangrijk was dat zij haar emoties zou uiten. Zij moest opschrijven waarom zij boos was op haar ouders. Deze brief moest zij naar verdachte sturen. [19]
all the way. Aangeefster vertelde getuige [vriendin] dat de relatie was begonnen toen zij nog thuis woonde en dat zij het allemaal niet heeft gewild. Ook gaf zij aan het gevoel te hebben klem te zitten, omdat ze wel om verdachte gaf en hem niet in de problemen wilde brengen. Volgens [vriendin] is er in dit gesprek van zo’n drie uur heel veel gehuild door aangeefster. [36] [vriendin] heeft de moeder van aangeefster vervolgens op de hoogte gebracht van de situatie. [37]
traumafocusedbehandeling in de vorm van EMDR. Volgens de psychotherapeut is steeds duidelijker geworden hoe ingrijpend, beangstigend en beschadigend aangeefsters ervaringen zijn geweest en wat een ontzettende impact deze op alle ontwikkelingsgebieden hebben gehad. [54] In januari van 2020 is aangeefster nog steeds onder behandeling. Volgens de psychotherapeut is die behandeling nog steeds intensief en bestaat deze uit wekelijkse sessies van anderhalf uur. Op dat moment is nog steeds sprake van een achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten in sociaal-emotionele ontwikkeling en valt niet te voorspellen of volledig herstel haalbaar is, wel is zeker dat aangeefster nog een lange periode behandeling nodig zal hebben. [55]
‘all the way’gingen. Volgens verdachte klopt het hoe het contact met aangeefster is opgebouwd, maar hij ontkent dat er voor haar achttiende verjaardag sprake is geweest van een seksuele relatie. [56] Ook is volgens hem geen sprake geweest van dwang. De verdediging betwist daarom de betrouwbaarheid van aangeefster.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
Ten aanzien van het overtreden van het beroepsverbod onthouden de deskundigen zich van een advies over de mate van toerekening omdat veel niet inzichtelijk geworden factoren en scenario’s denkbaar zijn en daardoor niet tot een eenduidig advies kan worden gekomen. Ook kan daardoor geen uitspraak worden gedaan over een recidiverisico.
De deskundigen kunnen geen eenduidig antwoord geven op de vraag over een eventuele doorwerking van de vastgestelde persoonlijkheidsstoornis in de bewezen verklaarde feiten en komen daardoor niet tot een advies over het opleggen van een juridische straf of maatregel.
9.Vorderingen van de benadeelde partijen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van vier (4) jaar en zes (6) maanden.
slachtoffer 1 gedeeltelijk toetot een bedrag van
€ 15.000,- (vijftienduizend euro)aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf
3 september 2018 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
Wijst het meer gevorderde aan immateriële schade af.
€ 1.639,00 (zestienhonderdnegenendertig euro).
ten aanzien van de gevorderde materiële schade, niet ontvankelijk is in haar vordering. Dit deel van de vordering kan eventueel worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
€ 15.000,- (vijftienduizend euro),te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 september 2018 tot aan de dag dat is betaald. Wanneer er niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 110 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
benadeelde partij, slachtoffer 5, niet ontvankelijk in zijn vordering. De vordering kan eventueel worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.