ECLI:NL:RBAMS:2021:7984

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
13/701383-18 (A) en 13/237971-20 (B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal in vereniging van auto's en auto-onderdelen wegens onvoldoende bewijs voor medeplegen

Op 24 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaken met parketnummers 13/701383-18 (zaak A) en 13/237971-20 (zaak B). De verdachte werd beschuldigd van diefstal in vereniging van instrumentenpanelen, dashboards en auto-onderdelen uit een auto, alsook van diefstal van twee auto's. De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld en het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op dezelfde datum. De officier van justitie, mr. K. van der Willigen, heeft zijn vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen, hun verweer hebben gevoerd.

In zaak A werd de verdachte beschuldigd van diefstal van instrumentenpanelen uit een auto op 5 maart 2018 te Amsterdam. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de instrumentenpanelen uit de auto’s van de aangevers waren weggenomen, er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een wezenlijke bijdrage aan de diefstal had geleverd. De enkele omstandigheid dat de verdachte in de huurauto zat, van waaruit de gestolen panelen zijn gegooid, was niet voldoende om tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen.

In zaak B, waarin de verdachte werd beschuldigd van diefstal van twee auto's, kwam de rechtbank tot dezelfde conclusie. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren het erover eens dat niet kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs tekortschiet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummers: 13/701383-18 (zaak A) en 13/237971-20 (zaak B)
Datum uitspraak: 24 december 2021
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
ingeschreven op het adres [adres verdachte] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 december 2021.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. K. van der Willigen, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – tenlastegelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan,
zaak A:
diefstal(len) in vereniging van instrumentenpanelen, dashboards en/of auto-onderdelen uit een auto, toebehorend aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , door middel van braak, verbreking of een valse sleutel op 5 maart 2018 te Amsterdam;
zaak B,
feit 1: diefstal in vereniging van een auto toebehorend aan [benadeelde partij 3] , door middel van braak, verbreking of een valse sleutel in de periode van 17 september 2019 tot en met 18 september 2019 te Zaandam;
feit 2: diefstal in vereniging van een auto (met kenteken WIL) toebehorend aan [benadeelde partij 4] , door middel van braak, verbreking of een valse sleutel in de periode van 19 oktober 2019 tot en met 20 oktober 2019 te Amsterdam.
De gehele tekst van de tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Beoordeling van het bewijs

De rechtbank acht de tenlastegelegde feiten in zaak A en zaak B niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Ten aanzien van zaak A
De rechtbank stelt vast dat uit de auto’s van aangevers instrumentenpanelen zijn weggenomen. Kort daarvoor heeft de huurauto waarin verdachte en de medeverdachten reden stilgestaan in de directe omgeving van de auto’s van aangevers. De weggenomen instrumentenpanelen zijn aan de kant van de weg aangetroffen, dichtbij de locatie waar verdachte en de medeverdachten zijn aangehouden, nadat zij met de huurauto voor de politie waren weggevlucht. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de gevonden instrumentenpanelen uit de huurauto, waarin verdachte en de medeverdachten zaten, zijn gegooid. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank echter van oordeel dat niet kan worden vastgesteld of verdachte een wezenlijke bijdrage bij de diefstal heeft gehad en dus of er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten bij deze diefstal. De enkele omstandigheid dat verdachte in de auto zat van waaruit kort daarvoor de gestolen instrumentenpanelen zijn gegooid, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van de tenlastegelegde diefstallen te komen.
Ten aanzien van zaak B
De rechtbank is van oordeel − samen met de officier van justitie en de verdediging − dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde diefstallen in zaak B.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, voorzitter,
mrs. A. van der Pol en M.J.A. Tax, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. Koudadi, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 december 2021.
[(...)]