14.7.Ook deze grond slaagt niet.
15. De door verweerder gestelde voorschriften zijn niet in strijd met de Dienstenrichtlijn of andere regelgeving. Het beroep is dan ook ongegrond
16. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, voorzitter, en mr. R.B. Kleiss en mr.
L.H. Waller, leden, in aanwezigheid van mr. J.C.E. Krikke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
BIJLAGE I – Overzicht eisers
Exploitanten
• De Nieuwe Start B.V.
• [bedrijf 1]
• [bedrijf 2]
• [bedrijf 3]
• [bedrijf 4]
• [bedrijf 5]
Naam
Nationaliteit
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 2]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 3]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 5]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 5]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 3]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 5]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 3]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 5]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 6]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 1]
[bedrijf 1]
Naam
Nationaliteit
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
Onbekend
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[bedrijf 3]
Naam
Nationaliteit
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 9]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 8]
[bedrijf 4]
Naam
Nationaliteit
[naam]
[nationaliteit 10]
[naam]
[nationaliteit 11]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 4]
[naam]
[nationaliteit 7]
[bedrijf 5]
Naam
Nationaliteit
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 12]
[naam]
[nationaliteit 13]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 10]
[naam]
Onbekend
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 7]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 14]
[naam]
[nationaliteit 14]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 5]
[naam]
[nationaliteit 14]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 1]
[naam]
[nationaliteit 8]
[naam]
[nationaliteit 8]
BIJLAGE II – WETTELIJK KADER
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
In het kader van de volgende bepalingen zijn de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt
1. Deze richtlijn is van toepassing op de diensten van dienstverrichters die in een lidstaat zijn gevestigd.
[…] Artikel 4
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
2) „dienstverrichter": iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat of iedere rechtspersoon in de zin van artikel 48 van het Verdrag, die in een lidstaat is gevestigd en een dienst aanbiedt of verricht;
8) „dwingende redenen van algemeen belang": redenen die als zodanig zijn erkend in de rechtspraak van het Hof van Justitie; waaronder de volgende gronden: openbare orde, openbare veiligheid, staatsveiligheid, volksgezondheid, handhaving van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel, bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, eerlijkheid van handelstransacties, fraudebestrijding, bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, diergezondheid, intellectuele eigendom, behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid;
1. De lidstaten stellen de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit niet afhankelijk van een vergunningstelsel, tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. a) het vergunningstelsel heeft geen discriminerende werking jegens de betrokken dienstverrichter;
b) de behoefte aan een vergunningstelsel is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
c) het nagestreefde doel kan niet door een minder beperkende maatregel worden bereikt, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om werkelijk doeltreffend te zijn.
1. Vergunningstelsels zijn gebaseerd op criteria die beletten dat de bevoegde instanties hun beoordelingsbevoegdheid op willekeurige wijze uitoefenen.
2. De in lid 1 bedoelde criteria zijn:
a. a) niet-discriminatoir;
b) gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
c) evenredig met die reden van algemeen belang;
d) duidelijk en ondubbelzinnig;
e) objectief;
f) vooraf openbaar bekendgemaakt;
g) transparant en toegankelijk. […]
Privacyrichtlijn, zoals deze ten tijde van belang luidde
Artikel 1 Onderwerp van de richtlijn
1. De Lid-Staten waarborgen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn, de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen, inzonderheid van het recht op persoonlijke levenssfeer.
In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
a. a) "persoonsgegevens", iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, hierna "betrokkene" te noemen; als identificeerbaar wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificatienummer of van een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor zijn of haar fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit;
Artikel 8 Verwerkingen die bijzondere categorieën gegevens betreffen
1. De Lid-Staten verbieden de verwerking van persoonlijke gegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsook de verwerking van gegevens die de gezondheid of het seksuele leven betreffen.
2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer:
a. a) de betrokkene uitdrukkelijk heeft toegestemd in een dergelijke verwerking, tenzij in de wetgeving van de Lid-Staat is bepaald dat het in lid 1 bedoelde verbod niet door toestemming van de betrokkene ongedaan kan worden gemaakt; of
b) de verwerking noodzakelijk is met het oog op de uitvoering van de verplichtingen en de rechten van de voor de verwerking verantwoordelijke inzake arbeidsrecht, voor zover zulks is toegestaan bij de nationale wetgeving en deze adequate garanties biedt; of
c) de verwerking noodzakelijk is ter verdediging van de vitale belangen van de betrokkene of van een andere persoon indien deze lichamelijk of juridisch niet in staat is van zijn instemming te getuigen; of
d) de verwerking wordt verricht door een stichting, een vereniging, of enige andere instantie zonder winstoogmerk die op politiek, levensbeschouwelijk, godsdienstig of vakbondsgebied werkzaam is, in het kader van hun gerechtvaardigde activiteiten en met de nodige garanties, mits de verwerking uitsluitend betrekking heeft op de leden van de stichting, de vereniging of de instantie of op de personen die in verband met haar streefdoelen regelmatige contacten met haar onderhouden, en de gegevens niet zonder de toestemming van de betrokkenen aan derden worden doorgegeven; of
e) de verwerking betrekking heeft op gegevens die duidelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt of noodzakelijk is voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte.
4. Mits passende waarborgen worden geboden, mogen de Lid-Staten om redenen van zwaarwegend algemeen belang bij nationale wet of bij een besluit van de toezichthoudende autoriteit nog andere afwijkingen naast die bedoeld in lid 2 vaststellen.
[…] Gemeentewet Artikel 149
De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. Artikel 151a
1. De raad kan een verordening vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.
Paragraaf 4.1 Prostitutiebedrijven
Artikel 3.27 Exploitatie van een prostitutiebedrijf
1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een prostitutiebedrijf te exploiteren.
2. Het is verboden een prostitutiehotel te exploiteren.
Artikel 3.28 Bedrijfsplan
1. Bij het indienen van een aanvraag om een vergunning voor een prostitutiebedrijf wordt naast het aanvraagformulier een bedrijfsplan overgelegd, waarin het bedrijfsbeleid wordt beschreven ten aanzien van de hygiëne, de gezondheid, het zelfbeschikkingsrecht, de zelfredzaamheid, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden van de in het bedrijf werkzame prostituees, alsmede de veiligheid en de gezondheid van klanten.
2. Uit het bedrijfsplan blijkt in ieder geval:
a. welke maatregelen de exploitant neemt om te voorkomen dat in het bedrijf prostituees werkzaam zijn die het slachtoffer zijn van mensenhandel of andere vormen van uitbuiting;
b. welke maatregelen worden genomen om te waarborgen dat de in het bedrijf werkzame prostituees voldoende zelfredzaam zijn;
c. welke maatregelen worden genomen om te waarborgen dat de in het bedrijf werkzame prostituees niet worden verplicht tot het verrichten van seksuele handelingen tegen hun wil en tot het gebruik van drugs of tot het nuttigen van alcoholhoudende dranken;
d. welke maatregelen worden genomen om te waarborgen dat de in het bedrijf werkzame prostituees klanten kunnen weigeren;
e. welke maatregelen worden genomen om te waarborgen dat er voldoende toezicht plaatsvindt op het prostitutiebedrijf;
f. welke maatregelen worden genomen om te waarborgen dat de gezondheid en veiligheid van klanten voldoende wordt beschermd;
g. dat de geneeskundige zorg en voorlichting met betrekking tot beroepsgerelateerde ziektes ten behoeve van de prostituees beschikbaar is;
h. dat gewaarborgd is dat de prostituees vrij worden gelaten in het contact met organisaties die van belang zijn voor hun lichamelijke of geestelijke gezondheid en
i. onder welke arbeids- en verhuurvoorwaarden de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees werken, waaronder in ieder geval de minimale en maximale verhuurperiode en de verhuurprijzen.
3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van hetgeen in het bedrijfsplan wordt opgenomen.
4. Als de exploitant het bedrijfsplan wil wijzigen, doet hij hiervan vooraf mededeling aan de burgemeester. De wijziging wordt als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt.
Artikel 3.29 Eisen aan de exploitant en de leidinggevende
1. De exploitant en de leidinggevende van een prostitutiebedrijf:
a. staan niet onder curatele of bewind en zijn niet ontzet uit de ouderlijke macht;
b. zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag en
c. hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt.
2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot hetgeen onder slecht levensgedrag als bedoeld in het eerste lid onder b wordt verstaan.
Artikel 3.30 Verplichtingen van de exploitant en de leidinggevende
1. De exploitant en de leidinggevende dragen er zorg voor dat:
a. in het prostitutiebedrijf geen prostituees werkzaam zijn die slachtoffer zijn van mensenhandel of van andere vormen van uitbuiting;
b. met iedere prostituee een intakegesprek wordt gevoerd, waarbij de exploitant zich ervan dient te vergewissen dat de prostituee voldoende zelfredzaam is;
c. vermoedens van mensenhandel of andere vormen van uitbuiting worden gemeld bij de politie;
d. in het bedrijf uitsluitend prostituees werkzaam zijn die gerechtigd zijn tot het verrichten van arbeid, in het bezit zijn van een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel en die, voor zover zij daartoe verplicht zijn, zijn ingeschreven in het handelsregister;
e. in het bedrijf geen prostituees werkzaam zijn die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt;
f. de voorwaarden waaronder de prostituees werkzaam zijn, schriftelijk worden vastgelegd en de prostituees daarvan een voor ontvangst getekende kopie ontvangen en
g. de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees redelijkerwijs zelf hun werktijden kunnen bepalen.
2. De exploitant en de leidinggevende dragen er zorg voor dat de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees geen overlast voor de omgeving veroorzaken, artikel 2.12, vierde lid niet overtreden en de openbare orde niet verstoren.
3. De exploitant en leidinggevende dragen er zorg voor dat klanten en prostituees niet het slachtoffer kunnen worden van strafbare feiten.
4. De exploitant en de leidinggevende dragen er zorg voor dat het bedrijfsplan wordt nageleefd.
5. De exploitant en de leidinggevende houden voldoende toezicht gedurende de openingstijden van het prostitutiebedrijf.
6. De exploitant en de leidinggevende doen wat nodig is voor een goede gang van zaken binnen het prostitutiebedrijf.
7. De exploitant en de leidinggevende dragen er zorg voor dat de Hygiënerichtlijnen voor seksinrichtingen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid worden nageleefd.
8. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de in eerste tot en met zevende lid bedoelde verplichtingen.
Artikel 3.31 Bedrijfsadministratie
1. De exploitant draagt er zorg voor dat een actuele bedrijfsadministratie wordt bijgehouden waarin in ieder geval gegevens zijn opgenomen van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees, de verhuuradministratie en afschriften van getekende intakeformulieren.
2. De exploitant en de leidinggevende dragen er zorg voor dat de bedrijfsadministratie van de laatste drie maanden in het bedrijf beschikbaar is voor toezichthouders en opsporingsambtenaren.
3. De exploitant draagt er zorg voor dat de bedrijfsadministratie met inachtneming van de wettelijke termijnen wordt bewaard.
4. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de inhoud van de bedrijfsadministratie.
Artikel 3.32 Bijzondere weigeringsgronden
1. De burgemeester weigert een vergunning als:
a. de exploitant of de leidinggevende niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 3.29 gestelde eisen;
b. het prostitutiebedrijf niet in een gebouw wordt gevestigd;
c. het prostitutiebedrijf wordt gevestigd in een woonruimte waarvoor geen vergunning tot woningonttrekking als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet is verleend of
d. een geschiktheidsverklaring als bedoeld in hoofdstuk 6A van de Bouwverordening ontbreekt.
2. De burgemeester kan een vergunning weigeren als:
a. naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving van het prostitutiebedrijf of de openbare orde of veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het prostitutiebedrijf;
b. naar zijn oordeel onvoldoende aannemelijk is dat de exploitant of de leidinggevende de bij of krachtens artikel 3.30 en 3.31 gestelde verplichtingen zal naleven;
c. naar zijn oordeel het bedrijfsplan als bedoeld in artikel 3.28 onvoldoende garanties geeft voor de bescherming van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees of niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 3.28 gestelde regels;
d. een eerdere vergunning voor de exploitatie van het prostitutiebedrijf is ingetrokken of het prostitutiebedrijf met toepassing van artikel 2.10 of artikel 3.37 van deze verordening dan wel artikel 13b van de Opiumwet is gesloten of
e. in het prostitutiebedrijf een escortbedrijf is gevestigd waarvan een eerdere vergunning is ingetrokken of dat met toepassing van artikel 2.10 of artikel 3.49 van deze verordening dan wel artikel 13b van de Opiumwet is gesloten.
3. Bij de toepassing van de in het tweede lid, onder a, genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met:
a. het karakter van de straat en de wijk waarin het prostitutiebedrijf is gelegen of zal zijn gelegen;
b. de aard van het prostitutiebedrijf en de spanning waaraan het woon- en leefklimaat ter plaatse blootstaat en
c. bijzondere gebruiksfuncties in de omgeving van het prostitutiebedrijf die zich niet verdragen met de aanwezigheid van het prostitutiebedrijf.
Artikel 3.33 Leidinggevende
1. Als de exploitant niet alleen voor het toezicht in het prostitutiebedrijf zorgt dan wel daarvoor niet of in onvoldoende mate kan zorgen, wordt op de vergunning vermeld wie leidinggevende is in het bedrijf.
2. De exploitant doet de burgemeester onmiddellijk mededeling van een wijziging van leidinggevenden in het bedrijf.
Artikel 3.34 Openingstijden raamprostitutiebedrijf
1. Het is verboden een raamprostitutiebedrijf voor bezoekers geopend te houden of daarin bezoekers toe te laten op andere tijdstippen dan van 08.00 tot 06.00 uur.
2. Het is de bezoeker van een prostitutiebedrijf verboden zich daarin te bevinden buiten de vastgestelde openingstijden.
Artikel 3.35 Afwijkende openingstijden prostitutiebedrijf
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de veiligheid, de gezondheid, de bescherming van prostituees, of ter voorkoming of beperking van overlast de openingstijden van een prostitutiebedrijf beperken.
Artikel 3.36 Bijzondere intrekkingsgronden
1. De burgemeester kan een vergunning voor een prostitutiebedrijf intrekken als:
a. in het bedrijf prostituees werkzaam zijn in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
b. in het bedrijf prostituees werkzaam zijn die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, of die niet voldoen aan de in artikel 3.30, eerste lid onder d, genoemde eisen;
c. aannemelijk is dat in het bedrijf prostituees werkzaam zijn die het slachtoffer zijn van mensenhandel, dan wel onvoldoende zelfredzaam zijn;
d. de exploitant of leidinggevende niet langer voldoet aan de bij of krachtens artikel 3.29 gestelde eisen;
e. het bedrijfsplan onvoldoende garanties geeft voor de bescherming van de prostituees of niet voldoet aan bij of krachtens artikel 3.28 gestelde regels;
f. de exploitant of de leidinggevende het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3.30, 3.31, 3.33, tweede lid, 3.34 of 3.38 niet of onvoldoende naleeft;
g. in het prostitutiebedrijf strafbare feiten plaatsvinden die een bedreiging vormen voor de orde of veiligheid in of om het prostitutiebedrijf;
h. de openbare orde of het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het prostitutiebedrijf;
i. in strijd wordt gehandeld met door het college gestelde nadere regels als bedoeld in artikel 3.39;
j. de exploitant of de leidinggevende het toezicht op de naleving van het in dit hoofdstuk bepaalde belemmert of bemoeilijkt;
k. in het prostitutiebedrijf een escortbedrijf is gevestigd waarvan de vergunning is ingetrokken dan wel dat met toepassing van artikel 2.10 of artikel 3.37 van deze verordening dan wel artikel 13b van de Opiumwet is gesloten;
Artikel 3.37 Sluiting prostitutiebedrijf
1. De burgemeester kan de sluiting van een prostitutiebedrijf bevelen als het belang van de bescherming van de prostituees, de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de gezondheid dat naar zijn oordeel vereist.
2. De burgemeester trekt het bevel tot sluiting in als naar zijn oordeel geen van de in het eerste lid genoemde belangen voortzetting van de sluiting vereist.
1. De exploitant of de leidinggevende van een prostitutiebedrijf draagt er zorg voor dat in advertenties voor het bedrijf de naam van het bedrijf en het nummer van de exploitatievergunning worden vermeld.
2. Het is de exploitant of de leidinggevende van een prostitutiebedrijf verboden in advertenties onveilige seks aan te bieden of daarin te garanderen dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Artikel 3.39 Nadere regels
1. Het college kan voor prostitutiebedrijven nadere regels stellen in het belang van de vrijheid, de veiligheid, de gezondheid of de arbeidsomstandigheden van de prostituees, de volksgezondheid, het voorkomen van strafbare feiten, het voorkomen of beperken van overlast of het voorkomen van aantasting van het woon- en leefklimaat.
2. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van prostituees.