ECLI:NL:RBAMS:2021:7746

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
4 januari 2022
Zaaknummer
13/181852-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bezit van kinderpornografie met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen en een video. De zaak kwam voort uit een melding van een man die zich bij de politie had gemeld na een ontmoeting met de verdachte, waarbij hij seksuele gedragingen met minderjarige jongens had waargenomen. De politie heeft de verdachte geïdentificeerd via een online profiel en zijn woning doorzocht, waar kinderpornografische afbeeldingen op zijn mobiele telefoon werden aangetroffen.

Tijdens de rechtszitting verklaarde de verdachte dat hij in een donkere periode van zijn leven verkeerde en verslaafd was aan alcohol en cocaïne. Hij beweerde dat de afbeeldingen op zijn telefoon onbedoeld waren opgeslagen en dat hij deze had ontvangen van anderen. De officier van justitie eiste een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, terwijl de verdachte vroeg om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat dit zijn recente positieve ontwikkelingen in de weg zou staan.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor het bezit van een kinderpornografische video, maar wel voor het bezit van 19 kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank legde een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op, met een proeftijd van één jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn positieve ontwikkeling in de afgelopen jaren.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/181852-20
Datum uitspraak: 3 november 2021
Verkort vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] , [woonplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 november 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. W.E. Woudman, en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd: het op of omstreeks 17 december 2019 in Diemen in het bezit hebben van/zich de toegang verschaffen tot 25 kinderpornografische afbeeldingen en één kinderpornografische video.
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht. Deze tekst geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Inleiding
Op 16 oktober 2019 heeft een man genaamd [persoon 1] zich gemeld bij de politie te Diemen. Hij vertelde dat hij op 30 september 2019 een afspraak met een andere man had gemaakt via ‘ [naam applicatie] ’. De betreffende persoon maakte gebruik van profielnaam ‘ [profielnaam] ’ en gaf het adres [adres 2] op als ontmoetingsadres. Toen [persoon 1] daar op 30 september 2019 verscheen, stelde de andere man zich voor als [persoon 2] . Volgens [persoon 1] liet [persoon 2] hem filmpjes zien waarop seksuele gedragingen met minderjarige jongens waren te zien en vertelde [persoon 2] dat hij weleens naar het buitenland ging om seks te hebben met kinderen.
Naar eigen zeggen maakte [persoon 1] zich zorgen om [persoon 2] en de mogelijke slachtoffers en heeft hij zich om die reden bij de politie gemeld. [persoon 1] heeft de politie de profielpagina van ‘ [profielnaam] ’ laten zien en twee foto’s die [persoon 2] hem had toegestuurd via ‘ [naam applicatie] ’.
Op 16 december 2019 heeft de politie onderzoek gedaan naar de identiteit van de persoon achter het ‘ [naam applicatie] ’-account ‘ [profielnaam] ’. De politie heeft vastgesteld dat verdachte de gebruiker was van dit account. Op 17 december 2019 heeft de politie de toenmalige woning van verdachte (aan [adres 2] ) doorzocht. Tijdens de doorzoeking is onder andere de mobiele telefoon van verdachte in beslag genomen. In de telefoon zijn kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen.
3.2
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 3 november 2021 verklaard dat het klopt dat er kinderpornografische foto’s in zijn telefoon zijn aangetroffen, maar dat daarvoor een goede reden was. Verdachte bevond zich in de ten laste gelegde periode in een donkere fase van zijn leven en was verslaafd aan alcohol en cocaïne. Als hij alcohol en/of cocaïne had gebruikt, deed verdachte soms dingen waar hij de volgende dag veel spijt van had. Omdat hij in zijn jeugd zelf slachtoffer is geworden van seksueel misbruik, wilde verdachte een rapportage maken met het doel misstanden aan de kaak te stellen. Daarom heeft hij op de site ‘ [internetsite] ’ – waar volgens verdachte allerlei dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen – contact gezocht met twee personen. Verdachte wilde deze personen interviewen en heeft hen daarom zijn telefoonnummer gegeven. Verdachte heeft deze personen naar eigen zeggen ‘in de val gelokt’. Zij stuurden hem echter – ongevraagd – allerlei foto’s. Verdachte heeft deze foto’s van zijn Whatsapp verwijderd, maar de foto’s werden ongemerkt automatisch op zijn telefoon opgeslagen. Volgens verdachte is de situatie uiteindelijk zodanig uit de hand gelopen dat hij werd bedreigd.
Verdachte ontkent dat hij een kinderpornografische film in zijn bezit heeft gehad. Ook betwist hij de verklaring van melder [persoon 1] , onder meer over het tonen van kinderpornografische filmpjes door verdachte.
3.3
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte een kinderpornografische videofilm in zijn bezit heeft gehad, zodat hij van dat gedeelte van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
De officier van justitie acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische foto’s in zijn bezit heeft gehad. De verklaring van verdachte over de manier waarop de foto’s in zijn telefoon terecht zijn gekomen, doet daar niet aan af. Verdachte mag niet voor eigen rechter gaan spelen. Hij moet het opsporen van strafbare feiten overlaten aan de politie, aldus de officier van justitie.
3.4
Oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het bezit van de ten laste gelegde kinderpornografische videofilm, nu deze niet in de gegevensdragers van verdachte is aangetroffen.
De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen wel bewezen dat verdachte op
17 december 2019 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. De verklaring van verdachte over de manier waarop de foto’s in zijn telefoon terecht zijn gekomen, doet daar niet aan af. Zelfs als deze (niet nader onderbouwde) lezing door verdachte zou kloppen, neemt dat namelijk niet weg dat hij kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Het bezit van kinderporno is strafbaar en daarbij is niet relevant met welke reden verdachte deze foto’s in zijn bezit had.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte op de ten laste gelegde datum in totaal 19 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. Dit zijn minder afbeeldingen dan genoemd in de derde regel van de tenlastelegging (te weten: 25), nu er in de tenlastelegging 24 afbeeldingen zijn beschreven en sommige afbeeldingen dubbel zijn opgenomen. Bovendien komt de beschrijving van een aantal afbeeldingen niet overeen met de ‘samenvatting’ die bovenaan het betreffende onderdeel van de tenlastelegging staat.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
op 17 december 2019 te Diemen,
19 afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [bestandsnaam 1] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 2] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 3] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 4] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 5] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 6] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 7] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 8] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 9] )
en
het met de hand(en) aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [bestandsnaam 10] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 4] )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borst en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [bestandsnaam 11] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 12] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 13] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 11] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 14] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 15] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 16] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 17] )
(bestandsnaam: [bestandsnaam 18] )
en
het houden van een (stijve) penis bij het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [bestandsnaam 19] )
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Het bewijs

De rechtbank baseert haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen staan. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

6.Strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van één jaar.
De officier van justitie heeft in zijn strafeis in het voordeel van verdachte rekening gehouden met het feit dat verdachte positieve ontwikkelingen lijkt te hebben doorgemaakt in zijn leven. Ook weegt de officier van justitie mee dat verdachte bijna twee jaren in spanning op deze zitting heeft gewacht.
8.2
Standpunt van verdachte
Verdachte heeft de rechtbank verzocht om aan hem geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat hij daardoor alles zou kwijtraken wat hij sinds het ten laste gelegde heeft opgebouwd.
8.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van de straffen en bij de vaststelling van de duur en hoogte daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft kinderpornografische foto’s in zijn bezit gehad. Het behoeft geen toelichting dat dit een zeer ernstig feit betreft. De foto’s betreffen opnamen van (voornamelijk) jongens met over het algemeen een geschatte leeftijd tussen de 4 en 14 jaar, die orale en anale seks hebben met volwassenen en bij wie ontuchtige handelingen worden gepleegd. Ook zijn er foto’s aangetroffen van baby’s die eveneens op afschuwelijke wijze worden misbruikt. Door zijn handelen heeft verdachte dit misbruik in stand gehouden.
De rechtbank heeft echter ook oog voor de houding en persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven inmiddels goed doordrongen te zijn van de ernst van de situatie waarin hij zich heeft begeven en hij lijkt oprecht spijt te hebben van zijn handelen. Bovendien is verdachte, zoals blijkt uit een hem betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie (strafblad) van 14 juli 2021, niet eerder onherroepelijk veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit. Ook is hij in de afgelopen twee jaar niet met justitie in aanraking geweest.
Verdachte lijkt zijn leven inmiddels aardig op de rit te hebben. Hij heeft een drukke baan waarin hij het erg naar zijn zin heeft en waarvoor hij veel onderweg is. Verdachte heeft zelf hulp gezocht in verband met zijn verslavingsproblematiek en is naar eigen zeggen sinds anderhalf jaar clean. Op zijn werk wordt hij ook gecontroleerd op het gebruik van drugs. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze positieve ontwikkelingen doorkruisen, waardoor zijn leven misschien weer onstabiel zou worden. Tot slot is van belang dat verdachte bijna twee jaar in spanning heeft gezeten voor deze rechtszaak.
De rechtbank zal daarom volstaan met de straffen zoals die door de officier van justitie zijn geëist, te weten: een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van één jaar. Deze voorwaardelijke gevangenisstraf moet worden gezien als een stok achter de deur, om te voorkomen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank spreekt de hoop uit dat verdachte de positieve lijn in zijn leven doorzet.

9.Beslag

Onder verdachte is een mobiele telefoon van het merk Samsung (goednummer 5853536) in beslag genomen. Verdachte heeft ter terechtzitting van 3 november 2021 verklaard dat hij afstand doet van deze telefoon. Om die reden zal de rechtbank geen beslissing nemen over het beslag.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
Veroordeelt verdachte daarnaast tot een
voorwaardelijke gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Beveelt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een
proeftijdvan
1 (één) jaarvast.
De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf kan worden gelast indien verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. R.M. Troost en M.R. Jöbsis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. van Trijp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 november 2021.
[…]