Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde] ,
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, PLAATSELIJK BEKEND ALS [adres gedaagden]
1.De procedure
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en hun standpunten nader mondeling toegelicht. Vonnis is bepaald op heden.
Artikel 7: verplichtingen huurder / verbodsbepalingen
Als we aanbellen doet een jongeman open. (…) hij geeft aan dat hij [naam broer] heet. [naam broer] is een vriendelijke jongeman en zegt dat hij de huurder is. Hij woont hier samen met zijn zus. (…) Als we aangeven dat onze huurder iemand anders is, zegt [naam broer] dat zijn zus [gedaagde] (spreekt hij uit) kent. Ze betalen ieder 500 euro. Het bedrag wordt door zijn zus aan [gedaagde] betaald. Hij heeft onze huurder hier niet gezien. Hij belt naar zijn zus en legt alles uit aan zijn zus. Daarna mogen wij met zus praten. Ze geeft aan dat zij niet in de buurt is, maar met haar vriend ( [gedaagde] ) buiten Amsterdam is. Als we vragen of we hem mogen spreken, wordt ze zenuwachtig en zegt dat hij buiten aan het roken is. We geven aan dat we morgen contact met hem opnemen. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00