Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
656,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 27 december 2021, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Pinarbasi-Ilbay. De eiseres heeft op 13 december 2021 een dagvaarding uitgebracht tegen de gedaagde, die niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2021. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geoordeeld dat het gevorderde contactverbod niet onrechtmatig of ongegrond is. Het contactverbod is toegewezen, met de voorwaarde dat gedaagde zich niet mag ophouden binnen een straal van vijf meter van de voordeur van eiseres en dat hij gedurende twaalf maanden na betekening van het vonnis geen contact met eiseres mag opnemen. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 250,00 voor elke overtreding van de opgelegde verboden, tot een maximum van € 10.000,00.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat eiseres het recht heeft om de opgelegde verboden ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, en dat de kosten die hiermee gepaard gaan door gedaagde moeten worden gedragen. Tot slot is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 862,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.