ECLI:NL:RBAMS:2021:7660
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging in vereniging
Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging tegen [persoon 1] op 7 december 2018 te Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op dezelfde datum, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. R.N. Refos, heeft de vordering gedaan, en de verdediging werd vertegenwoordigd door mr. S. van den Berg. De benadeelde partij, [persoon 1], werd vertegenwoordigd door mr. J. Gunning.
De tenlastelegging betrof openlijke geweldpleging in vereniging, waarbij de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] [persoon 1] zou hebben mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 7 december 2018 een confrontatie plaatsvond op de kruising van [straatnaam 1] en [straatnaam 2] in Amsterdam, waarbij [persoon 1] en [persoon 2] aangifte deden van mishandeling. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de getuigen waren tegenstrijdig en de rechtbank vond de getuigenverklaring van [getuige] onbetrouwbaar.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij samen met de medeverdachten geweld had gepleegd tegen [persoon 1]. De benadeelde partij, [persoon 1], die een schadevergoeding van EUR 3.000,- had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 juli 2021.