Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiseres 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2021, met bijlagen,
- de conclusie van antwoord tevens exceptie van onbevoegdheid van [eiseressen 1 en 2] , met bijlagen,
- de conclusie van antwoord tevens houdende incidentele conclusie van onbevoegdheid van [eiseres 3] , met bijlagen,
- de antwoordakte inzake bevoegdheid van Dentons in het incident van [eiseressen 1 en 2] ,
- de antwoordakte inzake bevoegdheid van Dentons in het incident van [eiseres 3] ;
- het verzoek van 26 augustus 2021 van [eiseres 3] om een nadere conclusie in het incident,
- het verzoek van 27 augustus 2021 van Dentons tot het houden van pleidooi in het incident,
- het bericht van 8 september 2021 van [eiseressen 1 en 2] waarin zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank,
- het bericht van 16 september 2021 van de griffier met het voorstel van de rechtbank om in plaats van pleidooi een nadere wisseling van conclusies te nemen en af te zien van pleidooi,
- de instemmende reacties van partijen van 17 en 21 september 2021 hierop,
- het bericht van 22 september 2021 van de griffier dat schriftelijk zal worden voortgeprocedeerd in de incidenten,
- de conclusie van repliek in incident van [eiseressen 1 en 2] ,
- de antwoordakte inzake bevoegdheid van [eiseres 3] ,
- de conclusie van dupliek in het incident tot onbevoegdheid van Dentons in het incident van [eiseressen 1 en 2] ;
- de conclusie van dupliek in het incident tot onbevoegdheid van Dentons in het incident van [eiseres 3] .
2.De feiten voor zover van belang in de incidenten
engagement letteraan Janson Baugniet verzonden, met als bijlage de algemene voorwaarden van Dentons met daarin een forumkeuze voor de bevoegde rechter te Amsterdam (hierna: de Forumkeuze).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Höszig/Alstom, rov. 39).
Höszig/Alstom,ondertekend door of namens [eiseressen 1, 2 en 3] Ook overigens blijkt niet van daadwerkelijke wilsovereenstemming ter zake de forumkeuze. Bij die stand van zaken kan het forumkeuzebeding niet worden beschouwd als te zijn aanvaard door [eiseressen 1, 2 en 3] Dat de forumkeuze in dit geval wel voldoet aan één van de andere twee toegelaten vormen uit artikel 25 Brussel I bis-Verordening, is niet gesteld en evenmin gebleken.
houdende een forumkeuze. De ereloonafspraken met Dentons (2.9) heeft [eiseres 3] niet betwist.
Erfolgsort) als de plaats van de gebeurtenis die met de schade in een oorzakelijk verband staat (
Handlungsort) verstaan. Niet kan worden vastgesteld dat de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis voor Dentons in Nederland is gelegen. Evenmin kan worden aangenomen dat de gestelde schade van Dentons in Nederland (binnen het rechtsgebied van deze rechtbank) is veroorzaakt of rechtstreeks is ingetreden. Dit betekent dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft op grond van artikel 7 aanhef en onder 2 Brussel I bis-Verordening.
De SPA zag op de verkoop van de aandelen van een vennootschap waar [eiseres 3] tot dat moment enig statutair bestuurder van was. De gelijktijdig gesloten Dienstverleningsovereenkomst zag op kort gezegd aan diezelfde vennootschap te verlenen managementdiensten door een andere aan [eiseres 3] gelieerde vennootschap, die daarbij slechts beroep zou doen op [eiseres 3] . Bij de SPA was [eiseres 3] verkopende partij, zowel in privé als via een vennootschap waarvan hij enig aandeelhouder en statutair bestuurder was. Daarnaast was een aan [eiseres 3] gelieerde vennootschap als garantsteller partij bij de SPA.
NJ2010/522, ‘
Wood Floor/Silva Trade’)volgt moet bij de beoordeling waar de diensten volgens de overeenkomst verstrekt werden het volgende tot uitgangspunt worden genomen. Ingeval op meerdere plaatsen diensten worden verricht, wordt onder plaats van uitvoering in beginsel verstaan de plaats waar de diensten hoofdzakelijk worden verricht. Gelet op het doel van voorspelbaarheid, dient deze plaats zo veel mogelijk uit de bepalingen van de overeenkomst zelf te worden afgeleid. Eerst subsidiair moet de plaats in aanmerking worden genomen waar de werkzaamheden overwegend zijn verricht, mits de verrichting van diensten op die plaats niet indruist tegen de wil van partijen zoals die uit de bepalingen van de overeenkomst blijkt. Daarbij kan rekening worden gehouden met de feitelijke aspecten van de zaak, inzonderheid de ter plaatse doorgebrachte tijd en het belang van de werkzaamheden die er zijn verricht. Meest subsidiair kan worden aangesloten bij de woonplaats van degene die de werkzaamheden heeft verricht.
5.De beslissing
rolzal komen van
12 januari 2022voor
beraad rolrechter mondelinge behandeling,