Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
6) vonnis van 26 januari 2021 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zaaknummer C/13/694914 / KG ZA 20-1157 (3e executiegeschil).
3.Het geschil
4.De beoordeling4.1. [eisers] hebben gelijkluidende vorderingen als hier voorliggen ter beoordeling voorgelegd aan het gerechtshof. Gelet op de rolbeslissing van het gerechtshof van 21 januari 2021 zal het gerechtshof waarschijnlijk niet tijdig (voor de geplande ontruiming op 10 maart 2021) kunnen beslissen op die vorderingen en OZV heeft niet willen toezeggen de woning niet aan een ander te zullen verhuren totdat het gerechtshof in het incident heeft beslist. Derhalve hebben [eisers] een spoedeisend belang bij hun vorderingen.
1.016,00