ECLI:NL:RBAMS:2021:7450
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- N.R. Peters
- H.J. Doets
- Rechtspraak.nl
Intrekking toevoeging rechtsbijstand na schadevergoeding in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, woonachtig te 's Hertogenbosch, had een toevoeging voor rechtsbijstand verkregen in het kader van een echtscheidingsprocedure. Deze toevoeging werd door verweerder, het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, ingetrokken omdat eiseres vermogen had verworven door de uitkering van een schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de schadevergoeding, hoewel een klein onderdeel van het geschil, een financieel resultaat was van de echtscheidingsprocedure, zoals vastgelegd in het echtscheidingsconvenant. Eiseres voerde aan dat de schadevergoeding aan haar verknocht was en dat dit nooit tussen haar en haar voormalige echtgenoot in geschil was geweest. De rechtbank stelde echter vast dat de regelgeving vereist dat gekeken wordt naar het resultaat van de echtscheidingsprocedure, waarbij het convenant leidend is. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden die eiseres aanvoerde niet voldoende zwaarwegend waren om van de intrekking van de toevoeging af te zien. Eiseres moest zelf de kosten voor haar advocaat dragen, en het beroep werd ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met een termijn van zes weken voor het instellen van hoger beroep.