ECLI:NL:RBAMS:2021:7451

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
AMS 21/59
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waarschuwing preventieve stillegging van werkzaamheden opgelegd aan McDonald's wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen McDonald's [locatie] B.V. en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechtbank behandelt de vraag of de staatssecretaris terecht een waarschuwing voor preventieve stillegging van werkzaamheden heeft opgelegd aan McDonald's op basis van overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De eiseres, McDonald's, heeft twee keer artikel 2, eerste lid, van de Wav overtreden door vreemdelingen zonder de benodigde tewerkstellingsvergunningen te laten werken. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de waarschuwing mocht opleggen, omdat de overtredingen niet van geringe omvang waren en de maatregelen die McDonald's had genomen om herhaling te voorkomen onvoldoende waren. De rechtbank volgt de eiseres niet in haar betoog dat de waarschuwing in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, en stelt dat de staatssecretaris de aard en omvang van de overtredingen in zijn besluitvorming heeft betrokken. De rechtbank concludeert dat de waarschuwing een noodzakelijke maatregel is om verdere overtredingen te voorkomen en dat de eiseres voldoende tijd had om haar processen op orde te stellen. Het beroep van McDonald's wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/59

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 november 2021 in de zaak tussen

McDonald’s [locatie] B.V. te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. A.T. Eisenmann)
en

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Majid).

Procesverloop

Bij besluiten van 28 augustus 2019 en 15 juli 2020 heeft verweerder aan eiseres bestuurlijke boetes opgelegd van € 6.000,- respectievelijk € 12.000,- wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav).
Bij afzonderlijk besluit van 15 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder eiseres een waarschuwing preventieve stillegging van werkzaamheden opgelegd.
Bij besluit van 27 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2021. Eiseres is vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Ook was de heer [naam] , ‘director operations’, aanwezig namens eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres exploiteert een McDonald’s franchise restaurant (de onderneming) aan de [locatie] [nummer] in Amsterdam.
2. Op 20 februari 2019 en 18 december 2019 is de onderneming bezocht door inspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met een controle in het kader van de Wav. Tijdens deze controles is geconstateerd dat twee vreemdelingen, die niet gerechtigd waren tot het verrichten van arbeid zonder dat de werkgever voor hen beschikte over een tewerkstellingsvergunning, werkzaamheden hebben verricht in de onderneming. De vreemdelingen beschikten niet over de benodigde vergunning waardoor sprake is van overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Naar aanleiding hiervan zijn op 15 april 2019, 1 augustus 2019 en 26 februari 2020 boeterapporten opgesteld en zijn de bestuurlijke boetes aan eiseres opgelegd.
3. Verweerder heeft in het primaire besluit, gehandhaafd in het bestreden besluit, aan eiseres op grond van artikel 17b, eerste lid, van de Wav in samenhang met artikel 4b, eerste lid, van het Besluit uitvoering Wav een waarschuwing preventieve stillegging van werkzaamheden gegeven. Dit houdt in dat bij herhaling van een overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav, een bevel kan worden opgelegd dat aangewezen werkzaamheden voor een aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen om verdere herhaling van overtredingen te voorkomen. Niet in geschil is dat eiseres artikel 2, eerste lid, van de Wav twee keer heeft overtreden vanwege het ontbreken van de tewerkstellingsvergunningen.
Beoordeling door de rechtbank
4. Het juridisch kader in de bijlage maakt onderdeel uit van deze uitspraak.
5. In geschil is of verweerder de waarschuwing preventieve stillegging van werkzaamheden aan eiseres mocht opleggen.
6. Eiseres voert aan dat er sprake is van een schending van het evenredigheidsbeginsel. Voor zover (de doestelling van) de Wav is geschonden, zijn de overtredingen slechts van zeer geringe omvang geweest. Om die reden had verweerder moeten afzien van het opleggen van de waarschuwing.
7. De rechtbank volgt eiseres niet in dit betoog. Anders dan eiseres stelt, is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit niet strijdig is met de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten (de Beleidsregel). Op grond van de Beleidsregel kan een schriftelijke waarschuwing achterwege worden gelaten in verband met de aard van de overtreding of de met de overtreding samenhangende omstandigheden. Hierbij wordt rekening gehouden met het type overtreding en de aard van de overtreding. Verweerder heeft de aard en omvang van de overtredingen van eiseres naar het oordeel van de rechtbank kenbaar betrokken in de besluitvorming, evenals de doelstelling van de Wav. Wat er ook zij van het betoog van eiseres dat de overtredingen gering zijn en dat zij te goeder trouw heeft gehandeld, het UWV heeft in het geval van eiseres niet kunnen beoordelen of er voor de tewerkstelling van de buitenlandse vreemdelingen prioriteitgenietend arbeidsaanbod aanwezig was en of de feitelijke situatie zich tegen de beoogde tewerkstelling zou verzetten. Daarmee is handelen in strijd met de doelstelling van de Wav een gegeven.
8. Niet in geschil is dat door eiseres twee overtredingen zijn begaan. Verweerder heeft naar voren gebracht dat de maatregelen die eiseres heeft getroffen om een toekomstige overtreding te voorkomen zijn betrokken in de besluitvorming. Eiseres heeft weliswaar een ‘Stappenplan verificatieplicht’ overgelegd, maar dat is volgens verweerder onvoldoende. Hieruit volgt namelijk niet dat eiseres de processen in verband met de naleving van de Wav heeft geïncorporeerd in de werkwijze van haar onderneming. De rechtbank volgt dit betoog van verweerder. Het blijft te allen tijde de verantwoordelijkheid van de werkgever om zorg te dragen voor naleving van de Wav. De rechtbank begrijpt dat de waarschuwing een zware last vormt voor de bedrijfsvoering van eiseres, maar dat dit in de praktijk leidt tot een onwerkbare situatie is de rechtbank niet gebleken.
9. Eiseres is verder van mening dat de periode waarin zij gedragsverbetering had moeten tonen te kort is. Dit standpunt volgt de rechtbank niet. De eerste overtreding is begaan op 20 februari 2019 en het boeterapport dat in dit verband is opgesteld, dateert van 15 april 2019. De medewerker in het kader van de tweede overtreding is op 27 mei 2019 in dienst getreden. Bij die stand van zaken had van eiseres verwacht mogen worden dat ze orde op zaken had gesteld om een nieuwe overtreding te voorkomen, ook al volgde de tweede overtreding kort op de eerste.
10. Het is de bedoeling van de wetgever geweest om verstoringen op de arbeidsmarkt te voorkomen en hierbij is strenge handhaving van de Wav van groot belang. Het doel van de waarschuwing is dat, na een (herhaalde) overtreding van de Wav, de onderneming orde op zaken stelt en dat wordt gewerkt met de benodigde tewerkstellingsvergunningen. Reeds daarom had verweerder de waarschuwing op mogen leggen. Dat er geen sprake was van arbeidsuitbuiting, onderbetaling en dat de medewerkers waren opgenomen in de administratie van de onderneming, zoals door eiseres aangevoerd, maakt het voorgaande niet anders.
11. De rechtbank kan eiseres volgen in de stelling dat een uiteindelijke stillegging grote gevolgen zou hebben voor de onderneming. Om die reden gaat de rechtbank ervan uit dat eiseres de interne processen in de bedrijfsvoering op orde zal krijgen zodat een volgende overtreding van de Wav zal uitblijven en verweerder bij een eventueel verzoek van eiseres daartoe kan overgaan tot intrekking van de waarschuwing.
12. Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder eiseres de waarschuwing preventieve stillegging van werkzaamheden mocht opleggen.
13. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Doets, rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Peters, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 november 2021.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

BIJLAGE

Juridisch kader
Wet arbeid vreemdelingen
Artikel 17b
1. Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar kan, nadat een overtreding van een voorschrift of verbod bij of krachtens deze wet is geconstateerd die bestuurlijk beboetbaar is gesteld, aan de werkgever een schriftelijke waarschuwing geven dat bij herhaling van de overtreding of bij een latere overtreding van eenzelfde in de waarschuwing aangegeven wettelijke verplichting of verbod of bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen soortgelijke verplichtingen of verboden, door hem een bevel kan worden opgelegd dat door hem aangewezen werkzaamheden voor ten hoogste drie maanden worden gestaakt dan wel niet mogen worden aangevangen.
Besluit uitvoering Wav
Artikel 4b
1. Na een herhaling van een overtreding of soortgelijke overtreding wordt een waarschuwing gegeven als bedoeld in artikel 17b, eerste lid, van de wet en indien een herhaling van die of een soortgelijke overtreding is geconstateerd als bedoeld in dat artikel van de wet, wordt een bevel opgelegd door de daartoe aangewezen ambtenaar dat de door hem aangewezen werkzaamheden voor een daarbij aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen.
4 Indien de aard van de overtreding of de met de overtreding samenhangende omstandigheden dan wel de gevolgen van een stillegging van de werkzaamheden daartoe aanleiding geven, kan worden afgezien van een waarschuwing als bedoeld in het eerste en tweede lid en kan worden afgezien van een bevel als bedoeld in het eerste en tweede lid. Een dergelijke waarschuwing wordt niet gegeven of een dergelijk bevel wordt niet opgelegd, indien de overtreding een handelen of nalaten betreft in strijd met de artikelen 2a, eerste lid, en 15 van de wet.
Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten
Artikel 4. Het achterwege laten van een waarschuwing of van een bevel tot preventieve stillegging
1. Bij de overweging een waarschuwing of een bevel tot preventieve stillegging achterwege te laten in verband met de aard van de overtreding of de met de overtreding samenhangende omstandigheden wordt onder meer rekening gehouden met het type overtreding en de omvang van de overtreding.
2 Bij de overweging een waarschuwing of een bevel tot preventieve stillegging achterwege te laten in verband met de gevolgen van de overtreding wordt onder meer rekening gehouden met de maatschappelijke gevolgen en met de economische gevolgen voor derden.
3 Bij de overweging een waarschuwing of een bevel tot preventieve stillegging achterwege te laten kan rekening worden gehouden met het feit dat de toezichthouder de opgelegde boete heeft gematigd.
.