Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiseres]
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord, tevens van eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling mondelinge behandeling.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, gaat het om een huurgeschil tussen [eiseres] en [gedaagde] met betrekking tot een tijdelijke huurovereenkomst die na verlenging voor onbepaalde tijd doorloopt. De kantonrechter heeft op 28 december 2021 uitspraak gedaan. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. Y. Moszkowicz, vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst was ontbonden en dat [gedaagde] een huurachterstand had van € 4.500,00. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J. de Vries, voerde als verweer aan dat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd was verlengd en dat de opzegging door [eiseres] nietig was omdat deze niet de juiste gronden vermeldde. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst inderdaad voor onbepaalde tijd was verlengd en dat de huurprijsverhoging die in de vierde huurovereenkomst was opgenomen, in strijd was met de dwingendrechtelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De rechter vernietigde de huurprijsverhoging en stelde vast dat de kale huurprijs € 630,00 per maand bedroeg. Tevens werd [eiseres] veroordeeld tot het opheffen van het conservatoire beslag op de bankrekening van [gedaagde]. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, terwijl de vorderingen van [gedaagde] grotendeels werden toegewezen.