ECLI:NL:RBAMS:2021:7702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
C/13/710626 / KG ZA 21-988
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing contactverbod in kort geding bij verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 27 december 2021, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Pinarbasi-Ilbay. De eiseres heeft op 13 december 2021 een dagvaarding uitgebracht tegen de gedaagde, die niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2021. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geoordeeld dat het gevorderde contactverbod niet onrechtmatig of ongegrond is. Het contactverbod is toegewezen, met de voorwaarde dat gedaagde zich niet mag ophouden binnen een straal van vijf meter van de voordeur van eiseres en dat hij gedurende twaalf maanden na betekening van het vonnis geen contact met eiseres mag opnemen. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 250,00 voor elke overtreding van de opgelegde verboden, tot een maximum van € 10.000,00.

De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat eiseres het recht heeft om de opgelegde verboden ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, en dat de kosten die hiermee gepaard gaan door gedaagde moeten worden gedragen. Tot slot is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 862,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/710626 / KG ZA 21-988 IHJK/MvG
Vonnis in kort geding van 27 december 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 13 december 2021,
advocaat mr. M. Pinarbasi-Ilbay te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 21 december 2021 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vervolgens heeft zij verzocht vonnis te wijzen en is vonnis bepaald op vandaag.
Tijdens de mondelinge behandeling waren eiseres en haar advocaat aanwezig. Gedaagde is niet verschenen en heeft zich ook niet door een advocaat laten vertegenwoordigen.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen met inachtneming van het navolgende.
2.3.
Het gevorderde onder a wordt toegewezen, met dien verstande dat het gedaagde is toegestaan om vanaf de ingang van het appartementsgebouw waarin partijen wonen zich direct toegang te verschaffen tot zijn appartement.
2.4.
Omdat een verbod voor een gebied met een bepaalde straal – zoals is gevorderd onder b – moeilijk te handhaven is, zal in plaats daarvan het gedaagde worden verboden zich op te houden in de directe nabijheid van eiseres. Dit betekent dat als partijen elkaar onbedoeld - op straat of in het appartementsgebouw - tegenkomen, gedaagde zich meteen uit de voeten moet maken.
2.5.
Het gevorderde contactverbod wordt toegewezen, waaronder mede begrepen een verbod voor gedaagde om eiseres vanuit zijn woning uit te schelden dan wel zich op andere wijze verbaal tot eiseres te richten.
2.6.
Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat een dwangsom onvoldoende prikkel tot nakoming vormt of dat tenuitvoerlegging met behulp van de sterke arm onvoldoende soelaas biedt, zodat (de subsidiair, voorwaardelijk of alternatief gevorderde, dat is niet helemaal duidelijk) lijfsdwang op dit moment niet gerechtvaardigd is. Indien blijkt dat de toegewezen sancties geen of onvoldoende effect sorteren, zal eiseres zich opnieuw tot de (voorzieningen)rechter kunnen wenden. Op dat punt zal de vordering worden afgewezen.
2.7.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 121,39
- griffierecht 85,00
- salaris advocaat
656,00
Totaal € 862,39.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
verbiedt gedaagde met inachtneming van hetgeen onder 2.3 is overwogen voor de duur van twaalf maanden na betekening van dit vonnis om zich te bevinden en/of te begeven binnen een straal van vijf meter van de voordeur van [adres] ,
3.3.
verbiedt gedaagde voor de duur van twaalf maanden na betekening van dit vonnis om zich op te houden in de directe nabijheid van eiseres,
3.4.
verbiedt gedaagde voor de duur van twaalf maanden na betekening van dit vonnis om op enigerlei wijze, schriftelijk of mondeling, met eiseres in contact te treden,
3.5.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een dwangsom van
€ 250,00 voor iedere overtreding van de onder 3.2, 3.3 of 3.4 uitgesproken verboden, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
3.6.
machtigt eiseres om de onder 3.2, 3.3 of 3.4 uitgesproken verboden ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie en bepaalt dat indien daarvoor kosten worden berekend, die door gedaagde moeten worden gedragen,
3.7.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 862,39,
3.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MvG