Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Aanleiding en beschuldiging
- zij over een geldig certificaat van goedkeuring beschikte;
- er continu toezicht was en niet/onvoldoende erop heeft toegezien dat de wanden van het speeltoestel niet werden beklommen;
- het speeltoestel niet werd gebruikt door kinderen groter dan 1200 mm;
- het bodemmateriaal in de opvangzone was voorzien van schokabsorberend materiaal;
- er geen tafels/stoelen in de valruimte stonden,
- zij over een geldig certificaat van goedkeuring beschikte;
- het speeltoestel voor ingebruikname was gekeurd;
- de opvangzone van het speeltoestel was voorzien van schokabsorberend materiaal;
- in de verplichte vrije valruimte zich geen tafels en stoelen bevonden.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
- voornoemd speeltoestel voorhanden gehad, terwijl verdachte er geen zorg voor heeft gedragen dat zij beschikte over een geldig certificaat van goedkeuring, zoals bedoeld in artikel 14a WAS en
- onvoldoende zorg gedragen dat voornoemd speeltoestel voorafgaand aan ingebruikname was gekeurd door een aangewezen instelling, zoals bedoeld in artikel 8 tweede lid van het WAS juncto artikel 6 eerste en derde lid van de Nadere regels attractie- en speeltoestellen juncto artikel 10a WAS, en
- onvoldoende zorg heeft gedragen dat rondom het gehele voornoemd speeltoestel, binnen het gebied van de verplichte vrije valruimte van 1500 mm, zich geen obstakels, zoals bedoeld in § 4.2.8.4 van de norm NEN-EN 1176:2008, bevonden, immers stonden rechts van het springkussen, op een afstand van ongeveer 850 mm, tafels en stoelen opgesteld.
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
Bal-Lorig Zaandam B.V., daarvoor strafbaar.
€ 1.500,00(vijftienhonderd euro).