Op 22 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 15 april 2018, na afloop van een concert op station Amsterdam Bijlmer Arena. De verdachte zou geprobeerd hebben [aangever 1] van het leven te beroven door hem een vuistslag te geven, waardoor deze op de spoorrails viel. Daarnaast zou hij ook [aangever 2] en [aangever 3] hebben mishandeld. Tijdens de zitting op 8 december 2021 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de poging tot doodslag en zware mishandeling niet bewezen kon worden, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzet had op de dood of zwaar lichamelijk letsel van [aangever 1]. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deze feiten, maar vond wel bewezen dat hij [aangever 1] had mishandeld door hem een vuistslag te geven. De rechtbank legde een geldboete op van €750,- en kende een gedeeltelijke schadevergoeding toe aan de benadeelde partij [aangever 1]. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van noodweer, omdat de verdachte niet in een situatie verkeerde waarin hij zijn vrouw moest beschermen tegen een onmiddellijke dreiging. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling, maar dat de omstandigheden van het geval, waaronder de tijdsverloop en de overschrijding van de redelijke termijn, in strafverzachtende zin meegewogen moesten worden.