7.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van het Leger des Heils van 3 december 2021, opgemaakt door [naam1] , reclasseringswerker. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Risicofactoren die hebben geleid tot de winkeldiefstal zijn de aanwezigheid van verslavings-problematiek en maatschappelijke teloorgang. Zo leidt betrokkene sinds 2020 een dakloos bestaan en kampt hij met lichamelijke klachten. In het verleden leek betrokkene wel te beschikken over stabiliteit op diverse levensgebieden en was de alcoholverslaving minder prominent aanwezig in zijn leven. Indirect spelen vermoedelijk jeugdtrauma's een rol bij het ontstaan van zijn verslavingsproblematiek. Betrokkene lijkt daarnaast sinds het overlijden van zijn partner in een neerwaartse spiraal te zijn geraakt waarbij hij onvoldoende beschikt over vaardigheden om zijn problemen op te lossen. Betrokkene is sinds 2020 excessief alcohol gaan gebruiken. Daarnaast is er sprake van een schuldenlast. Een beschermende factor is dat betrokkene momenteel nuchter is door detentie en een gemotiveerde houding heeft om te werken aan zijn problemen.
Wij zien geen mogelijkheden meer in een ambulant kader. In het verleden is namelijk diverse keren in vrijwillig kader ingezet op detoxificatie en ambulante verslavingszorg welke niet hebben geleid tot verbetering van de leefsituatie.
[naam instelling2] denkt dat het traject van vrijwillige opname te hoog gegrepen is voor betrokkene en zij zien een aantal contra-indicaties voor zijn plaatsing. Wij blijven daarom bij ons advies, dat wij nu geen mogelijkheden zien voor een ambulant kader en daardoor voldoet betrokkene ook aan de zachte ISD criteria.
[naam2] , werkzaam bij [naam instelling] zou op basis van de casusschets mogelijkheden zien voor een opname. Betrokkene zou echter wel een verblijfplaats moeten hebben om verlof te kunnen nemen en te werken aan zijn resocialisatie. De reclassering heeft geen mogelijkheden om verblijfzorg aan te vragen voor de weekenden.
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Onder invloed van alcohol kan betrokkene grensoverschrijdend gedrag vertonen.
Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. Betrokkene lijkt door zijn huidige leefsituatie niet in staat om op afspraken te verschijnen en heeft ook laten zien dat hij zich moeilijk kan conformeren aan de afspraken bij de reclassering.
Bij een veroordeling adviseren wij een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
Betrokkene heeft diverse trajecten doorlopen gericht op detoxificatie en heeft zich niet kunnen conformeren aan een eerder opgelegd reclasseringstoezicht. Alhoewel betrokkene een gemotiveerde houding heeft en wij zien dat betrokkene zijn leven anders wil inrichten, zien wij momenteel geen mogelijkheden binnen een ambulant kader.
Betrokkene zal momenteel bij vrijlating uit detentie niet beschikken over een stabiele woonplek of een verblijfadres waardoor de kans op terugval in alcoholgebruik hoog is. Ook lijkt betrokkene onvoldoende zelfredzaam en fysiek niet in staat om vanuit een ambulant kader stabiliteit te creëren. Daarnaast staat betrokkene open voor zorg gericht op zijn verslaving, welke middels de ISD maatregel geboden kan worden in de vorm van een klinisch traject met een extramurale fase. In deze extramurale fase kan ingezet worden op het continueren van een behandeling (ambulant) in combinatie met verblijfszorg (begeleid of beschermend wonen).
Verder heeft de rechtbank ter terechtzitting van 7 december 2021 reclasseringswerker [naam1] , verbonden aan Jeugdbescherming en Reclassering Leger des Heils te Amsterdam, als deskundige gehoord. Zij heeft verklaard achter het advies tot oplegging van de ISD-maatregel te staan en dat de wens van verdachte om nu te werken aan zijn terugkeer naar Marokko nu niet realistisch lijkt en daarom geen reële optie is.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 4 november 2021 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan 22 september 2021 ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf (parketnummers 13/173621-21, 13/283170-20 en 13/120353-20), terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Blijkens voornoemd uittreksel Justitiële Documentatie is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.
De rechtbank volgt het advies van de reclassering en zal aan verdachte de ISD-maatregel opleggen. De reclassering ziet geen aanknopingspunten meer voor begeleiding en behandeling van verdachte in een ambulant kader met voorwaarden. Er is sprake van grondige verslavingsproblematiek en problemen op diverse leefgebieden. Indien verdachte nu vrij zou komen is de kans op recidive hoog.
Verdachte heeft met zijn partner 23 jaar een eigen onderneming gehad in Nederland. Uiteindelijk zijn zij naar Marokko vertrokken om daar een winkel in een hotel te beginnen. Vervolgens is zijn partner overleden en is verdachte afgegleden. Hij is naar Nederland gekomen om een en ander te regelen en is hier vervolgens gestrand door de coronapandemie. Hierdoor is hij nog verder afgegleden waardoor er vervolgens problemen op alle leefgebieden zijn ontstaan. Enkel detoxificatie is gelet op de complexiteit van de problematiek onvoldoende gebleken. De rechtbank ziet het optimisme en de goede voornemens en bedoelingen van verdachte, maar helaas heeft een ambulant kader niet geleid tot structurele gedragsverandering. Er is daarom meer nodig dan alleen zijn goede wil en een alternatief voor een ISD-maatregel is onmogelijk gebleken. Dat ter zitting door verdachte is verklaard dat hij wil terugkeren naar Marokko maakt dit niet anders. Nog afgezien van de reisbeperkingen op dit moment lijkt van een concreet plan over onder meer de reis en het verblijf aldaar geen sprake. Vanuit de ISD-maatregel kan ook worden gewerkt aan het realiseren van terugkeer naar Marokko.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek een reële en noodzakelijke kans te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de maatregel te beperken tot één jaar gelet op de bij verdachte bestaande meervoudige problematiek. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.