In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 november 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal. De verdachte, een EU-burger zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd ervan beschuldigd op 10 augustus 2021 een zonnebril te hebben gestolen uit een winkel in Amsterdam. Tijdens de zitting op 11 november 2021 heeft de verdachte bekend dat hij de zonnebril had gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder meerdere keren was veroordeeld voor misdrijven en dat hij geen rechten had opgebouwd ten aanzien van sociale voorzieningen in Nederland. Dit heeft invloed gehad op de mogelijkheid tot begeleiding en behandeling van de verdachte.
De officier van justitie heeft gevorderd om de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) op te leggen voor de duur van twee jaar. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte niet voldoet aan de criteria voor de ISD-maatregel en heeft verzocht om een alternatieve straf. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte voldoet aan de voorwaarden voor de ISD-maatregel, gezien zijn recidive en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de maximale termijn van twee jaar, met een tussentijdse beoordeling na negen maanden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook rekening gehouden met het rapport van de reclassering, waarin werd aangegeven dat de verdachte een hoog risico op recidive heeft en dat er geen reële mogelijkheden zijn voor begeleiding zonder sociale rechten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de bescherming van de maatschappij en om de verdachte de kans te geven aan zijn problematiek te werken.