In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep van [eiseres] tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het primaire besluit van het Uwv, gedateerd 23 juli 2020, wees de aanvraag van [eiseres] af, waarna het Uwv op 2 februari 2021 het bezwaar van [eiseres] ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig is uitgevoerd en dat de medische beoordeling voldoende gemotiveerd is. De rechtbank concludeert dat [eiseres] voor 0,00% arbeidsongeschikt is, en dat het bestreden besluit op een juiste medische en arbeidskundige grondslag berust. De rechtbank heeft het beroep van [eiseres] ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor veroordeling in proceskosten of vergoeding van het griffierecht. Tevens is het verzoek van [eiseres] om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat zij voldoet aan de criteria voor betalingsonmacht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.