Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 februari 2019, met producties,
- het vonnis in incident van 5 juni 2019, met de daarin genoemde stukken, waarbij de oproeping tot vrijwaring van Elbete (Hoppenbrouwers) is afgewezen,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van Sunprojects, met producties,
- het tussenvonnis van 5 februari 2020, waarin comparitie van partijen is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het proces-verbaal van de niet gehouden zitting van 9 april 2020, waarin de zaak is verwezen naar conclusie van repliek aan de zijde van DMG, nadat partijen te kennen hadden gegeven schriftelijk te willen voortprocederen,
- de akte van DMG van 10 juni 2020, met producties,
- de conclusie van repliek tevens houdende akte wijziging van eis van DMG, met producties,
- de conclusie van dupliek van Sunprojects, met producties,
- de akte uitlaten producties van DMG van 11 augustus 2021.
2.De feiten
Samenvattend
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
- € 15.300,- aan derving van opbrengst als gevolg van het “aftoppen” van de opbrengst op 70% van het maximum, begroot op € 850,- per maand over een periode van 18 maanden (26 mei 2020 tot eind 2021) en
- € 33.816,- aan derving van opbrengst van de PV-installatie tijdens de uitschakeling gedurende een periode van 8 weken waarin de herstelwerkzaamheden worden verricht, en
“bij geen van de genoemde punten (7, 8, 9, 11, 13 en 14) is het nodig om de bekabeling volledig te vervangen.”Sunprojects schaart zich hierachter. DMG is het hier niet mee eens. DMG heeft dit toegelicht door overlegging van een filmpje van de situatie en correspondentie met haar verzekeraar AFM, die herstel verlangt van de kabels en indien dat niet gebeurt de verzekeringspremie wordt verhoogd, dan wel dat de dekking of voorwaarden van de verzekering worden aangepast, vanwege hoog (brand)risico. Ook heeft DMG ter onderbouwing een aanvullend rapport overgelegd van Wassenaar Inspecties die wel tot de conclusie komt dat vervanging van de gehele bekabeling noodzakelijk is (zie 2.15).
“zeer indicatief is en dit slechts een schatting van de ordegrootte is”. Partijen zijn geen van beide ingegaan op de door DNV GL genoemde bedragen, zodat de rechtbank deze bedragen wel als uitgangspunt neemt bij een begroting van de schade. DNV GL heeft de volgende kosteninschatting gemaakt per punt:
- Punt 7: minder dan € 500,-,
- Punt 8: circa € 15.000,-,
- Punt 9: circa € 10.000,-,
- Punt 11 en 13: circa € 10.000,-,
- Punt 14: minder dan € 1.000,-.
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)